Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
‘Hoewel het midden in de winter is zet ik de bloemetjes weer eens buiten’ aldus Udo.

Udo: ‘Bloeiwijzen zijn niet hetzelfde als bloemen………… Alle planten hebben een bloeiwijze, maar er zijn heel wat planten die het zonder bloemen moeten stellen. De varens zijn daarvan een voorbeeld, dat zijn planten die sporen vormen op de onderkant van hun, maar niet alle bladeren. Ook de mossen zijn sporenplanten, die voorzien zijn van hechtwortels waarmee ze zich vasthouden aan de plek waar ze groeien, dus ook aan steen of hout. Vocht nemen ze op met hun “blad”.’
‘Planten die bloemen vormen staan doorgaans op de grond, maar er is een grote groep van meest in de tropen voorkomende soorten die op schors, en soms zelfs op steen groeien. De wortels dienen ook als hechting aan hun groeiplaats en tevens (een beetje) voor opname van groeistoffen. Een orchidee neem haar voedsel ook enigszins op met haar blad maar vooral uit de grond waar ze in staat.’
‘De bloemen van planten hebben uiterlijk veel vormen maar dienen altijd voor de voortplanting. Er zijn mannelijke en vrouwelijke bloemen. Sommige planten hebben alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen en waarschijnlijk de meeste combineren mannelijk en vrouwelijk in een trosbloem, waarin een meestal geel gekleurde stof (stuifmeel) in pakketjes op steeltjes zitten en in het hart van de bloem een vruchtbeginsel zit met bovenop een iets kleverig plekje waarop het stuifmeel (van een andere plant van dezelfde soort de groei van een zaad veroorzaakt.’
‘De bevruchting van het vruchtbeginsel kan worden veroorzaakt door de wind die het in de lucht zwevende stuifmeel naar de bloeiwijze van een plant kan voeren: zo gebeurt het bij grassen en coniferen. Bij bloemplanten zijn het insecten die voor de bevruchting zorgen. Vooral behaarde insecten (zoals bijen) kunnen heel wat stuifmeel op hun lijfje hebben en weer doorgeven aan bloemen. Dat moet dus wel stuifmeel van dezelfde soort (of vrijwel dezelfde soort) bloemen zijn. Bijen is het vrijwel altijd te doen om de nectar, die in de bij wordt omgezet naar honing. De honing dient als voedsel voor de bijen, ook voor hun “kinderen”.’
‘Het bereiken van nectar is niet altijd even gemakkelijk, omdat er plantengeslachten zijn met bloemvormen die de nectar lijken te verbergen. In vlinderbloemen zitten daardoor vaak gaten, er in geknaagd om de nectar te bereiken. Hommels en sommige bijensoorten zijn de slimmerds die zo te werk kunnen gaan.’
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.