OM eist celstraf voor Nieuwegeiners die Utrechts slachtoffer van moordpoging stiekem observeerden

Waarom werd een bewoner van de Utrechtse Rietstraat begin april 2018 geobserveerd door twee mannen die professioneel in kaart brachten waar hij heenging en wie hij ontmoettte? Het Openbaar Ministerie heeft sterke aanwijzingen dat de Nieuwegeiners Van D. en E. bezig waren met de voorbereidingshandelingen voor een liquidatie, maar kan hen daarvoor wegens onvoldoende concreet bewijs niet vervolgen.

De twee mannen stonden daarom vandaag in de rechtbank enkel terecht voor het stiekem filmen en fotograferen van de Utrechter in en rond zijn huis in de Utrechtse wijk Ondiep, bij een familielid in Nieuwegein en bij een kennis in Vleuten. Het is opmerkelijk dat de man die zij observeerden acht maanden later aan de dood ontsnapte tijdens een moordpoging in de Rietstraat.

Inbrekers
Op 3 april 2018 belde een inwoner van Vleuten de politie, omdat hij dacht dat zijn huis door inbrekers in de gaten werd gehouden. Hij fotografeerde het kenteken van hun zwarte Citroën en korte tijd later werden Van D. en E. door de politie gecontroleerd. Zij hadden geen inbrekersgereedschap in de gehuurde auto, maar een heleboel spullen die volgens het OM bij de voorbereiding van zware misdrijven worden gebruikt.

Zo hadden de twee maar liefst twaalf mobiele telefoons bij zich, waaronder vier zogenoemde PGP-telefoons waarmee versleutelde berichten kunnen worden verstuurd. Verder vonden de agenten een peilbaken en een Canon-camera in de wagen. Op de geheugenkaarten van de camera en een telefoon stonden tientallen foto’s en filmpjes van de Utrechter en zijn gezelschap.

Volgen en observeren
In een notitieboek hadden de verdachten adressen genoteerd van familieleden en vrienden van de man. Er was volgens de officier van justitie ook bijgehouden waar hij heen ging en hoe laat hij thuiskwam en in wiens gezelschap hij was. Zelfs van een bezoek aan het ziekenhuis door het observatiedoelwit werd een aantekening gemaakt.

In de auto van de verdachten lag ook een peilbaken. Op een van de telefoons zat een app waarmee je zulke bakens kunt volgen. Onder de Audi van de Utrechter hadden zij zo’n baken bevestigd. Verdachte E. had bij zijn aanhouding 5.000 euro cash op zak. In de gehuurde auto hadden zij ook een fles amoniak met een geel vaatdoekje; volgens de aanklager wordt dat door criminelen gebruikt om dna-sporen te verwijderen.

Zwijgzaam
De twee verdachten hebben sinds hun aanhouding weinig tot niets willen zeggen over de verdenkingen. E. was vandaag ook niet in de rechtszaal aanwezig. Volgens zijn advocaat wordt hij ten onrechte in verband gebracht met georganiseerde misdaad en is hij bang zelf geliquideerd te worden. De verdediging noemt het levensgevaarlijk dat het OM de verdachten in verband brengt met liquidaties.

E. zou zijn begonnen met het observeren van de Utrechter, omdat hij “rare kentekens en mensen op straat had gezien.” Hij besloot er vervolgens achteraan te rijden en te kijken wie ze ontmoetten. Als hij daar een beeld van had zou hij naar de politie gaan. Het observeren van de Utrechter was eigenlijk noodweer, stelde zijn advocaat.

Martelcontainers
Medeverdachte D. zegt dat hij zijn vriend wilde helpen, omdat “zij met hem bezig waren.” Hij zou slechts een paar keer als chauffeur met E. op pad zijn geweest en had wat dingen voor hem opgeschreven. Volgens zijn advocaat staat niet vast dat hij de beelden heeft gemaakt en zou hij daarom vrijgesproken moeten worden.

Van D. is een bekende van politie en justitie en is vijf jaar geleden nog veroordeeld voor diefstal met geweld. Op dit moment zit hij in voorarrest, omdat hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de martelcontainers die vorig jaar in het Brabantse dorp Wouwse Plantage werden ontdekt. Een van de hoofdverdachten in die zaak is de Utrechtse sportschoolhouder Robin van O., die ook een bekende is van de andere Nieuwegeinse verdachte.

Volgens de officier van justitie werd de Utrechter door de verdachten professioneel in kaart gebracht met kennelijk een crimineel doel, al valt dat laatste niet te bewijzen. Zij eist voor beide verdachten een half jaar gevangenisstraf. Volgens de advocaat van E. is “de strafmaat van het OM gebaseerd op zaken die we niet kunnen bewijzen en het onderbuikgevoel dat officier van justitie erbij heeft.”

De rechtbank neemt twee weken de tijd om tot een vonnis te komen. De uitspraak staat gepland op maandag 20 december.

Met dank aan onze samenwerkingspartner RTV Utrecht / Riks Ozinga

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk