Perceptie en werkelijkheid

Het is al eens gezegd. Heel veel zaken betreffen ‘perceptie’, ofwel ‘waarneming’. Die zijn vaak belangrijker dan de werkelijkheid. Zo is vertrekkend wethouder Lubbinge een hele goede wethouder. Hij heeft maar één probleem: hij neemt veel te veel hooi op zijn vork. Vooral de gedeelde verantwoordelijkheden binnen het college bij van alles en nog wat, maakt dat hij meer voor zijn kiezen krijgt dan hij aan kan. Immers de actiefste persoon is altijd degene die de kastanjes uit het vuur moet halen. Dat begint al op de middelbare school, waar bij het in groepsverband leren werken onmiddellijk de enthousiaste hardwerkende leerlingen het meeste werk doen. De anderen vinden het – om wat voor redenen dan ook – meestal wel makkelijk zo. Ja, dat gebeurt in het college ook. Immers, niets menselijks is hen vreemd en de capaciteiten zijn ook verschillend. Dat is de perceptie, maar nu de werkelijkheid.De geschetste situatie voor de heer Lubbinge levert natuurlijk ook problemen op. Hij gaat soms een beetje te snel en soms blijft hij ook wat achter. Zo was hij er als de kippen bij om in de huiskrant van 21 september vragen te beantwoorden over bezuinigingen op personeel. Grosso modo was hij zeer geruststellend in zijn verhaal. Jammer is dat hij aan die geruststelling niet een paar voorwaarden verbond. Zo had het niet misstaan om tegelijkertijd aan te geven dat misschien een tandje harder werken straks noodzakelijk wordt en dat de noodzaak om van activiteit te wisselen en daarvoor opleiding te volgen ook wel eens wat vaker zou kunnen voorkomen. De perceptie is dat hij misschien een beetje voor zijn beurt praat. Hij zat dan ook in het werkgebied van de heer Van Randwijk die dit onderwerp van mevr. Breuer heeft overgenomen. Bovendien zijn op basis van alarmerende berichten uit den Haag sommige gemeentes wel degelijk begonnen met maatregelen te nemen. En daar blijft de heer Lubbinge nu zo te zien een beetje achter.Dat gebeurt vaker. Over de ontwikkelingen in Rijnenburg weten we eigenlijk tot op heden heel weinig. Daar horen we, behoudens wat speculaties in de krant, ook niet veel van. Dat noopt het CDA tot het stellen van vragen. Natuurlijk heeft de heer Lubbinge de antwoorden wel. De vraag is of hij tijd had om dat eerder met ons te delen. Hier is de onjuiste perceptie dat hij misschien wat informatie achterhoudt.Ook boeiend is het verhaal van een Utrechtse wethouder die vrolijk vertelt dat Utrecht Nieuwegein niet nodig heeft om een goede stad te blijven. Wat hem betreft blijft Nieuwegein lekker zelfstandig of woorden van gelijke strekking. Nu duren wethouders meestal niet lang en de tijd gaat snel. Dus wat er over zo’n 12 jaar gebeurt, kan ook geen mens voorspellen. De perceptie is; ‘Waar kletst die man over? Zou Nieuwegein bij Utrecht gevoegd worden?’ U kent het, waar rook is, is vuur. Nu weten sommige Nieuwegeiners dat ze in De Meern vooral klagen over het feit dat het bij Utrecht horen veel meer geld kost. De rest hoef ik u niet uit te leggen. Dat kennen we al sinds we Rijnenburg kwijtraakten, ook al om financiële redenen.Zo zijn er percepties over de Binnenstad, over het theater, over de Palmtorens (of het niet bouwen daarvan), over de gemeentelijke capaciteiten als het op onderhandeling aankomt, over het kappen van bomen, over het college enz. Deze onderwerpen hebben het voordeel dat iedereen er vrijelijk over mag denken en praten en het nadeel is, dat daarmee niets gezegd wordt. Maar dat maakt ze niet minder belangrijk. Het is een deel van de werkelijkheid.Zo publiceerde het AD een heel verhaal over Culemborg. Daar wordt ook nagedacht over de bezuinigingen die er onherroepelijk moeten komen. Opvallend is dat ze doorgaan met de verbouwing van theater en stadhuis. Maar de jaarlijkse subsidie voor het theater wordt gehalveerd in de loop van de tijd. Een dag daarna staat de krant dan vol van reacties van gealarmeerde inwoners en mensen die met het theater te maken hebben. Mijn perceptie is dat het college van Nieuwegein dat veel handiger doet.Het Nieuwegeinse theater krijgt straks een taakstelling. Dat wil zeggen: er wordt vastgelegd wat ze per jaar over moeten houden. Let op: daar zit de gemeentelijke subsidie al in verwerkt. De politiek in Nieuwegein vindt dat een goed principe, de VVD voorop. Mijn gevoel is dat ze er geen verstand van hebben. De zekerheid dat het theater de taakstelling haalt is niet groot. Dat gaat dan prompt toch weer extra geld kosten Maar, ik zei het al: ons college doet dat lekker handig. Perceptie? Werkelijkheid?