De reis

Als de zon bijna ondergaat, vind ik mezelf terug op een bankje. Een eindje verderop zit een groep Israëlische jongeren op het gras. Het valt me op dat het vrijwel allemaal meisjes zijn. Hoewel het druk is op en rond de parkeerplaats, dringt dat nauwelijks tot me door. Teveel impressies, teveel emoties. Mijn stilte is een stilte diep van binnen, het einde van een reis die 35 jaar geleden begon.Samen met de kinderen zijn we ’s morgens vroeg vertrokken vanuit een bergdorpje in het Reuzengebergte in Tsjechië. Over wegen die soms zo vol met kuilen en barsten zijn dat de auto gevaarlijk heen en weer slingert. Over de Poolse grens, op weg naar het zuidoosten. Polen is weliswaar inmiddels lid van de Europese Unie, maar de grensovergangen worden nog steeds niet aangegeven.In de stad Gliwice kom je dan opeens een anachronisme tegen. Midden tussen grauwe en grijze woonkazernes en soms ook bouwval, die hier de naam huis niet zou verdienen, verreist opeens een filiaal van Tesco. Groter dan vrijwel alle warenhuizen die je hier in Nederland vindt. Wat mij betreft een duidelijk en helder signaal, maar niet noodzakelijk een signaal om vrolijk van te worden.De reis gaat verder, tot in de buurt van Katowice. Daar verlaten we de snelweg en gaan verder over binnenwegen. Langzaam maar zeker naderen we ons doel: Auschwitz en Auschwitz – Birkenau. Tegenover de parkeerplaats bij het kamp vind je restaurantjes en pizzeria’s. De inwendige mens moet ook verzorgd worden. De angst slaat me om het hart. Ik ben bang dat dit unieke monument inmiddels het slachtoffer geworden is van de voortschrijdende commercie, zelfs hier in een uithoek van Polen. Mijn angst is over zodra ik het kamp binnenga. ‘Arbeit macht frei’, de tekst die ik al zoveel gelezen en gezien heb. Nu loop ik onder die poort door en word ik getroffen door orkaan aan emoties.De bijna serene rust in het kamp is overweldigend. Je hoort je voetstappen knerpen op het grind en je ontkomt niet aan al die beelden die je een leven lang verzameld hebt. De moed, de waanzin en het verdriet van meer dan 60 jaar geleden is er nog, in alle hoeken en gaten van de bewaard gebleven barakken en gebouwen. We bezoeken één van de gaskamers en crematoria. Het maakt meer dan diepe indruk op ons.We gaan op zoek naar de Nederlandse expositie in de Italiaanse barak. De behoefte om te praten verdwijnt. Stilte is passend. Onderweg komen we langs Block 11, het dodenblok. De plek waar, voor de Endlösung, oneindig veel mensen gedood werden. In één van de cellen is een figuur in de muur gekrast. De figuur van Jezus, de laatste reisgenoot op weg naar een onafwendbare dood.In de Italiaanse barak vinden we inderdaad de imposante Nederlandse expositie die eindigt met een aantal indrukwekkende panelen met daarop de namen van meer dan 57.000 Nederlanders die de dood vonden in Auschwitz. Maar de Italiaanse bijdrage is wat me raakt als een mokerslag. Zonder woorden. Met alleen tekeningen, gemaakt in het kamp, eert Italië de nagedachtenis aan alle slachtoffers. De boodschap is kristalhelder. Kunst, cultuur en vooral respect verzameld in onovertroffen eenvoud.Het kan toch niet zo zijn dat we de boodschap nog steeds niet willen begrijpen?Afrodite

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk