Katern

‘Laten we het vakantie noemen’

Ik heb vakantie. Herfstvakantie. Een week vol vallende blaadjes, woeste wind en chocolademelk. Een week vol “Dingen Die Allang Hadden Moeten Gebeuren.” Ik moet naar mijn oma, naar de apotheek, de bibliotheek, mijn ogen laten testen, een vloer kopen en verf en meubels. Ik moet naar Antwerpen met vrienden, en naar Euro Disney met familie. Ik moet heel veel leuke dingen doen, en dat moet allemaal in één week. Het is onvermijdelijk dat er mensen boos op me worden. “Je hebt toch herfstvakantie? We zouden toch…” Ik heb en ik zou, maar voor nu zit ik op een rood bankje in het gemeentehuis, te staren naar een wit briefje in mijn hand. Nummer C177.Ping. Ik kijk weer naar het briefje. Nog steeds nummer C177. Vandaag vraag ik een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) aan. Mijn werkgever wil weten of ik niet stiekem ontucht heb gepleegd met minderjarigen, dan wel bijzonder agressief van aard ben jegens ouderen dan wel dieren. Daarnaast mag niet blijken dat ik ooit iets gestolen heb. Het is vreemd. Ik weet natuurlijk beter dan enig ander wat ik wel en niet gedaan heb, maar ik begin toch te twijfelen. Ping. Nog steeds nummer C177. Ik weet niet waarom ik angstvallig mijn nummer blijf checken. De vrouw achter balie twee maakt me nerveus. Ze draagt een rood sjaaltje. Ping. Nummer C177. De vrouw draait aan haar linker oorbel. Ping. C177. Ping. C177! Ik mag. Ik moet. Balie twee.Dertig euro armer en een formuliertje rijker, sta ik weer buiten. Ik mag nog twee tot vier weken wachten op mijn VOG. Ik twijfel of ik toch niet ooit een moord verdrongen heb. Voor nu sms ik mijn moeder en ga samen met haar en mijn broer lunchen in De Grote Stad. Dat kan ná het inleveren van mijn boeken bij de bibliotheek, en vóór het boodschappen doen. Klaarblijkelijk ben ik niet de enige met herfstvakantie. Het is dinsdag maar de straten zijn vol, de winkels voller en de trams volst. Een ouder echtpaar is verbolgen. “Is het spits én vakantie: zetten ze maar één wagon in!” Ik kan niet anders dan ze gelijk geven.Deze tram is te vol om gezellig te noemen. Mensen klauteren over elkaar heen, een teckel komt in verdrukking tussen de vele voeten, en mensen blijven meewillen terwijl dat allang niet meer kan. Het zweet staat de grote winterjassen op het voorhoofd. We zijn boos en moe en willen dat niet zijn want we hebben vakantie en dat is leuk (Leuk is het! Leuk!). Als een man met ingepakte kapstok haast een buggy de tram uit stoot, wordt het me bijna teveel. Maar ik houd me in. Ik heb een VOG om aan te denken.


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk