Het SGP-bestuur van de provincie Utrecht heeft de kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen vastgelegd. Uit gemeente Nieuwegein staat Michael van den Berg als 48e op de lijst.

Vanuit zijn werk als mbo-docent en IT-specialist weet Michael van den Berg (51) hoe belangrijk het is dat structuren en beleid goed doordacht, werkzaam en doelmatig zijn. “De SGP werkt vanuit verantwoordelijkheidsbesef aan goed bestuur”, aldus Van den Berg. Hij wil graag een bijdrage leveren aan het uitvoeren van opdrachten en het tegenwicht bieden, wat de provinciale SGP doet.

De kandidatenlijst werd gepresenteerd bij de lancering van de SGP-campagne op dinsdag 22 november in het provinciehuis van Utrecht. De lijst wordt aangevoerd door zittend Statenlid Bertrick van den Dikkenberg, gevolgd door huidig commissielid Frans Hazeleger en Jan-Hendrik van der Linden (19) als jongerenkandidaat. De Provinciale Statenverkiezingen vinden plaats op 15 maart 2023.

De PvdA kreeg tijdens de raadsvergadering van 15 december van wethouder Schouten de toezegging dat ervaringsdeskundigen beter worden betrokken bij het inclusiebeleid. Nieuwegein wil een inclusieve gemeente zijn en blijven en hierin verder door ontwikkelen.

PvdA-raadslid Emiel Holtermann

PvdA-raadslid Emiel Holtermann is blij met deze toezegging. “De wethouder moet niet alleen actief op zoek naar mensen met ervaringen op het gebied van inclusie, maar deze groepen ook betrekken bij het maken en evalueren van de uitvoeringsplannen.” Zo krijgen bijvoorbeeld mensen met lichamelijke of mentale beperkingen en chronische ziekten, mensen met een verschillende huidskleur of lhbtiq+’ers een belangrijke stem in het beleid.

In kleine groepen en een veilige omgeving kunnen het beleid, de resultaten van tevredenheidsonderzoek, enquêtes, en ervaringen met diversiteit en inclusie aan de orde komen. “Hiermee is te achterhalen in hoeverre zij zich binnen onze gemeente veilig voelen, zichzelf kunnen zijn en of er sprake is van discriminatie, pestgedrag en uitsluiting. Maar ook of voorzieningen voldoende toegankelijk zijn en er voldoende plek is voor ontmoeting. Door dit systematisch te vragen kan inzicht worden verkregen in patronen of processen die een inclusieve stad belemmeren. Daar ligt dan een mooie kans voor verbetering. En om die vervolgacties gaat het”, volgens Holtermann.

Ook kreeg de PvdA brede steun in de raad om de doelen van het inclusiebeleid helder te formuleren. “Een raad dat streeft een inclusieve gemeente te willen zijn en daarvoor kaders vaststelt, wil ook weten wat hiervan de resultaten zijn en wat het beleid in de praktijk oplevert. Door het meten en monitoren van de doelen voor diversiteit en inclusie krijgen we pas zicht op successen en knelpunten”, aldus het PvdA-raadslid.

Omwonenden van de trambaan in het noorden van Nieuwegein hebben last van het geluid van tram. Samen met het GroenLinks-statenlid David Oude Wesselink ging GroenLinks raadslid Rien Van Keulen uit Nieuwegein begin deze maand op bezoek bij de inwoners van de wijk Huis de Geer om hun verhaal te horen.

Uit deze woonwijk in de groene rand van Nieuwegein klinken klachten over geluidsoverlast van de tram. Reden voor het Nieuwegeins raadslid Rien Van Keulen om hier samen met Statenlid David Oude Wesselink langs te gaan. “Ook in het voorjaar van 2022 ben ik bij deze inwoners op bezoek gegaan”, zegt Rien, “Zij klagen over een hard, bonkend geluid van de nieuwe tram als die door de bocht bij hun huis rijdt.”

GroenLinks vindt het belangrijk om te horen wat de inwoners stoort en zorgen baart, vandaar dat Rien samen met David bij de inwoners langs ging. GroenLinks Nieuwegein zet zich in voor gezond, stedelijk leven. Geluidshinder van een tram hoort hier niet bij. Vandaar dat ook statenlid David Oude Wesselink zijn oor te luisteren ging leggen.

Vanuit de provinciale staten in Utrecht heeft David het OV in zijn portefeuille. Tijdens het bezoek van David en Rien werd geluisterd naar het verhaal van de inwoners. De afspraak werd gemaakt om in contact te blijven. Zowel provinciaal als gemeentelijk zal GroenLinks dit dossier goed blijven volgen. “De inwoners kunnen hun zorgen delen,” vertelt Rien, “Tijdens commissievergaderingen van de provinciale staten mag elke inwoner van onze provincie zijn zegje doen”. GroenLinks Nieuwegein vindt het belangrijk om in contact te zijn met de inwoners van Nieuwegein en te horen wat hun zorgen zijn, dit soort bezoeken helpt daarbij.

Een duurzaam Nieuwegein is een van de speerpunten van GroenLinks in Nieuwegein. In deze Nationale Klimaatweek heeft fractievoorzitter Alma Feenstra tijdens de begrotingsraad extra aandacht gevraagd voor de snelle verandering van het klimaat. ‘Daarbij zijn we blij dat de gemeente niet alleen staat in het verder brengen van de noodzaak én oplossingsrichtingen voor de klimaatcrisis’, sprak Alma Feenstra in haar bijdrage. ‘Een organisatie als Samen Duurzaam Nieuwegein (SDN) is daarin zeker ook belangrijk.’

Samen Duurzaam Nieuwegein organiseert activiteiten zoals een klimaatfietstocht afgelopen zaterdag en ondersteunt duurzaamheidsinitiatieven. ‘De financiering van deze vrijwilligersorganisatie is echter onzeker. SDN heeft deze zomer een heldere oproep aan de raad gedaan om de ondersteuning minder onzeker te maken’ aldus Feenstra. Een motie die GroenLinks heeft ingediend samen met D66 en ieders Belang om in overleg met SDN te komen tot een stabielere financiering, is door de raad met 17 stemmen voor en 14 stemmen tegen aangenomen. Tegen stemden de fracties VVD, De Unie, Lokale Vernieuwing, CDA, ChristenUnie en Núwegein

Daarnaast roept de motie het college op om hierover ook met andere maatschappelijke organisaties die tegen dezelfde onzekerheid aanlopen in gesprek te gaan. ‘Vrijwilligers zijn een belangrijke vorm van bewonersparticipatie en als gemeente moet je die ondersteunen, zeker een organisatie als SDN die onze stad helpt om de klimaat- en duurzaamheidsdoelen te halen’, aldus Alma Feenstra.

De historisch lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart dit jaar (51 procent) valt niet heel eenduidig te verklaren. Het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen in Nieuwegein was 42,5 procent, lager dan ooit en opnieuw het laagste van de provincie Utrecht.

Politieke onvrede
Een laag opkomstpercentage, daar kijken ze in Nieuwegein dus niet van op. Het is al 16 jaar geleden dat meer dan de helft van de inwoners die mocht stemmen dat ook daadwerkelijk deed. Daarna ging het met de opkomst verder bergafwaarts. “Het is een duidelijk signaal van de bredere onvrede bij veel mensen over de politiek en het functioneren van de overheid”, aldus burgemeester Backhuijs kort na de verkiezingen begin dit jaar tegenover onze redactie.

Coronabesmettingen hebben de opkomst mogelijk “wat gedempt” en door de oorlog in Oekraïne hadden de media minder aandacht voor de verkiezingen, stellen onderzoekers die de lage opkomst in opdracht van het kabinet hebben geanalyseerd. Wat ze vooral zien, zijn structurele factoren: mensen die niet gaan stemmen omdat ze vaak weinig vertrouwen in de lokale politiek hebben en zich er nauwelijks voor interesseren.

Onderzoekers van diverse universiteiten, waaronder die van Utrecht en Amsterdam, leverden een bijdrage aan het onderzoek. Ze gingen specifiek op zoek naar mensen die niet hadden gestemd en ondervroegen die over hun beweegredenen. Die zijn zeer divers, zoals ook al bekend was uit eerdere onderzoeken. Naast een al jaren dalend gebrek aan belangstelling voor de lokale politiek hoorden de onderzoekers dat veel mensen het “ontzettend moeilijk vinden om een keuze te maken tussen partijen”. Niet-stemmers voelden zich niet goed geïnformeerd over de verkiezingen.

De onderzoekers merken op dat de media in aanloop naar de verkiezingen veel aandacht hadden voor de Russische inval in Oekraïne, die begon op 24 februari. Daardoor raakten de verkiezingen wat ondergesneeuwd als onderwerp.

Vrouwen, jongeren, mensen met een praktische opleiding en mensen met een migratieachtergrond lieten de gemeenteraadsverkiezingen relatief vaak aan zich voorbijgaan, schrijven de onderzoekers. Dat de opkomst maar net boven de 50 procent lag, vinden ze zorgwekkend. “Een opkomst van minder dan de helft van de kiesgerechtigde inwoners wordt vaak als kritische ondergrens gezien voor de legitimiteit van het gemeentebestuur”, merken ze op. Vier jaar eerder lag de opkomst met 55 procent ook bepaald niet hoog.

Reden tot zorg
Minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slot concludeert in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer dat het onderzoek aantoont dat een lage opkomst bij lokale verkiezingen “een structureel probleem is”. Ook zij vindt dat “een reden tot zorg”.

De onderzoekers raden politici aan vooral te streven naar een “betere relatie tussen kiesgerechtigden en de politiek”. Dat is beter dan puur streven naar een hoger opkomstpercentage, vinden ze. Bruins Slot is dat met ze eens. In aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten en de waterschappen, op 15 maart volgend jaar, wil de minister burgers in een campagne ook nog eens wijzen op “het belang van deze vertegenwoordigende organen”.