Het weekend voor de jaarwisseling was ik bij vrienden in België, in de Ardennen. ’s Avonds hebben we heerlijk geborreld en gegeten, een gezellige boel. Waarna we enigszins gepleisterd ons bed in doken. De volgende morgen werden we wakker gemaakt door luid gebons op de voordeur. Nog niet aangekleed en met de slaap in mijn ogen zag ik iemand open doen en twee Belgen te woord staan. Toen ze weg waren zei hij: ‘Lin, weet je dat ze je auto in elkaar is gereden? Ze verwachten ons om het af te handelen.’ Ja hoor, echt een fijn bericht na een avond doorzakken met je vrienden.
Het leek me het beste om eerst maar te gaan douchen en mezelf toonbaar te maken. Zo gesterkt ging ik de schade opnemen. En die was niet mis: bumper deels aan barrels, lichthuis kapot, achterkantspatbord gedeukt. Voor alle zekerheid heb ik maar een paar foto’s gemaakt. Gedrieën gingen we naar het huis van de heren. De oudste pakte mijn hand met twee handen vast, drukte hem tegen zijn mond en vroeg heel lief onder zijn oogleden vandaan kijkend: ‘Allez, juffrouw, gij zijt toch niet boos op ons?’ Tegen zo’n charmeoffensief waren we niet opgewassen.
Ze hadden de papieren al goeddeels ingevuld, we maakten het af, onder gezellige Belgische conversatie. Ze vertelden dat de aanrijding al de avond tevoren had plaatsgevonden, dat ze moesten uitwijken voor een kat en zo tegen mijn op een veldje geparkeerde auto waren gereden. Volgens hen hadden ze op alle mogelijke manieren onze aandacht proberen te trekken, maar wij waren kennelijk te luidruchtig geweest om het te horen. De volgende morgen keerden ze dus terug. We hebben de heren heel hartelijk bedankt voor hun sportieve gedrag. Waarna we nogmaals een hartveroverende blik en een innige handkus kregen. De schade is natuurlijk niet leuk, maar om op de valreep van het oude jaar zulke aardige mensen te ontmoeten, dat is prachtig.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.