Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (52)’

Scène 1: aan tafel in een van de drie gerenommeerde restaurants in Nieuwegein verschijnt een blond pront meiske in een blouse met opengewerkte schouders en een opschrijfboekje. Na de vraag waarom onze QR-code bij binnenkomst niet gecheckt is, recht ze haar rug, laat het opschrijfboekje zakken, en zegt: “wij willen hier niet discrimineren, alle gasten zijn bij ons welkom. Bovendien is corona een hype, het is een gewoon griepje en er is bijna niemand aan dood gegaan.” Ze lijkt zeer content met haar eigen betoog. Het is dat ik dit etentje aanbood aan echtgenoot T…..

Scène 2: twee weken later loop ik tijdens lunchtijd het restaurant binnen. De eigenaar staat in de keuken. Ik herhaal het gesprekje, en vraag hem naar zijn reactie. Het pronte meiske zegt dat ze heus niet gezegd heeft dat er bijna niemand dood is gegaan. Na een subtiel gebaar van haar baas verdwijnt het meiske spoorslags van het toneel. “Weet u wat het is? Ik heb het te druk, ik heb een tekort aan personeel. Bovendien – de stem wordt luider en de toon bozig – heb ik er genoeg van dat de horeca steeds de klos is. In supermarkten wordt er toch ook niet gecontroleerd? Waarom moeten wij dat dan wel?” “Omdat het een verplichting is?” probeer ik. “Of voor de gezondheid van uw gasten?” En, zegt hij “mocht u dat denken: ik ben geen wappie!” De verongelijkte blik op zijn gezicht wist zich geen goed heenkomen te zoeken.

Kent u dit spreekwoord: Een ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen. Rutte en de Jonge kennen hem in ieder geval niet, of – dat kan ook – ze identificeren zich graag met lastdieren. En die willen zich ook weleens vertillen. Tijdens de laatste persconferentie was het feest: op 25 september kon er een streep door vrijwel alle Coronamaatregelen, de trossen konden los, de Coronapas was onze vrijbrief. Die pas was tijdelijk, die kon mogelijk op het volgende ijkpunt, 1 november, zo de prullenbak in. Dit bleek dus onverstandige versoepeling nummertje drie in de coronacrisis, met desastreuse effecten. Het OMT had nog zo gezegd dat dit versoepelingsscenario het meest riskant was.

Scène 3: vervroegde persconferentie op 2 november wegens sterk oplopende besmettingen, volstromende ziekenhuizen en afschaling van reguliere zorg. De beschuldigende vinger ging naar de ongevaccineerden. Het spreekwoord ‘hand in eigen boezem steken’ kennen de beide heren evenmin. Zij wassen hun handen veelvuldig, bij voorkeur in onschuld. En passant werden de geesten alvast vrijgemaakt voor verdere ingrepen, aan te kondigen op de persconferentie van 12 november. Op 4 november was het aantal besmettingen 10.272.

Het Red Team, het kritische expertteam dat het kabinet gevraagd en ongevraagd adviseerde, heeft zichzelf op 1 november opgeheven: “De zorg is nu echt stuk, het kabinet heeft zichzelf vastgedraaid.” Zij waren voorstander van snel, krachtig en kort ingrijpen bij oplopende besmettingen. Zij gooien de handdoek in de ring.

Volgens hen is het slecht kersen eten met hardleerse ezels.

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk