Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (25)’

Tsja, moeten Rutte en de Jonge voorafgaand aan de persconferentie van 13 oktober gedacht hebben. Hoe gaan we onze set aangescherpte coronamaatregelen noemen? Hoe gaan we de ernst en urgentie voor het volk in een aansprekend alles omvattend begrip vangen?

Duidelijk was dat het woord intelligent koste wat kost vermeden moest worden. Zelfs het kabinet wist dat ze dat woord met hun beleid in de voorbije maanden niet verdiend hadden, wij als volk trouwens evenmin.

De term gedeeltelijke lockdown vind ik een fraaie vondst. Het combineert urgentie (lockdown) met troost (gedeeltelijk) met op de achtergrond de subtiele dreiging van het woord volledig.
Want dat kan ook nog.

Ik wil de maatregelen niet tegen het licht houden. Dat past me niet. Al begrijp ik niet waarom het kabinet denkt dat het volk niet op het idee komt om alcohol ruim voor 20 uur ’s avonds in huis te halen. En waarom je in een hotel wel in het restaurant mag dineren, maar buiten een hotel niet. Persoonlijk vind ik het jammer dat ik nog steeds naar de sportschool mag.

Ik denk met weemoed terug aan de intelligente lockdown. Het was spannend, opwindend, wij waren toch maar mooi de generatie die na ruim honderd jaar weer een pandemie meemaakte. Bijzonder. Iets om later te vertellen aan de kleinkinderen. Een eerste keer ervaring. De schouders eronder. Saamhorigheid troef. We ruimden garages, kelders en huizen op, we harkten onze tuinen aan, we klusten dat het een lust was, het weer was prachtig.

We mijmerden over het effect van de crisis: de wereld zou duurzaam veranderen. We keken naar onszelf. Wie wilden we eigenlijk zijn? Wat maakte deze crisis ons duidelijk, behalve dan dat we beter geen wilde schubdieren kunnen consumeren? We zouden …. Doen wat mensen doen. Na de lockdown. Overgaan tot de orde van de dag. Volop genieten van de hernieuwde vrijheid. Laten zien dat we kort van memorie zijn. Dat we vandaag belangrijker vinden dan morgen of overmorgen.

Een tweede golf, een tweede keer, het is een drama.
We hebben er geen zin in.
Niemand heeft er zin in.
De vraag is meer: wie ziet er de zin nog van in?
En toch zag ik vandaag op Cityplaza mondkapjes, in alle soorten en maten.
Ik zag dat we tegen onze weerzin in al die nieuwe regels ons best doen.

En daarom is het extra fijn dat we een koning hebben die het volk moeiteloos aanvoelt.
Altijd een verbindende schakel wil zijn.

Die vorstelijk met zijn gezin in het regeringsvliegtuig naar hun optrekje in Griekenland vliegt, maar meteen na aankomst aangeeft dat het hem raakt dat hun gedrag vragen oproept. Dat mensen misschien niet begrijpen waarom zij thuis moeten blijven en hij niet. En dat je dan als koning met je hele gezin meteen terugvliegt. Zoiets vergeet je nooit meer.

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk