‘Hou je veilig’

Vannacht droomde ik dat een beetje per ongeluk een zin had ingestuurd voor het Koningslied en dat Daphne Deckers het een hele mooie zin vond en dat ie daarom opgenomen was in het lied. Daarna ging het heel raar in mijn droom: eerst leek het erop dat ik ‘hou je veilig zo lang als ik leef’ had ingezonden, maar later bleek het die zin te zijn met acht taalfouten erin: ‘de dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier’. Ik kon me helemaal niet herinneren, dat ik die zin bedacht had. Als ik al een zin had verzonnen, dan kon het hooguit ‘daar sta je dan’ zijn, want ik kan me best voorstellen dat Willem- Alexander zoiets denkt in een kerk met al die mensen, die kijken of je net zo mooi kan ‘zweren’ als je moeder.

Even later rende ik in mijn droom huilend door Amsterdam op zoek naar het Nationaal Comité Inhuldiging om te zeggen dat ik die zin echt heel lelijk vond en of ze die toch niet alsnog konden schrappen, maar ter hoogte van de Dam liep ik in mijn paniek bijna de drie prinsesjes omver, die net gearriveerd waren voor de generale repetitie van de inhuldiging en toen ik even achterom keek zag ik dat ze op de trap van de Nieuwe Kerk stonden en dat Ariane, de jongste van de drie zusjes het zwaaien nog het beste onder de knie had.

Ik moest door, ik holde verder naar het Paleis op de Dam, omdat ik dacht dat Joop van den Ende daar wel zou zitten met het hele Comité. Joop moest ik hebben, Joop is toch een beetje de onderkoning van Nederland. En Joop had met zijn mensen bedacht dat het toch gewoon een retecommercieel lied was, dat we het daarom met zijn allen gewoon moesten gaan zingen op 30 april en dat John Ewbank het lied helemaal niet kon intrekken. Maar die ene zin, dacht ik, zeg maar mijn zin, die kon er toch alsnog wel uit? Guus Meeuwis schudt zo een andere zin uit zijn mouw. En dat weet jíj ook Joop, zou ik brutaalweg tegen hem zeggen.

Ik wond me ontzettend op en daarom zag ik ze niet aankomen, de erehaag die druk aan het oefenen was. Ik kon ze nog net ontwijken. Anders was ik zo in het zwaard van de ploegleider gelopen, aan het wapen hing zo’n gezellig oranje kwastje. Hij riep dingen als ‘erehaag halt’ en ‘erehaag links, rechts’ en ‘groet’. Ze waren maar met zijn tienen, ik vond dat heel weinig voor een beetje behoorlijke erehaag, maar ik moest door. Ik moest naar Joop.

En ineens was ik in Middelburg. Daar stond Sjaak van de Stichting Evenementen Middelburg op een winderig plein. Hij was heel sneu, want er was geen koor, dat het Koningslied wilde zingen. De dirigent van het kinderkoor wilde niet meer meedoen, hij vond het taalkundig niet verantwoord voor de kinderen. Goed, Sjaak had inmiddels een gerenommeerde Belgische band achter de hand, dat was heus “geen opgeraapt stelletje”, en die waren al hard aan het oefenen en voor de telefoon klonk het heel goed, maar hij had toch liever echte Middelburgers op het podium.

Ik droomde dat ik hoopte dat er iemand in Zeeland op zou staan om het lied te zingen. Gewoon, omdat ik het zo zielig vond voor Sjaak. Die is er nu, Jan Schuurman Hes. Hij wil wel. Samen met nog een andere Zeeuw. Een beetje minnetjes, maar het is een begin. Ik was zo blij, ook met mijn eigen zin. En toen werd ik wakker.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren