Katern

Meeting

Oegandesen blijken heel goed te zijn in meetings. Op mijn eerste volledige werkdag heb ik er meteen twee, maar dat wist ik niet van tevoren, want Oegandesen zijn ook heel goed in iets ‘buiten je om organiseren’. ’s Morgens is er een meeting met de volledige staf van het Kabwohe Clinical and Research Center (KCRC) in aanwezigheid van de minister en wel om 8.30 uur. Om 11 uur opent de minister de meeting: ‘sorry we started too early.’ Gelach. De minister kan wel een potje breken. Als arts en architect van gezondheidsvoorzieningen en sinds mei ook nog minister van Volksgezondheid is hij de held van dit district.

Hij licht mijn aanwezigheid toe, denkt overigens dat ik in amper 7 werkdagen de wereld van de ouderen en omstreken kan veranderen, en vindt en passant dat ik zelf ook een lichtend voorbeeld ben voor de vitaliteit van ouderen. Ik mag mezelf introduceren en krijg een hartelijk applaus.
Vervolgens laat de minister heel veel woorden uit zijn mond vallen, voor er – zoals altijd aan het einde van elke meeting – vragen gesteld mogen worden.

Mijn opdrachtgever, dr. Rogers, gebaart dat ik nog even moet blijven zitten. Er is namelijk een comité gevormd dat mij gaat ondersteunen, zo’n 6 man in totaal. Van dit comité heb ik naderhand nooit meer iets gehoord, maar op dat moment klinkt het veelbelovend.
Frank blijft nog even na. Hij is fysiotherapeut en een fervent voorstander van massage, stoombaden en aromatherapie. Ouderen met pijnklachten knappen daar enorm van op, vooral omdat de bloedvaten én de botten er soepel en flexibel van worden. Verder ziet hij goede resultaten van heet- water-baden en het inhaleren van stoom bij mensen met dementie, vooral in combinatie met geuren.

’s Middags – ik zit koud weer achter mijn bureau- gebaart Godwin, mijn begeleider, dat ik mee moet naar een meeting bij Icobi (welzijnsorganisatie), waarvan de minister voorzitter is en dat huist in het grote gebouw naast KCRC. Ik mag meteen aanschuiven bij de lunch: African tea (kant en klare thee met melk en suiker), een onbelegd uitgedroogd wit kadetje en een banaan.

Gezeten aan de hoofdtafel bij de minister lees ik mee met de notulen van 17 en 21 augustus, die me ijlings ter hand zijn gesteld en in een senioren tempo door de secretaris worden behandeld.
Vanuit mijn ooghoek valt mijn oog op de minister, die waarschijnlijk per ongeluk – dat hoop ik tenminste maar – buitengewoon merkwaardige opschuddende bewegingen met zijn buik maakt.
Ondertussen stelt de minister me persoonlijk voor aan alle aanwezige ouderen in de zaal, met wie ik schijnbaar een aparte band heb. Ik steek joviaal mijn hand naar ze op.
De minister fluistert, dat ik niet langer hoef te blijven. Voor het fatsoen blijf ik nog tien minuten zitten.

Daarna val ik in handen van Godwin. Hij wil me het stadje laten zien, me wegwijs maken en beltegoed kopen. Hij is op een nadrukkelijke manier heel erg aardig.
Voor we richting stadje gaan, neem ik afscheid van mijn opdrachtgever, dr. Rogers, die alvast aan het weekend gaat beginnen en die pas de volgende donderdag weer opduikt wegens de reparatie van een kapotte bril.

Tenslotte is er ’s middags nog een ingelaste meeting met zes achterblijvers van de tweede meeting. Over ouderenzorg. Die er niet is in Oeganda. De drie jongeren zijn optimistisch, komen met suggesties en ideeën. De oude wijze mannen geloven er niet in, het ontbreekt aan politieke wil, aan leiderschap en vooral aan geld.
Terug op kantoor komen Godwin en de hoofdzuster nog eens langs, het is half zes. Ik ben moe, ik word oud.


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk