Katern

Gratis

Zaterdag, 15 september, vaag zonnetje, graadje of achttien, lekker briesje uit diverse windrichtingen, kortom mooi weer om je fiets te parkeren op een plek, waarvan je niet zeker weet dat het mag.Gelukkig staan er veel meer van die ‘mag ik hier parkeren fietsen’. Nieuwegein is nog in de ban van de grote stadsvernieuwing en veel is er al, maar de fietsrekken zijn nog niet af. Vandaar.

Ik moet naar de schoenmaker, omdat mijn hond zijn tanden heeft gezet in de hakken van mijn onvervalste tweedehands Dries van Noten schoenen.En naar de Jumbo, omdat ze daar heel lekker niet-gesneden ovenbrood verkopen.

In mijn ooghoek zie ik – als ik mijn fiets op slot doe – een rij. Hij is er nog als ik opkijk. Ik heb altijd al iets met rijen gehad. Zoals elke rechtgeaarde Nederlander sta ik nooit in de goede rij. Daarom ga ik sinds oktober 2007 bij voorbaat in de verkeerde rij staan. Ik moet zeggen: het helpt niet, maar ik voel me er wel heel goed bij.

De mensen die samen een sliert vormen, maken een opvallend gelukkige indruk. Gezinnen, pubers, groepjes allochtonen, ouderen al dan niet met rollator of scootmobiel. Een mooie interculturele mix. De stemming is opperbest. Even dacht ik dat ik de eerste klanken hoorde van ‘we gaan nog niet naar huis’.
De rij werkt als een magneet. Argeloze voorbijgangers sluiten geruisloos aan: ze weten niet waarom, maar ze willen het niet missen. Waar gaat dit over?

Over ‘Subway’. Die zit al een tijdje op het nieuwe Stadsplein. Vandaag is de officiële opening en daarom mogen alle Nieuwegeiners gratis een broodje met een lengte van 15 centimeter komen afhalen. Dat van die 15 centimeter is een lokkertje: alle Subway broodjes hebben die lengte. Nieuwegein schoolt massaal samen bij de frivole banners, die Subway vrolijk in de wind laat wapperen.

Ik weet me te beheersen. Terug van de Jumbo stuit ik op een ouder echtpaar, dat op een stoepje zit. Ze hebben beslag weten te leggen op twee rijkelijk gevulde Subway broodjes; de man van het stel weet vast niet, dat er een flinke klodder mayonaise op zijn bovenlip zit.
Ik vraag.
Ze hebben ruim twintig minuten in de rij gestaan. Dat viel ontzettend mee. Het ging eigenlijk best wel snel, er was echt een hele goede sfeer in de rij, iedereen zag uit naar het gratis broodje.
Ik vraag.
Ja, ze zijn in de rij gaan staan, omdat ze toevallig net ‘honger’ hadden.

Ik kijk nog een keer. Inmiddels telt de rij zo’n zestig mensen, die voetje voor voetje vooruit schuifelen. Geregeld glipt er iemand met een gratis broodje naar buiten, sommigen houden de buit dicht tegen zich aan, anderen zijn uitbundig: ze strekken hun armen en showen hun broodje aan de massa. Er wordt gejoeld. Iedereen wil wel zo’n broodje. Wie wil er eigenlijk niet zo’n broodje?

Twee dagen later. Het is maandag, vaag zonnetje, graadje of achttien, lekker briesje uit diverse windrichtingen. Maar niets is hetzelfde. Nergens een rij. In Subway ben ik de enige ‘klant’. Eigenlijk ben ik helemaal geen klant, want ik wil
geen broodje kopen van 15 centimeter. Ik wil alleen maar weten hoe het was, zaterdag, met die rij.

Ik vraag.
Gulle antwoorden.
Zevenhonderdvijftig mensen zijn er geweest. Om half twaalf stond er al een enorme rij. En om half vijf stond er nog steeds een rij. En een bord: vanaf hier geen gratis broodje meer. Een geweldig succes, knallende kurken. Ze zijn er zelf ook verbaasd over bij Subway. Dat er zoveel mensen af zouden komen op een gratis broodje.

Zoiets kan alleen in Nederland.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk


1
WhatsApp de redactie met nieuws en beelden