Katern

Bus

Ja, wij gaan altijd met de bus. Naar de wintersport. Daar kijken onze kennissen van op. Met de bus? Ja, met de bus ja. Dat is namelijk ontzettend handig, want je stapt in Nederland op, je gaat op je stoel zitten, je doet één volle nacht geen oog dicht en de volgende ochtend ben je lang voordat je hotelkamer klaar is op de plaats van bestemming. Maar voor het zover is heb je Maarheze. In een megakantine worden alle reizigers uit diverse windstreken bijeengedreven om daarna – bij de grote wissel – in de bus met de juiste bestemming te gaan zitten.

Vanaf mijn buitengewoon ongemakkelijke hoge kruk – alle behoorlijke stoelen zijn bezet – heb ik goed zicht op de krioelende menigte. Sommigen verdringen zich in een lange rij om een hap van bedenkelijke kwaliteit te bemachtigen (boerenkoolschotel), anderen houden zich onledig met slap ouwehoeren (jongeren) of met puzzelen (ouderen), maar over het algemeen heerst er een licht euforische stemming. Vakantie!

Of de jongelui die met ‘Dynamic’ reizen zich bij de entree willen melden. Het jolige meisje met de zuurstokroze slaapmuts, koket rugzakje en klembord, dat al bij binnenkomst in de hal de aandacht trok door heel hard ´hé, wat gezellig´ te roepen, blijkt de reisleider te zijn. Ze heeft er zichtbaar zin in. Even later staat er een groepje jongeren onwennig bij de deur. Een half uur later staan ze er nog. Het meisje met het felgele ski jack kijkt onzeker naar haar vriendje, dat ook niet goed weet hoe het nu verder moet bij die deur. Het jolige klembord staat er ook nog steeds. De sjeu is er een beetje van af. Dat komt ook, omdat er vertraging is. Een uur. Het wachten is op de bus uit Den Haag.

Er ontstaat wat onrust. Er trekt een karavaan van doelloos drentelende mensen door de zaal, sommigen dragen hun beddengoed inclusief het hoofdkussen van thuis in een grote plastic shopper. Een vrouw heeft alvast een zwart-wit geblokte deken om haar schouders geslagen.

Een opgeschoten puber van een jaar of zeventien loopt er wat verloren bij met zijn vaalgroene fleecedeken, waarvan de punt bijna over de grond sleept.

Tegen kwart voor acht komt de massa plotseling en zonder enig teken van buitenaf in beweging. Stoelen worden opzij geschoven, tassen, dekens en kussens worden onder de arm geklemd, het meisje dat eigenlijk veel te groot is voor haar royaal uitgevallen hondenknuffel en ook anderszins wat vreemd overkomt, geeft haar moeder drie zoenen op de wang.

Langzaam schuifelt men in het gedrang naar de uitgang, en de enkeling die nog zit, maakt nu ook aanstalten om zich bij de groeiende rij aan te sluiten.

Natuurlijk hebben we weer hele leuke chauffeurs. Dit keer heten ze Sjors en Hans en Sjors zit nu achter het stuur en straks gaat Hans rijden. Dat noemen ze een chauffeurswissel. Het chemisch toilet is een precair punt, en als we Sjors mogen geloven kun je nog beter op een rokende vulkaan gaan zitten.
Even denk ik dat we ditmaal verschoond blijven van het zogenaamde on board television program, maar nee hoor, is er altijd wel weer iemand die toch heel graag een filmpje wil zien.

Wij zitten helemaal achterin, we moeten het dus doen met het helse kabaal. Tot overmaat van ramp blijft de film halverwege hangen, zodat de chauffeur – net zo makkelijk – nog effe een verse opzet.

Als we compleet uitgewoond staan te wachten op onze bagage, die Sjors en Hans met een hinderlijke blijmoedigheid uit de bakken sleuren, weet ik een ding zeker. Ik barst van de slaap.


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk