Bij de afgelopen vergadering van de commissie ABZ heeft het ‘Rampenbestrijdingsplan (dreiging) Dijkdoorbraak Krimpener- en Lopikerwaard (Dijkkring 15)’ voor de commissie voor kennisname ter inzage gelegen. Tijdens de vergadering heeft een van de medewerkers van de Veiligheidsregio Utrecht een toelichting gegeven op dit rampenplan en heeft de commissie hierover vragen kunnen stellen.Het gaat dus over het voorkomen van overstromingen in en nabij Nieuwegein en als het dan toch gebeurt, het beperken van schade aan de inwoners, hun bezittingen en hun leefomgeving. Een eventuele evacuatie hoort daarbij. De kans dat er in de buurt van Nieuwegein een dijk doorbreekt, is volgens het rampenplan niet zo groot. Er bestaat in de buurt van Nieuwegein slechts een kans van één keer in de tweeduizend jaar dat hier een dijk doorbreekt. Nauwelijks aanleiding om je zorgen te maken, toch? Behalve wanneer dit volgend jaar is. Want zo zit dat met kansrekening.Het rampenbestrijdingsplan is een lijvig document, zoals u zich wel kunt voorstellen. Wie, net als wij, dit plan eens goed op zijn merites bekijkt, moet, net als wij, toch ook een wat onbehagelijk gevoel krijgen bij het lezen van de plannen als het misgaat: bij een doorbraak dus. Per regel in het plan kunnen we woorden als ‘coördineren’, ‘coördinator’ en ‘coördinatie’ tegenkomen. En als die het niet zijn, dan is het wel ‘liaison’. Dat betekent ‘verbinden’ in de zin van ‘praten met elkaar’. Dus als de dijk dan een keer in de tweeduizend jaar doorbreekt, dan coördineert en lieert de overheid zich met man en macht te pletter om u en ons op het droge te krijgen.Wij vinden dat allemaal nogal vaag. Wij hebben tijdens de vergadering van ABZ dan ook vragen hierover gesteld aan de portefeuillehouder. Wie heeft er nu de leiding en wie hakt er knopen door? Zijn er deelplannen, scenario’s, operatieorders en dergelijke? Wordt dit ook beoefend, al dat gecoördineer? Wat zijn de ervaringen opgedaan bij dit soort oefeningen?De antwoorden van de portefeuillehouder hebben ons niet echt gerustgesteld: “Ik ga er vanuit dat er een leiding van boven zal plaatsvinden”. En op alle bestuurlijke niveaus zijn er ….. ….. coördinatieteams. Dat is een hele geruststelling; dat zit dus écht wel snor. Maar ja, de kans dat het écht gebeurt, is dan ook maar één keer in de tweeduizend jaar. Wie dan weer leeft, ……! Wij als VVD vinden dat bij rampen plannen, structuren, verhoudingen en communicatie geregeld en helder moeten zijn; wij zullen dan ook hierop blijven aandringen.Dit wat betreft het coördineren van de coördinatie door coördinatoren en het liëren hiermee; nu dan het Historisch Genootschap. Vorige week ben ik aangesproken door een inwoner van onze stad. Hij heeft de handelingen van de raad op het Raadsinformatiesysteem beluisterd en hij wil van mij weten wat ik heb bedoeld tijdens mijn korte woordenwisseling met de heer Reusch tijdens de behandeling van de Najaarsnota 2007 in december. Ik heb toen gezegd dat hij in het verleden leeft en altijd met verhalen uit het verleden komt.Allereerst een compliment aan deze geïnteresseerde inwoner; dit heb ik hem gelijk al gemaakt. Dat hij de moeite neemt om alles wat wij in de raad bespreken nog eens te beluisteren. Dan de vraag zelf. Ik ben natuurlijk nog maar een beginneling wat de raad betreft, maar ik kan me soms niet aan de indruk onttrekken dat ik bij de deliberaties van een Historisch Genootschap ben beland, in plaats van in een bestuursorgaan. Discussies gaan vaak over zaken, die in het verleden hebben gespeeld, besluiten uit het verleden, personen uit het verleden en met name uitspraken uit het verleden; over vroeger dus. Mij bekruipt dan het gevoel: “Vroegâh was alles andars en zeikâh beitâh!”Natuurlijk moet je ook in de gemeenteraad enig historisch besef hebben, maar besturen doe je voor de toekomst. Er is niet voor niets het gezegde: “Regeren is vooruitzien!” Zelfs die oude Nederlanders hebben dit al in de gaten gehad. Beleid is niet in steen gehouwen, niet in beton gegoten. Nieuwe en gewijzigde situaties en nieuwe mensen hebben invloed op het beleid. Wij zullen ervoor moeten zorgen dat het beleid klaar is voor en gericht op de toekomst. We moeten nieuwe en frisse ideeën oppakken, omarmen, koesteren en geschikt maken voor uitvoering. Als we dan als Historisch Genootschap aan het verleden blijven hangen, is dit gedoemd te mislukken: initiatief en creativiteit neergesabeld.Af en toe achteruitkijken mag dus wel, maar de blik moet vooruit gericht zijn: gereed voor de toekomst, óók voor zaken die maar één keer in de tweeduizend jaar gebeuren.Henk Satijn (25 februari 2008)
Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk
