Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (28)’

De vlag kan uit, begreep ik deze week: het ongrijpbare en voor de meeste stervelingen onzichtbare reproductiegetal was tot onder de 1 gezakt. Dat is heel goed nieuws. Dat betekent dat één mens minder dan één mens kan besmetten met het Corona virus.

Om dat gegeven een beetje kleur en context te geven: als ik in de Lidl boodschappen ga doen, is de kans dat ik besmet raak omdat iemand anders ook in de Lidl boodschappen doet, minder dan één. Alles moet dan meezitten. Mensen die mondkapjes dragen (-), mensen die looplijnen volgen (-) en mensen die dat allemaal wel willen, maar er vandaag toevallig niet aan toegekomen zijn (-). Bij de Lidl in Nieuwegein mogen we ondanks de Coronapiek onze karretjes weer zelf schoonmaken.

Het schijnt dat mensen volkomen ‘los’ gaan met koffie to go. Ik zie ze ook gewoon zitten met hun kartonnen bekertjes op City Plaza. Toch het idee dat je er even helemaal uit bent.

Dit weekend waren wij er ook helemaal uit, in Austerlitz. Als ik één tip mag geven: ga niet naar Austerlitz. Er was een koffie to go tent, het wemelde er van de wielrenners en de mountainbikers. En in de bossen was het ook druk. Met een wandelboekje van onze vriend, de routemaker, raakten we na 20 minuten alweer hopeloos verdwaald samen met een stel met drie kinderen die ook zo’n boekje hadden. En dan ben je heel blij, …dat het niet aan ons lag.

Ik ben nog niet in een tuincentrum geweest voor kerstspullen. Dat schijnt een favoriet  uitje te zijn. Lichtjes kopen en die lekker vroeg overal in Nieuwegein ophangen om het gezellig te hebben zonder elkaar.

En ik heb bijvoorbeeld ook nog geen legpuzzel gekocht. Die schijnen niet aan te slepen zijn. Er zijn dit jaar al tweemaal zoveel legpuzzels verkocht als in heel 2019. De relatie tussen corona en een legpuzzel is me nog niet duidelijk, maar er zijn vast wel analisten die dat straks in de kerstbijlage van kranten haarfijn gaan uitleggen.

Intussen vind ik het sneu voor alle kinderen die op 11 november met een lampion langs de deuren wilden gaan om verderfelijk snoep op te halen onder het aanroepen van Sint Maarten. Ook voor de ouders: je hebt geen idee op wie je je woede kunt koelen, omdat ons ‘weer iets afgepakt is’.

Mijn dochter had een indoor alternatief bedacht. Haar huis telt tien deuren. Mijn kleinkinderen mochten achter elk van die tien deuren een liedje zingen. En zij stond dan achter zo’n deur met steeds een andere outfit aan.

Natuurlijk: zij weten ook wel dat het steeds om hun eigen moeder gaat, maar als het om snoep gaat, doen ze niet moeilijk. Zo zijn kinderen, zo zijn wij eigenlijk allemaal als het om benefiets gaat.

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk