Hier ben ik. Ik ben hier met mijn eerste column. Voor u. Ik schrijf voor het eerst op De Digitale Stad, maar woon voor de tweede maal in Nieuwegein. Ik ben terug. U heeft mij niet gemist? Niet gehoopt dat ik terug zou komen? Ik heb aan u gedacht. Aan wat ik u zou schrijven en wat u ervan zou vinden. Zeven maanden woonde ik in Utrecht. Nu ben ik terug, al leest u mij voor het eerst. Terug in Vreeswijk.Het is een mooie week om terug te komen. Een mooie week om te beginnen met het schrijven van een column. Het is immers een feestweek. Een traditie die zichzelf bewezen heeft. ‘Feestweek te Vreeswijk.’ Een tongbreker. Men zegt al snel ‘Vreesweek te Feestwijk.’ Men zegt al snel ‘Septemberdagen.’ Al klinkt dit minder mooi, het is wel waar. Wat ooit een week was is uitgebreid tot een maand. Wat ooit een kermis was, is uitgebreid met een HogeHakkenRace. Wat ooit een braderie was is nu een veelzijdige jaarmarkt. Wat ooit een pieremechocheltocht was, is nog steeds een pieremechocheltocht. Ik houd wel van tradities. Niet dat ik de pieremechochel direct een traditie wil noemen. Het zou zo maar één van de laatst aangeschafte feestelijkheden kunnen zijn (op de HogeHakkenRace na.)U leest het goed. We hebben langer een kermis dan een pieremechocheltocht. Had u dat gedacht? Voor de leek: men maakt ‘iets’ dat drijft en doet hiermee mee aan ‘de optocht der drijvende dingen’ door de Oude Sluis. Het is een passende activiteit voor een dorp zoals Vreeswijk. Haar sluizen, schipperskinderen en scheepvaartverleden: er was geen ontkomen aan die pieremechochel. Het mooist vind ik de ware zeevaarders die al zwemmend hun pieremechochel door de sluis voortduwen, of die hun schip zo prachtig gepapiermarcheed hebben dat het vlot halverwege haar zeevaardigheid verliest en zinkt. Ik ben voor de creativiteit en de zeemansliefde, niet voor de snelheid.Goed. 11 September is het zover: ik ben benieuwd. Dan de HogeHakkenRace. Een nieuwe traditie? Niet direct koppelbaar aan de historie van Vreeswijk, maar wellicht moet ik meer aan het heden en de toekomst denken. De hakken worden hoger, de doelgroep jonger. Ik kan me voorstellen dat men een leven lang plezier heeft van het vakkundig kunnen rennen op hoge hakken. Ik kan het niet. Elke nét gemiste bus word ik daarmee geconfronteerd. Kon ik het maar. Maar de functionaliteit van een activiteit maakt het nog geen traditie.Wat dan wel? De volhardendheid van de organisatie. Een groeiend aantal enthousiaste deelnemers. En misschien nog wel belangrijker: het plezier van de toeschouwer. Zolang mensen het willen zien, doen er mensen mee. Zolang men meedoet, wordt het georganiseerd. De geboorte van een nieuwe traditie. Of dit ook geldt voor de HogeHakkenRace? Dat zullen we volgend jaar zien.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.