SchrijversPen

Schrijfster Heleen van den Hoven woont al ruim dertig jaar in Nieuwegein. Onlangs kwam haar derde boek Het Tango algoritme uit. Toen haar kinderen nog klein waren, schreef Heleen De Troonladder en Losse tanden, enkele kinderboeken die spelen in de wijk Zuilenstein. Deze boeken zijn via onze webshop te koop.

Voor de lezers van De Digitale Stad Nieuwegein tekent ze wekelijks haar spinsels op met haar schrijverspen. Deze week: ‘In het Rietveld Schröderhuis.’

Heleen van den Hoven: Op maandagochtend 21 juni mag ik mijn werkplek inrichten in het Rietveld Schröderhuis in Utrecht. Eerst in het benedenhuis in een vrij lege kamer met een tafel en een zigzagstoel die heerlijk zit, omdat hij precies mijn maat is. Het eerste wat ik doe, is de stoel naar de andere kant verhuizen, zodat ik door het raam kan kijken. Ik zie het begin van de Laan van Minsweerd, waar ik jaren geleden gewoond heb. De Waterlinieweg kan ik niet zien, maar ik hoor hem wel achter de boomkruinen, het onophoudelijke geraas van autobanden over nat asfalt. In de tijd dat ik hier woonde, hielden we protesten vanwege het verdwijnen van bomen bij Amelisweerd. Eigenlijk is er in al die jaren niet veel veranderd.’

‘Op het verkeerslawaai na is de kamer een oase van rust. Er staat niets te veel, de wanden zijn grotendeels grijs en de enige kleur komt van de blauwe tafel, de rode vensterbank en een gele steunbalk die ik door het raam kan zien. De deelbare deur naar buiten is zwart en mijn handen jeuken om de bovenste helft open te doen.’

‘Het voelt of ik voor het eerst in een jaar alleen ben. Ik zit hier en adem, en kijk naar de regen. Onder het raam hangt een witte radiator van dikke horizontale buizen, zigzaggend heen en weer als een opengevouwen labyrint met aan de bovenkant de ingang en aan de onderkant de uitgang. Dat zigzaggen doet me aan de afgelopen tijd denken. Maanden waarin we ons leven langzaam recht vooruit leven, dan pas op de plaats maken, de andere kant uit, weer langzaam vooruit, tot de volgende gebeurtenis, omdraaien, doorlopen. Steeds opnieuw keren en doorgaan.’

‘Het regent gestaag op de Prins Hendriklaan. Voortdurend zoeven auto’s voorbij. Ik hoef niets vandaag. Ik mag hier zitten en door het raam kijken. Zelfs het geluid krijgt iets vertrouwds.’

‘Na twee uur verhuis ik naar de bovenverdieping, de eigenlijke leefruimte. Daar is meer licht en meer kleur. Rechte lijnen, overal ramen en achter de ruiten het groen van bomen. Het voortdurende verkeerslawaai door het open raam vraagt continu om aandacht, als omslaande golven op een kiezelstrand. Ik probeer het te negeren en ga aan de slag, zittend op dezelfde plek waar mevrouw Schröder altijd zat, zelfs op dezelfde Berlijnse stoel.’

‘Ik schrijf. Mijn hoofdpersoon hoort de golven van lawaai niet. Ze woont in een oud huis aan een dijk. Terwijl ik om me heen kijk, verander ik haar interieur. De oude meubels van haar ouders gaan eruit. Licht en ruimte wil ze, maar ook overzicht, zodat er niet iets onverwachts kan gebeuren. Ze gaat altijd op een plek zitten waar ze iedereen kan zien binnenkomen. In haar leven houdt ze van rechte lijnen. Haar wereld moet open en licht zijn, en toch overzichtelijk. Zo drukt het huis van Gerrit Rietveld en Truus Schröder toch zijn stempel op mijn volgende boek.’

‘Als ik na een korte filmopname voor het Centraal Museum vertrek, besef ik dat ik dit vaker wil. Ik weet wel een paar objecten in Nieuwegein die ik een tijd als werkplek zou willen hebben. Kijkend over de Beatrixsluizen bijvoorbeeld, of in de molen, of in een huis op de Lekdijk. En heeft iemand connecties bij het Theehuisje van Rijnhuizen?’

Schrijfster Heleen van den Hoven in het Rietveld Schröderhuis

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk