Jarenlang heeft Truusje in het hoekje boven de TV gewoond. Truusje was mijn huisspin. Soms verdween Truusje en dan kwam er weer een ander Truusje voor in de plaats, dat was dan Truusje twee, drie, vier enzovoort. Ik heb zo heel wat Truusjes gehad, want het was voor een huispin een hele toer mijn werkster te overleven. De werkster die ik destijds had, was het equivalent van een witte tornado en maakte regelmatig korte metten met mijn Truusje. Ik probeerde wel eens heel voorzichtig te vertellen dat het niet zomaar een spin was maar Truusje van boven de TV. Dat was bij deze kraakheldere dame aan dovemansoren gezegd. ‘Een spin hoort niet in huis’, wist ze heel zeker. Als ik thuiskwam, keek ik altijd eerst even of ze Truusje deze keer misschien over het hoofd had gezien. Soms was dat zo en dan werd ik daar helemaal vrolijk van. Maar vaak ook was Truusje niet aan haar spiedend oog ontkomen en waarschijnlijk een stoffige dood gestorven in de stofzuiger. Jarenlang bleken de achtereenvolgende Truusjes steeds weer hardnekkig terug te komen naar het vertrouwde plekje in de hoek boven de TV. Misschien vertelden ze het elkaar buiten wel: ‘ik weet toch een lekker plekje, joh’. Of misschien namen spinnenkinderen wel het plekje over van moeder, die pardoes weggezogen was door een tornado. Op een bepaald moment kwamen er geen Truusjes meer. Ik weet niet waarom. Soms kijk ik nog wel eens naar dat Truusjes-loze hoekje boven de TV. En al horen spinnen niet in huis volgens de meeste mensen, gek genoeg mis ik Truusje soms nog steeds.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.