Renovatie Parkeergarage Cityplaza

De parkeergarage Cityplaza wordt in opdracht van de gemeente gerenoveerd. De werkzaamheden gaan t/m juni 2021 duren. De parkeergarage krijgt nieuwe duurzame ledverlichting, een verfbeurt voor een frisse uitstraling, aanpassingen volgens de meest actuele brandveiligheidseisen, nieuwe routeborden en nieuwe bestrating van een deel van de parkeervakken.

Ook wordt de nieuwe huisstijl ingevoerd (routeborden, fietsenrekken, staptegels en entreegebieden), die aansluit bij de rest van de binnenstad. Voor ouderen, gezinnen, gehandicapten en de pakketservice worden aparte parkeerplaatsen gerealiseerd.

De parkeergarage blijft open
Door de werkzaamheden nu uit te voeren, in de relatief rustige periode vanwege corona, is de overlast minimaal. De parkeergarage blijft tijdens de renovatie open zoals gebruikelijk: dagelijks van 7-23 uur. Uitrijden kan 24 uur per dag. Op diverse momenten zullen delen van de parkeergarage worden afgesloten vanwege veiligheid en om voldoende werkruimte te creëren.

Column Willeke Stadtman” ‘In tijden van corona (43)’

Wat is er mis gegaan? Wie heeft in godesnaam het bericht uit laten lekken dat de terrassen op 21 april open zouden kunnen? Was het ons aller hoofd Uitlek, waren het de misplaatste ‘slips of the tongue’ van het kabinet zelf, of had iemand bij het ministerie van VWS niet goed begrepen dat versoepelen bij stijgende besmettingscijfers en volle ziekenhuizen niet voor de hand ligt?

Ik heb met grote aandacht gekeken naar de persconferentie van 13 april, waar twee lonely cowboys, die in kleding en gedrag steeds meer op elkaar gaan lijken, meer vragen oproepen dan ze willen of kunnen beantwoorden.

Mag ik even?

Waarom worden alle deskundigen genegeerd, die pleiten voor alvast één prik voor iedereen zodat de kans op ernstige complicaties van besmetting uitblijft? Zodat de samenleving eerder open kan?

Waarom worden alle deskundigen genegeerd, die pleiten voor het met voorrang vaccineren van kwetsbare mensen onder de 60 en mensen die extreem dik zijn? Waarom worden alle deskundigen genegeerd, die zeggen dat trombose een dusdanig zeldzame bijwerking is dat zij het besluit om te stoppen met Astrazeneca bij 60-minners onbegrijpelijk vinden? Waarom wordt niet verteld dat de kans op trombose bij het gebruik van de pil duizendmaal hoger ligt? Waarom wordt niet gezegd dat de kans op trombose na vaccinatie net zo groot is als de kans om door de bliksem te worden getroffen?

Waarom presenteren Rutte en de Jonge bij vol bewustzijn een openingsplan waarvan ze nu al weten dat zo’n plan volstrekt onhaalbaar is? Dat ze ons knollen voor citroen verkopen? Dat het doekjes voor het bloeden zijn?

Wie heeft het onzalige idee bedacht om zo’n 900 miljoen euro uit te geven aan grootschalige proefevenementen waarvan de uitkomst nutteloos is, als de schatting is dat we over 5 maanden allemaal gevaccineerd zijn (en de uitkomst van die proeven dus onbruikbaar is).

Het heeft immers ook geen zin om met een ingegipst been dagelijks naar het ziekenhuis te gaan als je weet dat het gips er over 8 weken gewoon af mag. Kan die glunderende oud-commandant van de strijdkrachten, Tom Middendorp, die de proefevenementen organiseert, niet beter ingezet worden bij een strak geleide militaire operatie met als motto, missie en doel: prikken, prikken, prikken?

Hoe zou er eigenlijk gehandeld zijn als corona met name dodelijke slachtoffers onder jong volwassenen had gemaakt?

Hoe kan het dat het RIVM niet kan tellen? Dat er ineens 3,9 miljoen prikken gezet zijn in plaats van 3,1 miljoen? En dat de Jonge heel blij is dat we weer in het ‘linker rijtje’ staan?

Waarom zeggen Rutte en de Jonge niet gewoon dat ze het spoor geheel bijster zijn? Dat zij, en het RIVM inmiddels alle scherpte missen om de juiste beslissingen te nemen. Snappen ze eigenlijk wel dat burgers de vaccinatiestrategie niet meer kunnen volgen? Dat niemand meer weet waar hij aan toe is?

Misschien moeten we nog een 79-jarige ‘opgraven’: iemand met een frisse blik, iemand die een einde kan maken aan deze verzamelde narigheid.

Met vriendelijke groet Willeke Stadtman

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

‘Nieuwegein, waarom?’

Tijdens zijn omzwervingen door en om Nieuwegein heeft de Nieuwegeiner Arend Bloemink (1946) vrijwel altijd zijn camera bij zich. Zijn camera is als ware het een verlengstuk van zijn hand. Een veelgebruikt verlengstuk. Hij fotografeert dat wat hem opvalt. Soms is dat iets bijzonders. Soms is dat iets alledaags. Soms fotografeert hij een evenement in Nieuwegein (wielerrondes, openingen, activiteiten van B&W, jeugdvoetbal, een trouwpartij, …). Soms valt zijn (camera)oog op een heel gewoon, maar prachtig stukje natuur. Soms ook fotografeert hij al wandelend in de wilde weg en ziet hij thuis wel wát er op zijn geheugenkaartje is vastgelegd.

En dan zijn er nu en dan van die momenten dat hij verzucht: Nieuwegein, waarom? En mocht u deze verzuchting ook wel eens slaken, laat ons dan weten waaróm u uw verzuchting slaakt. Misschien ziet Arend er een foto in ……….. Deze week kreeg onze redactie een opvallend bericht van de Nieuwegeinse Tonny Bijlstra-Huijbens.

Tonny: ‘Goede avond geacht team, vandaag liep ik weer langs het water bij de Gildehuisdrift, aan de kant van de A C Verhoefweg wordt rotzooi gestort ter hoogte van het viaduct bij de Nedereindseweg. er staat natuurlijk geen naam bij, maar ik vind het a-sociaal.’ En daar zijn wij het helemaal mee eens!

Online Nieuwegeinlezing door Ad van Liempt: ‘Het trauma van Jutphaas’

Het trauma van Jutphaas, wordt het genoemd. Op 7 mei 1945, twee dagen na het einde van de oorlog, werden in Jutphaas één Duitser en vijf Nederlanders neergeschoten. Wat er precies gebeurd is, is nog steeds niet duidelijk.

In Nederland waren er in de dagen na de oorlog nog meer van dit soort confrontaties tussen Duitsers en Nederlanders. Op donderdagavond 29 april 2021 zal Ad van Liempt hier een online lezing over geven.

De lezing is een samenwerking van de Historische Kring Nieuwegein en bibliotheek De tweede verdieping. De toegang is gratis. Meer informatie en aanmelden via de website.

Ad van Liempt over de inhoud van de lezing
1945 was voor het grootste deel van Nederland het jaar van de bevrijding, maar toch was het geen jubeljaar: daarvoor waren de problemen die na de bevrijding opkwamen te groot en te ingewikkeld. Daarover gaat het boek ‘1945, de afrekening’ van journalist/schrijver Ad van Liempt, en dat is ook het thema van de lezing die hij erover houdt.

Het was vooral een jaar van scherpe contrasten. Tegenover de dood van meer dan 20.000 burgers in de steden in het westen tijdens de hongerwinter stonden de reddingsacties die vooral veel kinderen het leven hebben gered. Tegenover de tomeloze vreugde van de bevrijding – de feesten duurden hier en daar weken – stond de arrestatie van vele tienduizenden wegens landverraad en collaboratie met de vijand. Terwijl de Canadezen in ons land als populaire bevrijders de tijd van hun leven hadden, daalde bij de overlevenden langzaam het besef in dat meer dan 100.000 uit het land weggevoerde joden niet zouden terugkeren, dat ze in vernietigingskampen waren vermoord.

Inmiddels begonnen de afrekeningen. Met de collaborateurs, die massaal in kampen werden opgesloten, in afwachting van hun berechting. Met de meisjes en vrouwen die met Duitsers waren omgegaan – hun wachtte publieke vernedering. Er volgden ook maatregelen tegen zwarthandelaren en oorlogsprofiteurs.

De moeilijkheden werden nog groter toen bleek dat er na de capitulatie van Japan in Nederlands-Indië een revolutie uitbrak, die duizenden het leven kostte. De Nederlandse regering besloot op grote schaal troepen uit te zenden, in een wanhopige poging de kolonie te behouden en er rust en orde te bewaren.

Boek
Het boek ‘1945, de afrekening’ schreef Ad van Liempt op uitnodiging van het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het boek sluit een zesdelige serie af over de afzonderlijke oorlogsjaren.

Regio Utrecht tekent voor kwalitatief, innovatief taalonderwijs aan inburgeraars

Gemeenten in de U10-regio, waaronder Nieuwegein,  gaan samen taalonderwijs inkopen voor inburgeraars. Dat biedt inburgeraars in de regio vanaf 1 januari 2022 de mogelijkheid tot kwalitatief goed taalaanbod, met aandacht voor het leren van de Nederlandse taal in combinatie met een vak of opleiding. Inburgeraars kunnen zo beter de Nederlandse taal leren dan nu vaak het geval is. Dat biedt perspectief aan inburgeraars voor succesvolle integratie en daarmee ook aan de samenleving. Met deze aanpak legt de U10-regio een goede basis om de nieuwe wet Inburgering vanaf 1 januari 2022 succesvol uit te voeren.

De Utrechtse gemeenten willen inburgeraars kwalitatief en innovatief Nederlands taalonderwijs aanbieden. Gezamenlijk inkopen van taalonderwijs biedt naast voordelen aan inburgeraars, ook voordelen aan taalaanbieders. Taalaanbieders zijn verzekerd van voldoende cursisten en inburgeraars kunnen dan makkelijker instromen in taalgroepen op hun niveau. Alleen taalscholen met een keurmerk kunnen meedoen aan de aanbesteding van het Inkoopconvenant Taalonderwijs.

Regionale samenwerking
U10-gemeenten werken sinds 2015 intensief samen op het gebied van asiel en integratie. Onder meer bij huisvesting aan statushouders in de U10-regio, de Doorgaande Lijn. Het gezamenlijk inkopen van taalonderwijs komt hieruit voort. Het inkoopconvenant Taalonderwijs is ondertekend door de U10-gemeenten Bunnik, de Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Woerden, Wijk bij Duurstede en Zeist. Ook De Ronde Venen, Lopik, Montfoort en Oudewater doen mee met dit inkoopconvenant.

Laura Hoogstraten (een van de bestuurlijke voorzitters van de U10-tafel Asiel en Integratie en wethouder Zeist): “Geen enkele inburgeraar is hetzelfde. Om je de Nederlandse taal eigen te maken vraagt voor een ieder een eigen aanpak. Dat maatwerk kun je alleen bieden door in de regio samen te werken.” Jan Kuiper (ook een van de bestuurlijke voorzitters van de U10-tafel Asiel en Integratie en wethouder Nieuwegein) vult aan: “Om de gezamenlijke visie van de U10-gemeente te kunnen uitvoeren en om gezamenlijk positieve resultaten te behalen, is regionale samenwerking een kans om verandering te realiseren. “

Een regionaal inkoopteam is actief in gesprek met taalaanbieders over de mogelijkheden voor innovatief taalonderwijs: taalonderwijs dat niet alleen aansluit bij de behoeften van inburgeraars, maar ook bij werkgevers in sectoren van de arbeidsmarktregio Utrecht met vraag naar personeel. Werkgevers zijn gebaat bij mensen die goed Nederlands spreken, dus medewerkers die weinig extra begeleiding op de werkvloer nodig hebben.

Veelbelovende pilots werk- en taaltrajecten
De gemeente Utrecht is met de aanpak Doorgaande lijn werk en taal gestart met een aantal veelbelovende pilots in verschillende sectoren. De pilots zijn gericht op de combinatie van werk met taal, gericht op de werkvloer. Hierbij wordt samengewerkt met werkgevers, opleiders en taalscholen in de sectoren horeca en logistiek en zorg. Utrecht heeft de ambitie in nog meer sectoren te starten.

Maarten van Ooijen, een van de bestuurlijke voorzitters van de U10-tafel Asiel en Integratie en wethouder in Utrecht: “Om mee te kunnen doen in onze samenleving is het van belang dat nieuwkomers zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren. Taal is de sleutel tot integratie, het liefst zo veel mogelijk in de praktijk in combinatie met werk, stage, of opleiding. Juist in sectoren waar een grote tekorten op de arbeidsmarkt dreigen, zoals de ICT, techniek, zorg en onderwijs, is de instroom van statushouders naar de arbeidsmarkt het meest kansrijk.“

De huidige lopende pilots blijken een veelbelovende aanpak. De Utrechtse gemeenten willen inburgeraars in de hele U10-regio deze innovatieve trajecten aanbieden.