Deel 1: Democratie en mandaatregelingen

Het Teeven-bonnetje lag voor het grijpen. En minstens een half dozijn topambtenaren waren daar in meer of mindere mate van op de hoogte. Aardige doofpot natuurlijk. De bewindslieden zouden de vindplaats niet kennen. Dat verbaast me niet wat Opstelten betreft. Die man dacht en sprak op hoofdlijnen en was vooral bezig dat voortdurend aan de pers uit te leggen. Teeven zelf verantwoordelijk voor een deel van het verhaal probeerde dat ook te doen. Maar het probleem ging niet weg en tenslotte kwam het verhaal uit! PvdA ambtenaar ligt het beentje van VVD staatssecretaris ?

Tot ziens heren, goede reis en blijf gezond. En probeer niet uit te vinden hoe het allemaal gekomen is. Dat lukt waarschijnlijk niet. Blijft wel de vraag hoe dat binnen de bureaucratie tot stand kon komen.

Verschillende ambtenaren moeten immers op de hoogte zijn en wie lekte er naar boven of naar beneden in de ambtelijke organisatie en tenslotte richting politiek en of pers? Dat moet toch te maken hebben met verantwoordelijkheid en misschien ook angsthazerij. Iemand moet namelijk opdracht krijgen om de voor het plannetje noodzakelijk stappen uit te voeren. En die iemand moet wat betreft de uitvoering gemandateerd zijn om die stappen te nemen. Misschien moest zelfs zijn of haar baas op een hoger niveau meetekenen. Tenslotte blijft de hamvraag wie de “stappen”moet controleren. Mandateren is een ding. Een grens stellen tot hoever dat mandaat gaat hoort daar ook bij.

Al denkende aan de kwaliteit van de betreffende organisatie, ontstond er bij mij ook een beeld van de gemeentelijke mandaatregeling en wat dat bijvoorbeeld binnen Nieuwegein kan betekenen.

Onze regeling dateert van eind 2015 en definieert de wettelijke grondslag, wie mandateert aan wie, plus bijzondere voorwaarden en toelichtingen waar noodzakelijk, inclusief voor sommige mandaten de maximale bedragen die in de betreffende activiteit betrokken kunnen zijn. Dat gaat zevenendertig pagina’s door. Zo te zien is werkelijk aan alles gedacht. Wat soms wat vaag schijnt is de controle. Zo te zien is die ingebakken. Want allerlei mandaten vallen tenslotte onder de controle van hogere wetgeving, maar wie daarmee de controle uitoefent, is mij als leek niet duidelijk. De provincie, Den Haag, ons college, zegt u het maar.

Wat opvalt is dat binnen het mandaat de betreffende personen eigenlijk vrij lijken te zijn. Dat mandaat geeft mogelijkheden en verantwoordelijkheid terwijl de controle zoals gezegd behoorlijk op afstand zit. Wat gebeurt er nu wanneer er fouten gemaakt worden. Er zijn voor inwoners en bedrijven vast wel klachten procedures. Maar in de praktijk zien wij inwoners toch soms gewikkeld in een taai gevecht om gehoord te worden en of de juiste informatie te krijgen. Daarbij is het spelen met woorden tussen procedure en feitelijke problemen een veel voorkomende kwaal. Ook als politici hebben we daar soms last van. Wat dan weer tot uitgebreide gedachtewisselingen leidt.

Dat is feitelijk verbazingwekkend. Het uitvoeren van taken kan ook fouten en vergissingen opleveren. De enige die nooit fouten maakt is waarschijnlijk diegene die niets uitvoert. Voor het maken van fouten hoeven we ons niet te schamen. Er voortdurend mee door gaan is wel een probleem. Wie is er gemandateerd om daar wat aan te doen!?

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk