Mijn dochter (Lucie) woont in Sao Paulo, de op vier na grootste stad ter wereld met bijna 18 miljoen inwoners en een heleboel honden. Zelf heeft ze ook een hond meegebracht: Koosje (foto van Koosje hieronder, als je op het fotocameraatje klikt), een mix tussen de eigenwijze Beagle en de eigengereide Cocker Spaniel. Koosje doet wel een beetje raar sinds ze in Sao Paulo woont. Vroeger in Amsterdam zat ze verlangend naar de deur te turen, hapte ze vol blijdschap naar de riem, danste ze over straat en flapperden haar hangoren in de krat voor op de fiets dat het een aard had.
Maar nu? Ooit van een hond gehoord, die zich abrupt van je afkeert als je haar uit wilt laten? Die zich als een zak muffe aardappels opzichtig in de mand laat vallen en dan gluiperig naar je opkijkt met zo’n kop van: ik lig hier toch best?
Er zit niets anders op. Bij de mand moet ik diep bukken, haar aan haar schouders overeind sjorren zonder dat ze ook maar iets meegeeft. Als ik haar voortijdig loslaat, ploft ze luid zuchtend van genoegen terug in de mand, languit.
Maar goed, als ze dan eenmaal zit, leg ik het tuigriempje uitnodigend voor haar neer. Toe maar Koos, eerst het ene pootje erin… (oké, dan doe ik het wel), en dan het andere pootje… (ja, als je het zélf niet doet). Als we op de lift staan te wachten, ziet ze eruit alsof haar laatste uur geslagen heeft, hangende oren, staart laag. Het valt me nog mee dat ze het niet op een janken zet. Eenmaal buiten schiet ze meteen in de plashouding om vervolgens met een scherpe hoek van 180 graden direct rechtsomkeert te maken.
Ter verdediging kan aangevoerd worden dat Koosje extreem goed geïntegreerd is, want de honderige gekkigheid kent hier geen grenzen. Ik praat u even bij.
Pups worden drie maanden binnengehouden uit angst voor besmetting met levensgevaarlijke bacteriën of andere uitgekookte sluipmoordenaars. Als de hondenkinderen eindelijk aan het design riempje naar buiten mogen, worden ze bij temperaturen van zo’n 25 graden dik aangekleed met een kek jasje en poezelige slofjes, want voor je het weet hebben ze een koutje te pakken.
Kleine hondjes worden bij voortduring door hun baasje opgetild zodra er een soortgenoot in beeld komt, zodat vrijwel alle kleine hondjes van de weeromstuit angstaanjagende kuitenbijtertjes worden.
Alle hondjes gaan wekelijks door de wasstraat van de trimsalon, een geldverslindende kwestie, maar Brazilianen houden van schoon en het oog wil ook wat. Daarom krijgt het zojuist gecoiffeerde diertje van moeder ook nog een knipje of een strikje in de pony, of in het oor, of in het kuifje bovenop het kopje of allemaal tegelijk. Waar moeder maar zin in heeft. En daarna gaat mama met de baby professioneel op de foto. Zo leuk.
Kleine hondjes mogen natuurlijk niet te lang lopen, dus als moeder naar het park gaat, mogen ook volwassen hondjes mee in de buggy en als mama twee hondjes heeft in de duo hondenbuggy. Maar soms vindt mammie het fijn om haar hondje in een kleurige draagzak tegen zich aan te houden.
Dus zo gek is het eigenlijk niet, dat Koosje niet naar buiten wil. Het kan heel goed zijn, dat ze zich plaatsvervangend schaamt. Omdat zij geen knipjes of strikjes in het haar heeft en zonder jas op blote pootjes de wei in wordt gestuurd. Of anders misschien wel omdat zij het ook geen gezicht vindt, die nuffige hondjes. Maar het kan natuurlijk ook zijn, dat ze stik jaloers is, omdat ze zeker weet dat die andere hondjes wél wat krijgen als ze bij moeder gaan bedelen en zij nooit. ECHT GEWOON NOOIT!
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.