Katern

Kliko

Sinds vorig jaar heb ik een hond, een Roemeense kliko. Niemand weet wat er allemaal in zit, maar voor een eurootje of zeventig kun je in Engeland een DNA-test laten doen. Dan kom je zelfs te weten wie de overgrootouders waren. Ik vind dat niet nodig: kliko is een prachtig ras.

Misschien was het wel een impulsieve actie. Het nemen van een hond. Psychologen hebben allang uitgeknobbeld dat mensen pas achteraf een motief verzinnen voor hun gedrag. Er is niet zoiets als een logische volgorde: een gedachte, een overweging, een handeling en een uitkomst. Wat wij gaan doen heeft ons brein al voor we het weten behendig ingezet. Wie bepaalt eigenlijk wat we doen? Ap Dijksterhuis heeft hierover een mooi boekwerkje geschreven Het slimme onbewuste.

Hoe dan ook: ik voel toch de behoefte om – zeg maar achteraf – een stevig fundament te leggen onder het besluit een hond te nemen. Welaan: honden drijven je bij weer en wind de straat op en de bossen in. Voor je er erg in hebt, beschik je over een disciplinerende routine die je nooit voor mogelijk had gehouden: omstreeks dag en dauw loop ik me royaal ademend een frisse neus. Ik krijg ineens schik in de wisselende seizoenen en ik weet nu al bijvoorbeeld eerder dan de inmiddels vertrokken Erwin Krol dat de herfstkou in de lucht zit. Ik beweeg meer en iedereen weet hoe gezond dat is.

Wat meer is: het bezit van een hond leidt tot een fantastisch gevoel van saamhorigheid. Ik ben eigenlijk pas goed geïntegreerd geraakt in onze buurt sinds ik de hond heb. Om de haverklap word ik spontaan aangesproken door hondenbezitters, die mij ook meteen van alles over hun Bello vertellen. Meestal eerst iets leuks (Bello heeft nog nooit iemand gebeten) en daarna iets vervelends (Bello moet in de auto altijd overgeven).

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt, dat mensen die een hond hebben veel gezonder zijn. Mensen met een hond knappen trouwens ook veel sneller op na een hartinfarct. Wie een hond heeft kan rekenen op een lagere bloeddruk en een lager cholesterol gehalte dan hondsloze mensen. Dat komt omdat een hond aaibaar is en wie een hond aait maakt endorfine aan, een stofje waar mensen gelukkig van worden. Wie hardloopt produceert ook endorfine maar daar moet je je dan weer zo mateloos voor uitsloven. Overigens zie ik mensen die aan het hardlopen zijn nooit lachen en een groet kan er ook zelden af.

Verder is een hond altijd vrolijk. Zelfs als de baas even de vuilniszak buiten zet en direct daarna weer binnenkomt is de hond uitzinnig van vreugde. Honden zijn nooit boos en ze houden altijd heel erg veel van de baas. Honden hebben geen tijdsbesef. En daarom zijn ze het levende bewijs dat het mogelijk is om in het hier en nu te leven en gelukkig te zijn vooral met de baas onder handbereik.

Kortom: een hond is een uitkomst voor wie weinig beweegt, behoefte heeft aan onvoorwaardelijke erkenning, langer wil leven en sneller wil herstellen na een ingrijpende operatie.

Ik ben dus heel trots op mijn besluit, achteraf gezien. En mocht u nu ook heel veel zin krijgen in een hond: neem er een uit het asiel of anders uit een van de eurozwakke landen!

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk