Katern

Wat te doen bij aanrijding?

De hoeveelheid tijd die ik besteed aan het achter verkeerde bestellingen, foute afspraken, niet werkende apparatuur aanlopen, is schokkend, zoals ik in mijn vorige column betoogde. Als je meent daar eens van verschoond te zijn, zorgt het leven zelf wel dat je bezig blijft met van alles en nog wat, behalve met de dingen die je je had voorgenomen. Afgelopen weken werd ik nog eens met mijn neus op de feiten gedrukt.

Mijn kleine Kas begint te puberen en denkt dus dat hij alles beter weet dan het vrouwtje, dat heb je zo met pubers, of ze nu mensen of hondenpubers zijn. Alles wat je ze geleerd denkt te hebben lijkt door de afvoerput verdwenen te zijn. Zo heb ik bijvoorbeeld mijn honden geleerd dat ze in de auto moeten blijven zitten, totdat de riemen weer aan zijn.

Op een zondagmiddag had ik afgesproken met een vriendin om met haar en mijn honden in het bos te gaan lopen. Bij terugkomst in Utrecht deed ik het achterportier open om de honden aan te lijnen om naar haar huis te lopen. Helaas, puberende Kas zag een kat en schoot – ondanks al mijn wijze lessen dat hij beslist niet achter levende wezens aan mag zitten – onverhoeds langs me heen de auto uit. Terwijl mijn aandacht door Kas werd afgeleid, schoot Ben, geheel vervuld van broederlijke gevoelens (want waar Kas is, is Ben) eveneens langs me heen, achter Kas aan. De arme Ben was de lul en werd aangereden door een auto.

Ben is er tot mijn opluchting met wat schaafwonden, blauwe plekken en een hechting vanaf gekomen. De auto had meer schade en de mensen van de auto waren helemaal over hun toeren. Ze hadden niet eens in de gaten dat ze schade hadden. Ze vertelden juist op weg te zijn naar het ziekenhuis, waar hun dochter op de IC lag. En ach, hoe erg, en och, dat de auto van hun dochter was, en zij uit Curacao waren overgekomen, en hemel, hoe gaan die dingen eigenlijk in Nederland, dat weten we niet, en ach, gaat het wel met de hond, en och konden wij ze misschien helpen. Enfin, na het uitwisselen van namen en telefoonnummers hebben we ze maar gauw door laten gaan naar het ziekenhuis met de belofte erop terug te komen.

De volgende dag heb ik, na overleg met Van Anraad hier uit Nieuwegein, die mijn tussenpersoon is, de mensen ingelicht wat ze moesten doen. Ik heb zelfs een voorbeeldbriefje gemaakt hoe ze me aansprakelijk moesten stellen. Na het nodige heen en weer bellen, briefjes en formulieren halen en bezorgen, gesprekken met de tussenpersoon, bezoek bij de dierenarts, declareren van de dierenartsrekening en dergelijke, zal het nu wel in orde komen.

Twee dagen na Ben zijn ongeluk reed ik met de honden na een avondwandeling naar huis. De auto voor me reed een jonge tortel aan, maar reed gewoon door. Ik stopte, zag dat het beestje nog leefde en nam hem in mijn hand mee naar huis. Wat nog niet zo makkelijk was, met één hand sturend en twee nieuwsgierige honden, die het beestje wilden besnuffelen. Ik zette de tortel in een kattenbench en reed naar het Klaphek, omdat ik daar ooit wel eens eerder een vogel had gebracht. Er was beslist iemand aanwezig, dat zag ik, maar er werd niet open gedaan. Met tranen van boosheid in mijn ogen reed ik weer naar huis. Na telefonisch overleg met mijn zus op haar vakantieadres bracht ik het beestje de volgende morgen naar de Vogelopvang in Utrecht. Daar werd hij onderzocht. De mevrouw vertelde dat hij een zwelling op zijn kopje had en waarschijnlijk een hersenschudding had, waarvoor hij medicijnen zou krijgen, maar er verder goed uitzag. Hij kreeg een rustig plekje en ik liet een flinke donatie achter voor “mijn” jonge tortel. Die komt er wel weer bovenop met zoveel goede zorgen.

De zaterdag erna was ik in de parkeergarage onder Cityplaza. Zoals u in mijn allereerste column kunt lezen, mijd ik die plek als de pest op zaterdag vanwege het gevaar overhoop gereden te worden door naarstig naar parkeerplaatsjes zoekende zondagsrijders. Maar ja, dacht ik, het is vakantietijd, dus niet druk, komaan voor deze ene keer dan. Inderdaad lukte het me redelijk snel een plekje te vinden en na welgemoed mijn boodschappen gedaan en in de auto gelegd te hebben, wilde ik de markt nog even op. Daar scheurde een auto de hoek om, ik werd – dankzij een sprong opzij – nog net niet plat gewalst tussen de auto en de pilaar waarlangs ik liep, en BAM daar kreeg mijn arm, terwijl ik me nog net wat kon afwenden, een dreun van de buitenspiegel. In mijn column ‘Malle mensen’ schreef ik al hoe mij dit regelmatig overkomt, dus de stoom kwam terstond in grote wolken mijn oren uit. De auto stopte, de bijrijder deed de portier open en controleerde de spiegel. De stoom uit mijn oren werd nu vergezeld van heftig spuitende adrenaline. Na controle wist de mevrouw mij te vertellen dat de bestuurster het heus niet expres had gedaan. Geen vraag ‘bent u in orde’, geen ‘sorry, dit was niet de bedoeling’, nee, niets van dit alles. Witheet verklaarde ik dat het me geen lor geen schelen of het wel of niet expres was gedaan, maar dat ik verwachtte veilig te kunnen lopen zonder door automobilisten met teveel haast aangereden te worden. Na nog wat heen en weer geblaf deed de mevrouw resoluut de deur dicht en reden ze door. Ik brulde nog wat na, terwijl ik mijn arme, alweer geteisterde, arm wreef, maar wist ook wel dat dit geen enkel effect zou hebben op de inzittenden van de alweer verder snellende auto.

Het waren weer een paar bewogen weken. Alleen dit moet me nog van het hart. Die arme arm van mij, ach, dat overleef ik wel weer. Degene echter, die de tortel aanreed (en ik weet zeker dat hij/zij het gemerkt heeft) daar ben ik echt boos op. Die dacht waarschijnlijk: och, het is maar een vogel, daar zijn er zoveel van, daar kan je er wel eentje van missen. Ja zeker, er zijn er veel van, zoals er ook een paar miljard mensen op deze aarde rondlopen. Daar kunnen we er vast ook wel eentje van missen. Totdat het jezelf betreft, die wordt aangereden, of een dierbaar familielid, die door een bom de lucht ingaat. Dan is die ene wel degelijk belangrijk, die gun je geen pijn en verdriet.

De mensen die Ben aanreden, stopten terwijl ze niet eens wisten dat ze schade hadden. Ze hadden, na de eerste schrik, ook belangstelling hoe het met Ben ging. En mijn vriendin en ik zorgden dat ze zo snel mogelijk verder naar het ziekenhuis door konden. We hebben, denk ik, de zaak met zijn allen zo netjes mogelijk afgehandeld. Zo kan het dus ook.


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk