Neem de tijd om dit te lezen als u geinteresseerd bent in project wisselgeld. Hierbij de art. 42 brief door Trots verzonden op 3 oktober aan de voorzitter van de Gemeenteraad Nieuwegein, de Burgemeester, de heer F. Backhuijs. De eerder door Trots gestelde vragen in dit kader tijdens een raadsinformatieavond zijn nooit door de verantwoordelijke wethouder beantwoord. Waarschijnlijk logisch omdat de antwoorden niet zo simpel te geven zijn. Afdoen met de opmerking dat dit politieke vragen of technische vragen zijn. Bent u dat met hem eens? Of vindt u ook dat er nu eindelijk eens duidelijkheid en transparantie moet komen en dat u recht heeft te weten waar uw en mijn belastinggeld voor aangewend wordt?
Ook al kost het me heel wat moeite, als Trots zal ik alles blijven doen om de bestuurscultuur in Nieuwegein transparant te maken, ook als ik daar geen vrienden mee maak (echte vrienden heb ik buiten de politiek). De tendens is om alles te laten zoals het al decenia gaat. Geen invloed van burgers, bezwaren van burgers direct naar de prullenbak verwijzen, inspraak en draagvlak van onze lastige burgers niet interessant vinden, gewoon uw mond houden en belasting betalen . Het college zal wel beslissen wat goed voor u is. Bent u het met het college en coalitie partners VVD, CDA, PvdA en D66 eens? Neem dan niet de moeite om dit stuk verder te lezen.
Denkt u, ja daar heeft Trots een punt, neem dan de moeite om dit stuk over Wisselgeld te beoordelen en te lezen. Laat de gestelde vragen op u inwerken en bedenk er zelf de antwoorden bij. Zodra ik de antwoorden krijg zal ik ze op PEN publiceren. Ik hoop vurig dat ik hiermee transparant kan maken wat al bijna 3 jaar als zeer onduidelijk en troebel wordt geheimgehouden door de verantwoordelijken.
Ook zal ik het VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) informeren over de werkelijke stand van zaken om daarmee andere Gemeenten te behoeden deze doodlopende en kostbare weg te gaan volgen.
Voorzitter van de Gemeenteraad Nieuwegein
Postbus 1
3430 AA NIEUWEGEIN.
Nieuwegein, 3 oktober 2011.
ons nummer 2011-099
Wisselgeld vragen ex. Art 42
Mijnheer de voorzitter,
Opnieuw richt ik mij tot u in verband met de 15 vragen over project Wisselgeld, die ik op woensdag 28 september 2011 tevergeefs heb gesteld en over welke 15 vragen ik geen enkel antwoord mocht ontvangen. Mogelijk dat vragen van een oppositiepartij niet zo zwaarwegend zijn dan de vragen die door de coalitie partijen gesteld worden en die waarschijnlijk meer in de sfeer van het gevoerde beleid passen.
Omdat ik mijn vragen in samenhang met het rapport Projectvoorstellen Roma van het V.N.G. heb gesteld sluit ik als bijlage bij: de doelstellingen van Nieuwegein, welke in maart 2010 ten behoeve van het Platform Roma-gemeenten voor het VNG zijn opgesteld en wel tot en met blz. 10. Met het vriendelijke verzoek om deze bijlage ook aan mijn collega raadsleden te verstrekken, waarvoor mijn hartelijke dank. In mijn art.42 brief van 20 september 2011 onder mijn nummer 2011-095 heb ik een aantal vragen gesteld waarop ik een summiere en nietszeggende reactie ontving. Naar aanleiding van deze reacties heb ik met gebruik van het VNG rapport , tijdens de afgelopen raadsvergadering de hierna volgende 15 vragen gesteld zonder enige beantwoording. Ik stel ze daarom nogmaals door middel van een ex. Art. 42 brief:
Reactie op mijn vraag 1 van art.42 brief d.d. 20 september 2011, eindigt U met het volgende: ‘In afwachting van die discussie is geen uitvoering gegeven aan de organisatie van een raadsinformatiebijeenkomst.’
Mijn vraag 1: De discussie heeft inmiddels plaatsgevonden, dus mijn vraag wanneer wordt het vervolg in de vorm van een raadsinformatiebijeenkomst gehouden?
Reactie op mijn Vraag 2 van art.42 brief d.d. 20 september 2011, U vindt Wisselgeld positief en ook de resultaten noemt u positief in uw beantwoording. U geeft zelfs aan de resultaten verder uit te bouwen omdat de afgelopen jaren hebben bewezen dat het met succes aangepakt kan worden. U meldt ook dat streefcijfers over het bevorderen van schoolgang ruimschoots zijn behaald.
Mijn vraag 2: In uw VNG rapportage van maart 2010 onder punt 4 geeft u aan, dat op 1 februari 2011 50% van de 94 Roma dossiers bij leerplicht in behandeling is. Dus 50% van 94 is naar mijn mening 47 dossiers. Waarom praat u nu over 25, 26 of 27 dossiers waar u successen heeft behaald. Waar zijn de overige 20 dossiers gebleven die u bij het VNG gemeld heeft ??
Onder punt 2 van hetzelfde VNG projectvoorstel geeft u aan dat uw doel ondermeer is: het meetbaar maken van de resultaten ten aanzien van deze doelgroep.
Mijn vraag 3: Waarom lukt het u nog steeds niet om concreet op onze vragen in te gaan? Onder punt 3 Doelgroep. Praat u over : een speciale focus op Roma meisjes vanaf 12 jaar.
Mijn vraag 4 : Kunt u met droge ogen berichten welke resultaten u in deze focus doelgroep bereikt heeft?
Reactie op mijn Vraag 3 van art.42 brief d.d. 20 september 2011, In de beantwoording van deze vraag geeft u aan dat er nauw wordt samengewerkt en op een eenduidige wijze. De samenwerking kwam langzaam op gang. Samenwerking en inzet voor Wisselgeld over het algemeen goed ging. Met de bevestiging van de externe convenantpartners.
Mijn vraag 5 : Kunt u ons verzekeren dat er inmiddels een koppeling van computerbestanden heeft plaatsgevonden tussen de verschillende deelnemende organisaties en convenantpartners in project Wisselgeld??
Mijn vraag 6 : Vind u het niet logisch dat wij door middel van een informatiesessie door gerichte vragen aan de convenantpartners ons moeten kunnen overtuigen van de waarde van uw geruststellende woorden dat het allemaal uitstekend verloopt?
Reactie op mijn Vraag 5 van art.42 brief d.d. 20 september 2011, U praat hier in uw antwoord van een behoorlijke investering van 108.000 euro.
Mijn vraag 7 : Waar is de aanvraag van 345.000 euro belastinggeld gebleven die eerder noodzakelijk bleek?
De afgelopen jaren heeft project Wisselgeld al ruim 1,2 miljoen euro gekost. In uw VNG rapport onder punt 9 begroting, rept u over de inhuur externe advisering over een bedrag van 88.210 euro.
Mijn vraag 8 : Hoe kan het zijn dat dit bedrag al die jaren al veel hoger is uitgevallen, tot zelfs meer dan 1,2 miljoen euro?
Mijn vraag 9 : Hoe rijmt u het dat u in hetzelfde rapport onder punt 6 planning: duur van de inzet van de expert minimaal 1 jaar en daarna afbouwend naar een minder intensieve inzet?
Reactie op mijn Vraag 6 van art.42 brief d.d. 20 september 2011, U stelt dat uw rapportages waar mogelijk onderbouwd zijn met cijfers. En dat alle betrokken gemeentelijke afdelingen en een groot deel van de convenant partners input hebben geleverd.
Mijn vraag 10 : Waarom hebben niet alle convenant partners input en/of medewerking gegeven en op welke terreinen van de gemeentelijke afdelingen heeft u geen onderbouwde cijfers mogelijkerwijs kunnen ontvangen?
Reactie op mijn vraag 7 van art.42 brief d.d. 20 september 2011, U antwoord met: dat dit juist de kern is van de aanpak binnen Wisselgeld: gelijke rechten en plichten voor iedereen.
Mijn vraag 11: Wil dat zeggen dat u ook van mening bent dat project Wisselgeld eigenlijk onnodig is omdat: gelijke rechten en plichten voor iedereen gelden dus voor u en ik en alle burgers van Nieuwegein inclusief Roma?
Mijn vraag 12: Of blijft u van mening dat ondanks gelijke rechten en plichten voor iedereen, er toch voor de Roma een uitzondering gemaakt moet worden in project Wisselgeld?
Mijn vraag 13: Erkent u hiermee dat ondanks de inspanningen van de externe experts in de afgelopen jaren het ultieme doel om de uitvoerende ambtenaren en instanties op te leiden, om na de opleiding zelfstandig tot aanpak en uitvoering over te gaan, grotendeels in zijn vooropgestelde doelen zijn mislukt?
In uw reactie op mijn art.42 brief d.d. 20 september 2011, memoreert u ook dat: de leerplichtambtenaar slechts een beperkt aantal instrumenten in handen heeft om schoolgang te bevorderen en u noemt dan: huisbezoek, bemiddeling, verbalisering en het informeren van Sociale Verzekeringsbank ivm kinderbijslag. In uw ogen schijnbaar onvoldoende om voldoende daadkracht uit te kunnen stralen. In uw VNG projectvoorstel geeft u onder punt 1.5. Welke inzet is nodig om tot structurele verbetering te komen, het volgende aan en ik citeer: ‘Om uiteindelijk tot een structurele wijziging in de bestaande situatie te komen willen wij de inzet van de afdeling Leerplicht ten aanzien van de Roma doelgroep professionaliseren. Uitgangspunt hierbij is dat het met de reguliere inzet van de afdeling leerplicht ook mogelijk moet zijn om de complexe Roma dossiers op effectieve wijze te behandelen.’
Mijn vraag 14: Concludeert u hier met mij dat de afdeling Leerplicht na drie jaar intensieve training en hoge kosten van externe experts nog steeds niet op eigen benen kan staan en een permanente hulp van ingehuurde externen in uw nieuwe voorstel nodig blijkt te zijn?
Mijn vraag 15: Is daarom de truc om externe experts als vaste medewerkers aan te stellen geboren en daarmee niet meer te hoeven praten over extern ingehuurde specialisten maar gewoon te doen alsof ze deel uitmaken van het bestaande ambtenaren apparaat?
Mijnheer de voorzitter ik hoop echt dat ook deze vragen en antwoorden kunnen bijdragen aan een zorgvuldige afweging om project Wisselgeld kritisch te beoordelen en niet alleen vanuit het perspectief coalitie afspraken. Onder het motto, jammer maar we gaan gewoon door met of zonder aansprekend succes.
Ik betreur de gang van zaken enorm en in het bijzonder de tegenstellingen in de beweringen in de Raad, tijdens wijkbijeenkomsten en info sessies ten opzichte van de doelstellingen gedaan in maart 2010 voor het VNG.
Ik dank u voor uw aandacht en beantwoording van deze 15 vragen,
Met meeste hoogachting,
Jack Rijnders
Fractie Trots op Nederland, Nieuwegein.
HIERNA VOLGT HET PROJECTVOORSTEL ROMA DOOR DE GEMEENTE NIEUWEGEIN IN MAART 2010 ALS DOELSTELLING AANGEGEVEN VIA DE V.N.G. (VERENIGING NEDERLANDSE GEMEENTEN) OM ZOVEEL MOGELIJK DRAAGVLAK TE CREEREN BIJ ANDERE ROMA GEMEENTEN EN DAARMEE ZOVEEL MOGELIJK BELASTINGGELD OP TE HALEN BIJ HET RIJK.
Projectvoorstellen
Platform Roma-gemeenten
Maart 2010
1/37
Inhoudsopgave
Inleiding……………………………………………………………………………… 3
Projectvoorstellen…………………………………………………………………… 5
Gemeente Nieuwegein………………………………………………………………. 5
Gemeente ’s-Hertogenbosch………………………………………………………. 8
Gemeenten Enschede en Oldenzaal……………………………….……………. 14
Gemeente Veldhoven………………………………….………….……………….. 19
Gemeente Utrecht………………………………………..…………….…………… 22
Gemeente Capelle aan den IJssel……………………………………………..…. 24
Gemeente Ede…..……………………………………………………………….. 28
Gemeente Sittard-Geleen………………………………….……………………… 32
Gemeente Lelystad………………………………………………………………….. 35
Begroting………………………………………….……………….………………… 37
2/37
Inleiding
Op 8 oktober 2009 heeft minister Van der Laan tijdens het Algemeen Overleg (AO) Roma kinderen laten weten dat de ministeries van VROM/WWI en OCW in 2010 een bedrag van € 600.000, – beschikbaar stellen om de schoolgang van Roma kinderen te bevorderen. Tijdens de vergadering van het Platform Roma-gemeenten op 10 december 2009 is door de bestuurders en rijksambtenaren
besloten dat de platformgemeenten in aanmerking kunnen komen voor de rijkssubsidie. Hierbij is het van belang dat gemeenten die een projectaanvraag indienen aandacht geven aan de door het rijk gestelde randvoorwaarden.
Van de 12 platformgemeenten hebben 10 gemeenten een voorstel ingediend1. Dit zijn de gemeenten: Nieuwegein, ’s-Hertogenbosch, Enschede, Oldenzaal, Veldhoven, Utrecht, Capelle aan den IJssel, Ede, Sittard-Geleen en Lelystad. De gemeenten Oldenzaal en Enschede hebben een gezamenlijk voorstel gemaakt. De projectvoorstellen zijn de afgelopen weken door de ambtenaren en bestuurders van het platform besproken. De platformleden zijn van mening dat de randvoorwaarden van het rijk in de projectvoorstellen zijn gewaarborgd en dat de diversiteit aan voorstellen de gemeenten en het rijk de mogelijkheid geeft te onderzoeken welke methodieken en activiteiten tot goede resultaten leiden bij leerplichtige Roma kinderen in het algemeen en bij Roma meisjes in het bijzonder. Het platform hecht veel waarde aan onderlinge kennisuitwisseling en het documenteren van goede voorbeelden en is bereid om deze kennis te delen met externe partijen.
De projecten worden zoveel mogelijk ingepast binnen bestaand lokaal onderwijsbeleid en maken in een aantal gemeenten deel uit van een bredere integrale aanpak van de maatschappelijke problematiek van de Roma.
In slechts een enkel geval is de Roma gemeenschap betrokken bij de ontwikkeling van de projectplannen. Het platform is van mening dat het thema versterking van de leerplichthandhaving zich niet leent voor inspraak uit de doelgroep. De rijksfinanciering is immers in eerste instantie bedoeld voor de versterking van de gemeentelijke aanpak op dit terrein. Daarnaast is in de meeste platformgemeenten geen sprake van een representatieve vertegenwoordiging van de Roma gemeenschap en zoekt men vanuit de gemeenten nog naar een goede manier om de dialoog met de Roma inwoners te voeren.
In een deel van de bijgaande projectvoorstellen staat een versterking van de handhaving van de leerplicht centraal. Bijvoorbeeld door extra menskracht aan te trekken of op een andere wijze te gaan werken met de complexe doelgroep. De leerplichtafdelingen van de gemeenten zijn vaak niet of onvoldoende ingericht op het werken met Roma gezinnen die vrijwel allemaal onder de noemer multiprobleemgezinnen vallen. Doordat er in het verleden jarenlang van gemeentelijke kant vaak onvoldoende consequent en volhardend werd gehandhaafd is de doelgroep niet gewend aan uitvoering en handhaving van bestaande regelgeving. Hierdoor ontbreekt duidelijkheid en is er sprake
1 Lid van het platform zijn: Nieuwegein, Enschede, Oldenzaal, Veldhoven, Utrecht, Capelle aan den IJssel, Lelystad, Ede, Sittard-Geleen, Stein, ’s-Hertogenbosch en Amsterdam Zuid-Oost.
3/37
Van verworven “eigen” rechten en zorgmijdend gedrag. Angst voor het onbekende en de intimidaties/bedreigingen vanuit de doelgroep blijken veel meer van invloed te zijn op het handelen of het juist niet handelen van de professionals dan voorheen werd waargenomen.
De platformgemeenten streven ernaar om uiteindelijk alle Roma kinderen op school te krijgen en te houden. Dit zal echter stapsgewijs moeten verlopen, vanwege de complexe problemen en de geringe capaciteit. Vaak is een één op één benadering nodig. Vandaar dat er in de projectvoorstellen realistische (tussen)resultaten worden benoemd. In één jaar tijd is het niet mogelijk om langdurige achterstanden weg te werken en 100 % van de Roma dossiers te behandelen. Maar met de financiële impuls van het rijk kunnen we hier wel naar toewerken.
Zoals ook minister Van der Laan tijdens het AO al aangaf zijn de maatschappelijke vraagstukken van de Roma complex en is de problematiek hardnekkig. De platformleden vinden het daarom positief dat het onderwerp nu ook in politiek Den Haag op de agenda staat. De financiële bijdrage voor versterking van de leerplicht wordt door de platformleden gezien als een goed begin van een proces, waarin een integrale aanpak gericht op handhaving en zorg centraal staat en waarbij verdere ondersteuning van het rijk van essentieel belang is.
4/37
Projectvoorstellen
Gemeente Nieuwegein
1. Inleiding/aanleiding
1.1. Achtergrond
Naar aanleiding van de groeiende maatschappelijke problematiek rondom Roma inwoners werd op initiatief van de gemeente Nieuwegein eind 2008 landelijk steun gevraagd bij de rijksoverheid. Samen met andere Roma gemeenten werd een platform bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgericht. In dit nieuwe samenwerkingsverband werd verder gezocht naar landelijke erkenning van de Roma problematiek op lokaal niveau en naar concrete ondersteuning van het Rijk bij de integrale aanpak van deze problematiek. Tijdens een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer in september 2009 werd de thematiek rondom de Roma ook politiek op de kaart gezet en erkent dat gemeenten ondersteuning nodig hebben om tot een gerichte en integrale aanpak te komen. Vanuit de begrotingen OCW en VROM werd uiteindelijk financiering toegezegd aan de leden van het Roma platform om een onderdeel van de problematiek, namelijk de slechte schoolgang onder de Roma kinderen, beter aan te pakken.
1.2. Probleembeschrijving in Nieuwegein
Nieuwegein heeft naar schatting 400 Roma inwoners. De afgelopen jaren bleken de problemen van en met Roma inwoners van Nieuwegein ernstiger te zijn geworden. Eind 2008 concludeerde de gemeente samen met een groot aantal lokale maatschappelijke organisaties dat:
• De Roma gemeenschap ten opzichte van andere bevolkingsgroepen in Nieuwegein de grootste afstand tot arbeid, scholing en participatie heeft,
• Er binnen en rondom de Roma gemeenschap sprake is van toenemende problematiek als woonoverlast, criminaliteit, schuldenopbouw, uitkeringsafhankelijkheid en psychosociale en gezondheidsproblematiek.
• Het grootste deel van de moeilijk bereikbare multiprobleemgezinnen in Nieuwegein uit gezinnen met een Roma achtergrond bestaat.
• 30 jaar inspanning van gemeente en maatschappelijk organisaties niet hadden geleid tot een duurzame verbetering in de maatschappelijke positie van de Roma in Nieuwegein.
1.3. Huidige integrale aanpak
Vanwege de ernst en complexiteit van de problemen rondom de Roma koos de gemeente voor de ontwikkeling van een nieuwe integrale aanpak van deze problematiek. De basis van deze nieuwe aanpak wordt gevormd door de methodiek Wisselgeld. Wisselgeld startte in januari 2009 en richt zich gedurende een pilotperiode van drie jaar op de begeleiding van multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond. Hierbij is sprake van een integrale inzet: van preventie tot en met repressie. Van zorg tot en met handhaving.
5/37
Wisselgeld draait om de inzet van intermediairs die contact leggen met Roma gezinnen en de bij het gezin betrokken instanties. Zij stellen per gezin een plan van aanpak op en voeren hier regie op. Dit moet leiden tot een positieve verandering binnen het gezinssysteem en een professionalisering en betere samenwerking met/van de betrokken instanties.
De doelstelling van de integrale aanpak van de Roma problematiek is vijfledig:
• Verbeteren schoolgang
• Verminderen overlast
• Tegengaan armoede
• Tegengaan uitkeringsafhankelijkheid
• Terugdringen criminaliteit.
Om deze doelstellingen te bereiken investeert de gemeente € 400.000,- per jaar uit eigen middelen en versterkte hiermee haar eigen capaciteit. Naast de inzet van drie intermediairs en een operationeel projectleider werden ook de afdelingen Leerplicht en Werk en Inkomen versterkt met extra menskracht.
Daarnaast werd samenwerking gezocht met externe partnerorganisaties als de politie, het Openbaar Ministerie, Bureau Jeugdzorg, maatschappelijk werk, GGD en de Raad voor Kinderbescherming. De samenwerking werd halverwege 2009 vastgelegd in een convenant.
1.4. Kind en gezin centraal
Binnen de methode Wisselgeld staat het Roma kind en het gezin centraal. Onderwijs en scholing zijn de belangrijkste voorwaarden om verbetering aan te brengen in de participatie in de Nederlandse samenleving. In het Nieuwegeinse primair onderwijs werd de afgelopen jaren weliswaar een stijging waargenomen van deelname van Roma kinderen, maar in het voortgezet onderwijs werden nog weinig resultaten geboekt. Per 1 januari 2010 zijn er 94 Roma dossiers aanwezig in de bestanden van de afdeling Leerplicht. Hier zit ook de meest ingewikkelde groep in: de Roma meisjes in de leeftijd van 12-18 jaar. In Nieuwegein gaat er geen enkel meisje in deze leeftijdsgroep naar het regulier onderwijs.
Ondanks de start van de Wisselgeldmethodiek en de versterking van de afdeling leerplicht in het afgelopen jaar blijkt dat veel Roma kinderen in Nieuwegein nog steeds niet of zeer beperkt naar school gaan. De extra menskracht bij Leerplicht heeft weliswaar geleid tot tijdelijke vermindering van het aantal verzuimende Roma kinderen in het eerste halfjaar van 2009, maar bij de start van het nieuwe schooljaar 2009-2010 bleek er weer een terugval te hebben plaatsgevonden. Wel is er veel meer inzicht gekomen in de diverse dossiers en de multiproblematiek in de betrokken gezinnen.
Doordat er in het verleden jarenlang van gemeentelijke kant onvoldoende consequent werd gehandhaafd is de doelgroep niet gewend aan uitvoering en handhaving van bestaande regelgeving. Hierdoor ontbreekt duidelijkheid en is er sprake van verworven “eigen” rechten en zorgmijdend gedrag.
Angst voor het onbekende en de intimidaties/bedreigingen vanuit de doelgroep blijken veel meer van invloed te zijn op het handelen of het juist niet handelen van de professionals dan voorheen werd waargenomen.
We constateren dat er een zeer specifieke expertise en intensieve behandeling van de Roma dossiers noodzakelijk is om een duurzame verbetering tot stand te brengen. Het is schrijnend dat het de gemeente op dit moment onvoldoende lukt om de Roma kinderen het recht op onderwijs te garanderen, ondanks de extra inspanningen.
De oplossing ligt volgens ons echter niet in het zoeken naar meer extra reguliere inzet leerplicht voor de bediening van deze doelgroep. Met een aantal van 94 Roma dossiers en de wetenschap dat er een langdurige behandeling en monitoring van de dossiers noodzakelijk is om tot een duurzaam en effectief resultaat te komen is een tijdelijke hands-on methode niet de gewenste. Indien we de extra inzet na een jaar niet meer kunnen voortzetten kan een tijdelijke versterking zelfs tot negatieve effecten leiden. De schoolgang zal na de tijdelijke impuls weer verminderen en uiteindelijk zullen de kinderen weer onvoldoende deelnemen aan het onderwijs. De geschiedenis heeft ons dit al meerdere malen geleerd.
De gemeentelijke afdeling leerplicht heeft momenteel echter niet voldoende capaciteit en kennis van de doelgroep in huis om de zeer intensieve en complexe dossiers consequent en langdurig effectief te behandelen. Ook de ketensamenwerking rondom het bevorderen van de schoolgang blijkt intensief en tijdrovend: het integraal samenwerken heeft veel overleg en afstemming nodig met externe organisaties zoals Bureau Jeugdzorg, de scholen, het openbaar Ministerie en de politie.
1.5. Welke inzet is er nodig om tot structurele verbetering te komen?
Om uiteindelijk tot een structurele wijziging in de bestaande situatie te komen willen wij de inzet van de afdeling Leerplicht ten aanzien van de Roma doelgroep professionaliseren. Uitgangspunt hierbij is dat het met de reguliere inzet van de afdeling Leerplicht ook mogelijk moet zijn om de complexe Roma
dossiers op effectieve wijze te behandelen.
Hiervoor is het wenselijk dat zo spoedig mogelijk een onafhankelijke coach/expert wordt aangetrokken ter versterking van de afdeling in het komend jaar. Deze expert krijgt als belangrijkste opdracht mee om kritisch te kijken naar bestaande processen en werkwijzen en iedere medewerker zodanige tools en skills bij te brengen zodat er een effectieve en eenduidige, maar vooral ook plezierige manier van werken ontstaat met deze complexe dossiers. Hierbij kiezen we voor een learning on the job benadering: de expert zal ook als uitvoerend voorman/vrouw meewerken om de nieuwe werkwijze zichtbaar te maken en over te dragen.
Het gaat hierbij ook om het stimuleren tot doorpakken, waarbij de expert het operationele werkveld antwoord moet geven op het omgaan met slachtoffergedrag of intimidaties, zodat de uitvoerende professionals niet het gevoel hebben er alleen voor te staan.
Dit is echter niet genoeg. Gezien de complexiteit van de problematiek en de houding van Roma ouders cq de Roma gemeenschap is er meer nodig dan de inzet van een expert/coach binnen de afdeling leerplicht. Bijvoorbeeld: de belangrijkste reden voor het verzuim onder Roma meisjes boven de 12 jaar ligt in de opstelling van de ouders/gemeenschap. Omdat de meisjes zich binnen de Roma tradititie vanaf deze leeftijd moeten voorbereiden op het huwelijk willen de ouders ze zoveel mogelijk thuis houden en niet met jongens in contact laten komen.
7/37
Het is al vaker gebleken dat men niet kan insteken op één probleem binnen de muitproblematiek zonder ook op andere terreinen een investering te doen. Het is van groot belang dat de directe omgeving van het kind ook meebeweegt. Als je alleen de schoolgang aanpakt dan zal je direct uitkomen op problemen op andere leefgebieden.
Er is invloed nodig om de verantwoordelijkheid van de ouders en de Roma gemeenschap aan de kaak te stellen. Bij soortgelijke problematiek wordt de invloed en inzet vanuit de eigen gemeenschap cruciaal geacht. Nieuwegein is er echter nog niet in geslaagd om een dergelijke ingang binnen de eigen gemeenschap te vinden. Hoewel er veel contacten op gezinsniveau zijn sinds de start van de Wisselgeldmethodiek is de gemeentelijke informatie- en onderhandelingspositie nog onvoldoende om een positieve mentaliteitsverandering tot stand te brengen en echte participatie van de Roma, zowel jongens als meisjes, op gang te brengen.
De expert zal op dit onderdeel ook ingezet worden en een ingang binnen de Roma gemeenschap moeten creëren. De expert zal de Roma gemeenschap aanspreken op haar eigen verantwoordelijkheid (met name waar het gaat om de schoolgang van Roma meisjes) en de gemeente in contact brengen met de gemeenschap om zodoende samen te werken aan een verbetering in de participatie in het onderwijs. De expert werkt hierin nauw samen met de intermediairs die binnen het project Wisselgeld zijn aangesteld.
2. Doel van het project
Lange termijn: De inzet van de expert moet bijdragen aan de verbetering van de schoolgang van Roma kinderen in Nieuwegein.
Korte termijn: De inzet van een expert moet bijdragen aan:
• een effectievere en efficiëntere inzet van de afdeling Leerplicht met betrekking tot de Roma dossiers
• het oppakken en afronden van een aantal Roma dossiers
• het meetbaar maken van de resultaten ten aanzien van deze doelgroep
• het verbeteren van de gemeentelijke contacten met de doelgroep.
3. Doelgroep
De inzet van de expert richt zich op de ambtenaren van de afdeling leerplicht.
Achterliggende doelgroep bestaat uit de leerplichtige Roma kinderen in Nieuwegein, met een speciale focus op Roma meisjes vanaf 12 jaar.
4. Verwachte resultaten
• Op 1 februari 2011 is 50% van de Roma dossiers bij Leerplicht in behandeling (van het totaal van 94 dossiers op 1/1/2010).
• op 1 februari 2011 is er een plan van aanpak/procesbeschrijving vastgelegd, waarin concrete handvatten worden geven voor het duurzaam vasthouden van een nieuwe werkwijze ten aanzien van de Roma kinderen.
8/37
5. Aanpak/Activiteiten
• Analyse van de huidige situatie
De expert start intensief (minimaal 5 dagdelen per week) en maakt eerst een analyse van de huidige werkwijze/processen. Dit gebeurt o.a. door gesprekken te voeren met het afdelingshoofd en de coördinator Leerplicht, de programmaleiding Wisselgeld en de betrokken uitvoerende collega´s. Ook met de ketenpartners (scholen, Bureau Jeugdzorg, politie, OM, Raad v. Kinderbescherming) wordt gesproken. Daarnaast worden dossieronderzoek gedaan en relevante beleidsstukken, afdelingsplannen, best practices uit andere gemeenten e.d. bestudeerd.
• Advies
Op basis van deze informatie zal uiteindelijk een eerste advies uitgebracht worden aan het afdelingshoofd Leerplicht en de programmaleiding Wisselgeld en zal er een plan van aanpak worden opgesteld met verbeterpunten en een tijdsperiode om deze verbeterpunten uit te voeren.
• Coaching
Vanaf de start zal de expert ook een coachende rol vervullen richting unitcoördinator en uitvoerende leerplichtambtenaren. Dit doet de coach ook door daadwerkelijk mee te werken in de behandeling van de dossiers.
• Ingang binnen de Roma gemeenschap
Daarnaast zal de expert ook een ingang creëren binnen de Roma gemeenschap zodat de doelgroep effectief aangesproken wordt op de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de schoolgang van kinderen in het algemeen en de meisjes in het bijzonder.
6. Planning
• Start bij voorkeur rond 1 februari 2010 of anders zo spoedig mogelijk na goedkeuring van het projectvoorstel.
• Duur van de inzet van de expert: minimaal 1 jaar.
• In beginsel zal de expert ingezet worden voor 5 dagdelen per week voor analyseperiode, daarna afhankelijk van de aanbevelingen afbouwend naar een minder intensieve inzet.
7. Duurzaamheid/vervolg
De opbrengst van de tijdelijke inzet van een expert bij de afdeling leerplicht wordt geborgd doordat de hij of zij een plan van aanpak zal ontwikkelen waarin concrete handvatten worden geven voor het duurzaam vasthouden van een nieuwe werkwijze ten aanzien van de Roma kinderen. De
leerplichtambtenaren worden daarnaast een jaar gecoacht door de expert en zullen naar verwachting daarna hun nieuwe vaardigheden zelfstandigheden toe kunnen passen in hun reguliere werk.
8. Monitoring/rapportage
De tussentijdse resultaten van de inzet van de expert zullen worden gemeten en als onderdeel van de reguliere halfjaarrapportage van de gemeentelijke integrale aanpak Roma problematiek worden opgenomen. De VNG ontvangt een half jaar na de start van het project een eerste tussentijdse
rapportage en na afloop van het project een eindrapportage. De rapportage zal ook ter beschikking worden gesteld aan het VNG platform Roma gemeenten ten behoeve van de onderlinge kennisuitwisseling.
9/37
9. Begroting
De kosten van de inzet van de expert baseren wij op een gangbaar tarief voor de inhuur van externe
advisering. Kosten adviestarief: € 138 per uur.
20 weken inzet van 20 uur per week (5 dagdelen) € 55.200, –
20 weken inzet van 12 uur per week (3 dagdelen) € 33.120, –
Totale kosten: € 88.320, – (inclusief BTW)
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.