Katern

Vijandhond

‘Wil je dat ik vandaag je dag verpest, of wil je daar liever mee wachten tot morgen?’, vroeg echtgenoot T. We waren een middagje weggeweest en thuisgekomen had T. kennelijk iets opgemerkt. Het was een misselijkmakende vraag. Zeg je ja, dan is je dag verpest, en zeg je nee, dan is je dag ook verpest.

‘Kom er nu maar mee,’ zei ik, niet omdat ik tuk ben op onheilstijdingen, maar gewoon, omdat ik geen talent heb voor het omgaan met onzekerheid. Het ging om de vitrage. Aan de voorzijde van het huis. T. wees en ik keek naar de vitrage die op meerdere plekken nog net niet finaal in repen was gescheurd. Boos keek ik naar de hond, die zich van geen kwaad bewust al kwispelend bij ons had gevoegd. Want nieuwsgierig is ze.

Dat boze kijken doe je trouwens louter voor jezelf. Je weet natuurlijk dat het volstrekt zinloos is om de hond aan te spreken op iets dat zij allang vergeten is. Elkaar de schuld geven lag in dit geval ook niet erg voor de hand, omdat wij alle twee wisten dat de ander het niet gedaan kon hebben. We waren alle twee die middag niet thuis geweest.

Onder het genot van een glaasje wijn bedacht ik hoe ik de voren in de vitrage cosmetisch doeltreffend aan het oog kon onttrekken. De gaten dichtnaaien met de machine? Was bij nader inzien geen optie: ooit een stiknaad gezien halverwege de vitrage? En dan laat ik het op afstand al zichtbare garen nog buiten beschouwing. Bij het derde glaasje brak het licht door. Natuurlijk: plakband! Dat is ook transparant, net als de vitrage, en het camoufleert toch de rafels en de gaten.

Goed. T. moest er aan te pas komen: nergens een beginnetje te vinden bij zo’n rolletje plakband. En ik had er vijf in huis. Het is oude zooi, zei T, die rolletjes. Dan krijg je dat.
Opgewekt liep ik met het toch nog aan een rolletje onttrokken reepje plakband richting de vitrage. Natuurlijk plakte het niet en bovendien was het geen gezicht. Even overwoog ik nog een sessie met vitrage, strijkbout en plakband, maar onbewust wist ik allang dat ik mijn verlies moest nemen.

Restte de vraag wat de hond – een Roemeense kliko – had bezield om in de gordijnen te klimmen. Dat deed ze anders nooit. Toch was het antwoord vrij simpel: typisch een gevalletje van ‘vijandhond loopt in ons straatje’.

Ooit, ze was nog een pup, heeft de Drentsche Patrijshond, die in de straat achter ons woont, haar op het grasveld van het parkje ondersteboven gelopen. Zelden een pup zo horen krijsen. Sindsdien heeft ze zodanig de schurft aan vijandhond, dat ze regelmatig uit eigen beweging het huisadres van vijandhond bezoekt om daar een ordinair uitgevoerde blafserenade te beste te geven. Om nog maar niet te spreken over het kabaal als ze hem daadwerkelijk tegenkomt. Of de baas van vijandhond. Of zijn vrouw. Overigens trekt vijandhond zich niets van haar aan. Hij negeert haar compleet. Gelukkig.

Nee, dan Sjimmie, haar grote vriend. Sjimmie is een Schotse Collie, een Lassie hond. Zodra de hond een glimp denkt op te vangen van vriendhond, racet ze op volle snelheid op hem af, waarna ze al haar verleidingstrucs inzet om de aandacht van Sjimmie op zich te vestigen. Ze danst voor zijn kop op en neer, ze legt een pootje op zijn schouder, ze draait rondjes, ze snuffelt wat, om te besluiten met nog een keer een pootje op de schouder. Intussen houdt Sjimmie zich onledig met andere activiteiten. Hij negeert haar compleet. Sneu.


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk