Rode veldjes, rode hoofden

Het was maar een klein opdondertje, dat hondje, maar hij kwam zo agressief op mijn honden afgelopen dat de schrik me om het hart sloeg. Ik zag niet zo gauw een baasje in de buurt en moedigde mijn honden aan rustig door te lopen. Mijn honden liepen aan de lijn en het opdondertje liep los. Dat is altijd een ongelijke positie en sommige honden kunnen daar niet tegen. En terecht, want de aangelijnde hond kan zich niet verdedigen.Een ongeschreven regel is dat je jouw loslopende hond niet af laat lopen op een aangelijnde hond. Veel mensen weten dat helaas niet en dat kan hele vervelende situaties opleveren. Daarom is een tweede ongeschreven regel dat je je eigen hond altijd binnen je gezichtveld houdt, zodat je kan ingrijpen als-ie naar een aangelijnde hond loopt.Mijn honden liepen gelukkig rustig door onder mijn aanmoedigingen, maar het opdondertje wilde ze maar niet met rust laten. Van achter mij hoorde ik iemand roepen en veronderstelde dat dit het baasje wel zou zijn. Inderdaad, toen ik omkeek zag ik een mevrouw. Alleen was ze even bezig haar andere hondje een poep te laten op een speelveldje voor kinderen dat aan de school grenst. Een rood veldje dus, waar honden niet mogen komen.Ik vroeg de mevrouw of ze haar hond bij zich wilde roepen. ‘Je ziet toch dat ik bezig ben’, pareerde de mevrouw. Ja, dat zag ik. Nogmaals vroeg ik haar haar hond bij zich te roepen en ook of ze hem gewoon even aan de lijn wilde doen. Maar daar had ze geen zin in, dus ze reageerde nogal narrig. Ik probeerde haar uit te leggen over loslopende honden die aangelijnde honden lastigvallen, maar wenste ze niet naar me te luisteren. Met opmerkingen als ‘hé men, beetje relaxed, men, doe niet zo opgefokt, men…’ sprak ze dwars door mijn uitleg heen.We waren niet op weg om vrienden te worden. En omdat we toch lekker aan het zeiken waren, deed ik ook maar een duit in het zakje, het was immers zo’n druilerige maandagmorgen: ‘en dat daar, waar jij middenop je hond liet poepen, is een rood veldje en daar mag je hond helemaal niet komen’. Zo’n opmerking is natuurlijk niet bevorderlijk voor een prettige voortzetting van het gesprek. Mevrouw gaf aan mij uit haar buurt te willen hebben, dus stelde ik haar voor dat ze een andere kant uit zou lopen. Maar daarin had mevrouw ook al geen zin. Ik heb er maar flink de pas in gezet en de eerstvolgende afslag genomen.