‘Fietsfoto van de week’

Linda Blankenstein, de drijvende kracht achter de Nieuwegeinse Doortrappen activiteiten en van Nieuwegein Fietst en Clarion Wegerif van de Fietsersbond Nieuwegein, vertellen elke week met één Nieuwegeinse fietsfoto met bijschrift wat hen bezighoudt of treft. Deze kunt u wekelijks bekijken op De Digitale Stad Nieuwegein. Deze week was de Kolfstedetunnel vaak in het nieuws, een fiets- en voettunnel naar de binnenstad van Nieuwegein, althans als je uit de wijk De Doorslag komt.

Clarion: ‘De Kolfstedetunnel was nooit een erg uitnodigend onderdeel van de fietsroute naar City. Vandaar dat scholieren uitgenodigd werden om voor Nieuwegeins 50e verjaardag de grauwe wanden op te fleuren met graffitikunst. Kleurig is het zeker geworden, maar wat vindt u van de sociale veiligheid in de tunnel? Beter geworden of niet?’ Laat het Clarion weten via het e-mailadres: nieuwegein@fietsersbond.nl.

Van de redactie
Als redactie vullen wij deze rubriek graag voor een keertje aan. In de rubriek ‘Fietsfoto van de Week’ vraagt Clarion van de Fietsersbond aan alle lezers van De Digitale Stad Nieuwegeiner wat zij vinden van de kunstuitingen in de Kolfstedetunnel.

De tunnel die enige maanden geleden door leerlingen van het Nieuwegeinse Anna van Rijncollege, onder deskundige leiding van Jan is de Man en met behulp van burgemeester Frans Backhuijs en wethouder John van Engelen met goed verzorgde en kleurrijke art werd veranderd in een Hall of Fame. Dat was tóen. In de afgelopen maanden is er, zoals dat ook de bedoeling was, meer en meer art aan de oorspronkelijke art toegevoegd.

De vraag, die Clarion hierboven stelt, is nu of de grauwe betontunnel er met deze art op vooruit is gegaan of misschien toch niet. Een ding is zeker: grijsgrauw beton is zo goed als verdwenen. Maar, is het nu een Hall of Fame of een Hall of Shame, zoals VVD raadslid Henk Jan Schat zich afvraagt. Ook wijkbewoner Heiko Prak maakt zich zorgen en stuurde onderstaande foto op, gewoon ter illustratie.

Onderstaande foto’s kwamen we tegen op Social Media.

Voorrondes Nederlands Kampioenschap beroepen van start in Nieuwegein

In een ruime keuken van het ROC Midden Nederland Horeca & Toerisme College aan de Newtonbaan 12 in Nieuwegein zijn acht studenten druk aan het snijden, bakken en koken. Het is stil. Alleen de messen op de snijplanken en de enorme afzuigkappen zijn hoorbaar. De concentratie in de keuken is bijna voelbaar. De studenten bereiden een driegangenlunch en hopen met hun gerechten een plek in de finale te bemachtigen van het Nederlands Kampioenschap beroepen ‘Skills The Finals’.

De wedstrijd is georganiseerd door verschillende Mbo-scholen. Elk beroep komt aan bod, van timmerman tot verpleegkundige. Iedereen krijgt de kans om de beste vakman- of vrouw in zijn beroepsgroep te worden. De winnaars van deze voorronde gaan door naar de finale volgend jaar in de Jaarbeurs in Utrecht.

Vandaag gaat het om koken en gastheerschap. In duo’s werken de studenten aan de beste lunch. De koks zorgen voor het eten en de gastheren- en vrouwen verzorgen de aankleding en service. “Het is best spannend”, zegt een van de koks. Hij haalt verschillende vullingen uit de koeling voor de vijf verschillende hapjes die hij maakt. En dat is alleen nog maar het voorgerecht.

Kritische blik
Een jury bepaalt welke studenten door mogen naar de finale. “We kijken of ze tempo draaien, of ze schoon werken, we kijken naar de smaak, hygiëne en restverwerking. Er spelen echt heel veel factoren”, zegt jurylid Ries Verburgt. Hij loopt rond met een clipbord en haalt af en toe een schone lepel tevoorschijn om te proeven.

De wedstrijd is georganiseerd om het vakmanschap in het MBO te laten zien. “Je keuken of wasmachine wordt niet gerepareerd zonder mbo’er. Je huis wordt niet gebouwd, niet verwarmd, de mbo-student houdt letterlijk onze economie draaiend”, zegt directeur Horeca- en Toerismecollege, Suzanne Staal. Daarom vindt Staal het belangrijk dat de studenten door deze wedstrijd kunnen laten zien wat ze in huis hebben.

De finale
De keuken ruikt kruidig en op elke werkbank staan pannetjes te pruttelen. De koks laten hun soepen en vullingen even achter en overleggen met de gastvrouw of gastheer die aan hem is gekoppeld. Zo weten ze zeker dat de samenwerking goed gaat tijdens de lunch. Na een kwartier komen ze terug in de keuken en pakken ze direct de draad weer op. “Ik wil wel graag winnen”, zegt een van de kokende studenten. “Maar ik heb een beetje rondgekeken en volgens mij gaat iedereen wel lekker dus ik ben benieuwd.”

De finale van ‘Skills The Finals’ is 31 maart en 1 april in de Jaarbeurs in Utrecht.

Met dank aan onze samenwerkingspartner RTV Utrecht / Hannah Cammeraat

Voor demente ouderen zorgen met een alarmhorloge en een podcast? Dit verzorgingshuis in Nieuwegein doet dat

Wat doe je met een zorgsysteem dat overbelast is en waarin personeel steeds moeilijker te krijgen is? Dan kan je nóg harder werken en nog meer overuren maken, maar je kan ook kijken of slimme technologie je kan helpen. Tenminste, dat is de overtuiging van Zorgspectrum locatie De Kuifmees in Nieuwegein.

André Klarenbeek met zijn horloge die zijn locatie laat weten aan het personeel

“Niet alleen bij ons, maar overal in de zorg zie je personeelstekorten ontstaan. Normaal gesproken komen cliënten binnen en dan nemen wij alle zorgtaken over, maar dat is niet meer houdbaar”, benadrukt projectleider Najla van Veen. Maar met technische hulpmiddelen kunnen ze cliënten beter in de gaten kunnen houden zonder dat hiervoor meer personeel nodig is.
In dit verzorgingstehuis ‘praten’ de muren, hebben cliënten een horloge die hun locatie weggeeft en als alarmknop dient, en is medische apparatuur voorzien van een tracker. Waarom? “Het scheelt tijd die we nu kunnen gebruiken voor het geven van goede zorg”, zegt Van Veen.

Zorgorganisaties Vecht en IJssel in Utrecht en ZorgSpectrum in Nieuwegein werken hierbij nauw samen. Technieken die werken, worden met elkaar, maar ook met andere zorginstellingen gedeeld, onder meer via een podcast.

Met elkaar
Mantelzorgers, familie en de cliënt zelf worden nadrukkelijk betrokken bij het hele proces. Want wat vinden zij belangrijk? Onder meer dat de betrokkenen meer gebruik maken ieders netwerk en dat personeel meer tijd heeft voor de cliënt. Een mantelzorger die een aantal keer per week met de cliënten wil koken? “Graag! Dat is gebruik maken van je netwerk”, stelt Monique van Rijn, manager Zorg en Welzijn bij De Kuifmeester.

In elke kamer staat een beeldscherm om te bellen, zodat cliënten veel gemakkelijker aan voortgangsgesprekken kunnen deelnemen en met familie kunnen bellen. “Want waarom zit de bewoner nooit bij de bespreking van een behandelplan, vroegen wij ons af”, aldus Van Veen.

Technologische snufjes
Elke cliënt draagt een horloge met een alarmknop, waarmee het personeel hem of haar kan traceren. Slimme sensoren aan het plafond geven door als iemand uit bed is. “Per persoon bekijken we of het nodig is om de camera op de kamer aan te zetten, zodat we meteen kunnen zien of iemand op een stoel zit of op de grond is gevallen”, zegt Van Rijn. Het personeel kan, als de cliënt dat wil, via een speaker in de kamer met een medewerker praten.

Cliënten kunnen zich vrij begeven over de verschillende etages. Sommige mensen hebben toegang om de lift te gebruiken en anderen weer niet. André Klarenbeek (74) is cliënt en blij met zijn horloge: “Het is gezelliger en makkelijker. Je voelt je niet zo opgesloten.” Een cliënt komt met zijn hond naar beneden gelopen. “Hij mag alleen naar buiten om zijn hond uit te laten”, zegt Van Rijn.

Niet alleen cliënten, maar ook spullen zijn in dit verzorgingstehuis goed vindbaar. Apparaten zijn voorzien van een tracker, waardoor lang zoeken naar spullen verleden tijd is. Zorgbegeleider Melanie van der Vlist: “Hier was ik soms wel een uur per dag aan kwijt.”

Controle
Een belangrijk voordeel van de elektronische surveillance is dat medewerkers niet voortdurend elke kamer moeten controleren of alles daar nog in orde is. Personeel kan nu vanaf de begane grond ook de bovenste verdieping in de gaten houden. Dat scheelt tijd, maar soms ook stress bij cliënten. “Mensen kunnen onrustig en angstig worden als iemand ‘s nachts de kamer binnenkomt”, zegt ze.

Is het een vorm van bezuinigen? “Deze innovaties zijn niet bedoeld als manier om mee te bezuinigen of een medewerker mee te vervangen”, zegt Van Veen. Het is bedoeld om de werknemer in de ‘positie te stellen’ om alle aandacht te kunnen geven aan bewoners. “Zodat ze meer tijd voor persoonlijke aandacht hebben” zegt ze.

Personeel efficiënter inzetbaar
Wel is het mogelijk om een andere mix aan personeel aan het werk te zetten. Bijvoorbeeld als een verzorgende niveau 2 tijdens een nachtdienst een cliënt met een wond tegenkomt. “Het moet mogelijk worden om met een slimme bril mee te kijken, zodat een professional op afstand kan vertellen hoe de verpleegkundige de wond moet behandelen. “Je creëert een flexibele schil met deze nieuwe technieken”, zegt Van Rijn.

Van der Vlist is blij met alle nieuwe snufjes. Normaal gesproken is ze soms wel een uur per dag bezig met het zoeken van apparatuur: “Je merkt dat de bewoners rustiger zijn, omdat wij dat ook zijn.”

‘Wat groeit of leeft daar in Nieuwegein’

Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis? De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website.

Udo: ‘Van halmvliegjes zijn in Nederland ruim 140 soorten gevonden en dat is best knap, want het zijn kleine propjes van enkele mm en veel van hen zijn donker getint, dus niet zo opvallend. Hun vrijwel onzichtbare larfjes grazen in de halmen van grassen en granen dus die zie je ook nooit.’

‘Een van de mooiere soorten die meestal rondscharrelt tussen de bloempjes van schermbloemen vond ik dit jaar op een rozenblaadje. Geen idee waarom het over dat blaadje dribbelde maar nu kon ik het vliegje snel even fotograferen en hier is het dan: Thaumatomyia notata.’