Prins Hendrik Internaat sluit na 110 jaar: herinneringen aan een tweede thuis voor duizenden schipperskinderen

Met de definitieve sluiting van het Prins Hendrik Internaat in Nieuwegein komt er een einde aan een uniek stukje Nederlandse geschiedenis. Als oudste schippersinternaat van Nederland bood het sinds 1915 een veilige haven aan meer dan 4.000 kinderen van binnenvaartschippers. Wat begon als een initiatief voor onderwijs aan varende kinderen, groeide uit tot een warm, sociaal vangnet dat velen als hun tweede thuis beschouwen.

Op 6 september 2025 vindt een grote reünie plaats, waar oud-bewoners en medewerkers samenkomen om herinneringen op te halen aan een leven vol discipline, vriendschap en zelfstandigheid.

Foto: Officiële opening van de school met internaat door Z.K.H. Prins Hendrik op 28 augustus 1915
1e rij: 2e v.l. ds. H. Buitenhuis, 4e v.l, Prins Hendrik, 6e v.l, ds. J.J. Kuyper, 7e v.l.dhr. R.M. van den Berg Saparoea (burgemeester van Vreeswijk) 2e rij: 5e v.l, dhr. J. Hazelaar, 6e v.l. dhr. H. van der Meij

Het is niet verwonderlijk dat juist in Vreeswijk het initiatief is genomen om een school voor schipperskinderen te stichten. Vrijwel nergens in Nederland wordt men in het begin van 1900 indringender geconfronteerd met de geringe onderwijs mogelijkheden voor schipperskinderen dan in Vreeswijk. In die tijd was Vreeswijk de grootste binnenhaven van Nederland! De regering kwam in 1910 tot de onthutsende conclusie, dat slechts 1082 schippers voldoende onderwijs hebben genoten; dat er 3990 ongeregeld onderwijs hebben gehad en dat er 4348 helemaal niet naar school zijn geweest.

De eerste steenlegging op 16 oktober 1914 door ds. H. Buitenhuis. Vooraan, uiterst links, dhr. N. van Loon, met hoge hoed, ds. J.J. Kuyper, steenlegging door ds. H. Buitenhuis, uiterst rechts dhr. J. Hazelaar.

Een veilige haven voor kinderen zonder vaste wal
Het internaat werd in 1915 geopend in het toenmalige Vreeswijk, op initiatief van de protestants-christelijke kerk. Met de officiële opening door prins Hendrik groeide het snel uit tot hét voorbeeld van opvang en onderwijs voor kinderen van schippersfamilies, die vaak maandenlang onderweg waren en hun kinderen geen vaste school konden bieden.

Op het hoogtepunt, begin jaren ’70, woonden er ruim 280 kinderen tegelijkertijd in het internaat. De instelling bood meer dan alleen schoolbezoek: het leerde kinderen ook sociale vaardigheden, huishoudelijke discipline, zelfstandigheid en omgaan met geld.

Ervaringen van oud-bewoners: ‘Het voelde als een grote familie’
Voor velen betekende het internaat een plek waar sterke vriendschappen en levenslange herinneringen ontstonden. Henny Kranenburg, oud-bewoonster en reünieorganisator: “Ik heb hier niet alleen een fijne jeugd gehad, maar ook mijn partner ontmoet. We waren als broertjes en zusjes.”

Stella Ooms, die op haar 16e in het internaat woonde, benadrukt dat het verblijf haar zelfstandiger maakte: “Je leerde reizen, zelf je spullen beheren en met anderen omgaan. Dat was spannend maar waardevol.”

Andere oud-bewoners noemen met een glimlach de grote slaapzalen, gezamenlijke maaltijden, doperwtengevechten en schoolreisjes in oude treinwagons. Evert Mannak (bewoner in 1954): “Het mooiste vond ik de kampen bij Amerongen. We sliepen in treinwagons. Dat vergeet je nooit.”

Van discipline tot digitalisering: een veranderend internaatsleven
Groepsleiders zoals Ingrid Houwing, die bijna 40 jaar in dienst was, zagen het internaatsleven veranderen: “In de beginjaren sliepen kinderen met zestien in een zaal en hadden ze weinig contact met hun ouders. Tegenwoordig heeft elk kind een eigen kamer en is bellen met thuis de normaalste zaak van de wereld.”

Waar het internaat ooit barstte van het leven, zijn er nu nog maar een handjevol kinderen over. De dalende instroom is onder meer te wijten aan veranderingen in de binnenvaartsector, kortere vaartijden en betere digitale verbindingen tussen ouders en kinderen.

Leuk weetje
In verband met de ontgroening van studenten die aan “De Horst” in Driebergen hun studie begonnen, werd door H.K.H. Prinses Christina in 1965 een bezoek aan de Prins Hendrikschool gebracht om er enige praktijkervaring op te doen. Dat was overigens niet het laatste bezoek dat H.K.H. Prinses Christina aan de Vreeswijkse onderwijsinstelling bracht. In verband met haar studie in de pedagogie aan de Rijksuniversiteit Groningen, liep zij gedurende enkele dagen -15 tot en met 18 januari 1968- stage te Vreeswijk.

Prins Hensrik Internaat

Cultureel erfgoed met een blijvende indruk
Hoewel de deuren sluiten, blijft het internaat springlevend in het collectieve geheugen van duizenden oud-bewoners. Het gebouw in Nieuwegein is inmiddels een rijksmonument en herinnert aan een tijd waarin kinderen letterlijk en figuurlijk aanmeerden om te leren, te groeien en een gemeenschap te vormen.

Het Nationaal Onderwijsmuseum en het Binnenvaartmuseum wijdden eerder al tentoonstellingen en een podcastserie (Uitzondering op de Regel) aan deze bijzondere vorm van onderwijs en opvang. Hierin wordt belicht hoe uniek – en soms emotioneel – het leven aan wal voor deze kinderen was.

Reünie op 6 september 2025: ‘Een weerzien van levenslange band’
Ter gelegenheid van het 110-jarig bestaan én de sluiting wordt op 6 september een grootschalige reünie gehouden. De belangstelling is enorm: oud-bewoners uit het hele land – en soms zelfs van boord – melden zich aan. “We vieren niet het einde, maar de herinnering aan een tweede thuis,” zegt Henny Kranenburg.

Prins Hendrik Internaat

Het oorspronkelijke Prins Hendrik Internaat in Vreeswijk is nu een appartementencomplex

Sluitingsveiling
Het houten naambord van je groep, een foto van de grote muurschildering met het Prins Hendrik-lied, of gewoon een ingelijste foto. Het ligt in september allemaal op de veiling tijdens de grote sluitingsreünie van het Prins Hendrik Internaat in Vreeswijk dat na 110 jaar definitief de deuren sluit. ‘We verwachten meer dan 300 oud-bewoners, kinderen, ouders en medewerkers, het wordt enorm gezellig’, vertelt organisator en oud-bewoner Henny Kranenburg (51).

Opbrengst
De opbrengst gaat naar de restauratie van treinwagons die op het terrein Overberg stonden. Hier gingen de schipperskinderen sinds 1952 jaarlijks op kamp. De wagons staan nu bij het Museum Buurtspoorweg. ‘Ja, in feite gaat er dan geld van de binnenvaart naar het spoor, maar zo moet je het niet zien’, lacht Henny. ‘Wij sliepen op kamp in die wagons en ze worden nu opgeknapt, zodat ze behouden blijven. Dat kost geld en daarom doneren wij het geld van de veiling aan het Buurtspoorwegmusem Haaksbergen.’

Lees hier alles over de veiling.


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk