Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?

De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?

‘Zo af en toe zie je in Nieuwegein een beestje op of in het struweel waarbij je denkt: Wat is dat dan? En laat het nu een soort vlinder zijn. Of een vlindermotje’ aldus Udo Tenge. Deze week: ‘Vreemde snoeshanen.’

Udo: ‘Er bestaat ook een hele groep van witte, gestippelde motjes in Nieuwegein. Stippelmotjes. Ze lijken allemaal op elkaar. Één heeft twee vlekjes, maar de rest is gestippeld vrijwel niet van elkaar te onderscheiden. De naam helpt ook niet: Kardinaalsmutsstippelmot, Meidoornstippelmot, Vogelkersstippelmot, ja hoor…’

‘Bij de vroege grasmot gaat het anders. Zij of hij heeft een uiterlijk dat eigenlijk typerend is voor grasmotten. Ze zit ook op een grashalm, zoals je dit kunt verwachten van een grasmot. Maar het blijft een raar insect. Met ogen als knoopjes. En wat doet zo’n beestje met zo’n borstelige mond?’

‘En dan bleek een soort spookachtig witte, gevederde fladderaar een motvlindertje te zijn en een andere, nogal verstokte, eh, dinges Is ook een motvlindertje. Hoe vliegt zo’n motje met die stokjes?’

‘Dat waren vreemde stippelmotjes, en motvlindertjes. Maar ook totaal andere insecten kunnen er anders uitzien dan wat ze eigenlijk zijn. Daarvan lijken er veel min of meer op een wesp, want veel wespensoorten hebben een zwarte of donkere kleur met gele strepen. En alle echte wespen eten andere insecten. Dus die nepwespen krijgen enige bescherming tegen hongerige wespen met hun gele strepen.’

‘Van al die nepwespen springt er een uit door er niet alleen uit te zien als een wesp, maar ook zo zich te bewegen: de Wespvlieg.’

‘Een wespvlieg lijkt een duidelijk herkenbare wesp en is geen wesp maar een zweefvlieg. Dit beestje lijkt niet alleen sprekend op een wesp, maar beweegt zich ook als een wesp. De twee voorpoten imiteren de antennen van een wesp en worden ook zo bewogen!’

‘Natuurlijk heeft de wespvlieg geen angel, maar het is de beste imitatie van bijvoorbeeld de limonadewesp. Dat zo’n vliegje zelfs de bewegingen van een wesp imiteert is heel apart. Gelukkig voor de wespvlieg zijn er geen wespen die anders soortige insecten zo goed kunnen nadoen.’

‘Het voorbeeld van die wesp toont aan, dat vlinders of vlindermotjes niet het monopolie hebben op vreemde verschijningen. Er zijn zelfs mensen die nachtvlinders genoemd worden.’