In de Molenkruier stond dat Marianne Huisman in het Onderonsje helderziende waarnemingen zou doen aan de hand van voorwerpen en foto’s.
Vooraf had ik nog snel een paar voorwerpen opgeduikeld van overleden familieleden.
Bij de ingang betaalde ik 6 euro aan een vriendelijke ogende wat gezette man in een lichtgroen wandeltenue. Ik mocht mijn nummertje doormidden scheuren en één helft samen met mijn voorwerp op een tafel leggen. Ik had nummer 840.
In het volgepakte zaaltje zaten merendeels vrouwen van boven de veertig. Ze hadden flink hun best gedaan want de hele tafel lag bezaaid met sieraden, foto’s en onduidelijke prullaria waaronder een protserig beeldje van een engel.
Ik zat met mijn schrijfblokje oog in oog met het medium, een pronte Surinaamse vrouw die voor de gelegenheid iets zwarts had aangetrokken.
Een wat schriele man heette ons welkom. We moesten alles even los laten en het Ave Maria ging ons daarbij helpen.
Het medium stond op en keek speurend het zaaltje in.
‘Is er iemand die een witte auto wil vervangen?’ Dat bleek de vrouw naast mij te zijn. Althans, haar man wilde een nieuwe auto, en zij dus niet. ‘Dat dus, dat wil ik maar even aangeven,’ zei het medium.
‘Ik zie gekookte gele pudding, is er iemand die vandaag iets gedaan heeft met gele pudding?’
Niemand. Nou ja, een mooie jonge vrouw met lange verzorgde handen was die dag in de weer geweest met muffindeeg. Dat was ook goed.
‘Bovendien,’ zei het medium, ‘zie ik een weegschaal. U zit echt op een punt van wel/niet.’ Nou dat was raak, ze wist niet of ze door moest gaan met haar vriend.
‘Het is een goede vent, toch?’
Ze knikte, maar echt van harte ging het niet.
‘Mijn arm zit vast. Dan moet er hier iemand zijn met een hersenbloeding.’
Er meldde zich een vrouw. Haar vader was overleden aan een hersenbloeding. Het medium wapperde even met haar arm, hij kwam weer los.
‘Hij is hier, en u weet wel waarom. Ik mag u zeggen dat uw vader veel van u houdt, en ik mag u drie zoenen geven.’
‘Ik zie schriften’, ging ze onvermoeibaar verder, ‘is er hier iemand die iets met schriften heeft?’
Aarzelend stak een jong meisje haar vinger op.
‘Iets met school?’, gaf het medium een schot voor de boeg.
‘Ik ben net met een nieuwe opleiding begonnen’, zei het jonge ding verlegen.
‘U kunt niet tegen onrecht, hè?’ Het meisje schudde haar hoofd. ‘En wat doe je voor studie?’ ‘Rechten’, zei het kind. Er ging een golf van bewondering door het zaaltje. ‘Dat wilde ik maar even aangeven,’ zei het medium, ‘heel veel succes gewenst.’
‘Is hier ook een Annie of een Anneke in de zaal?’ Nee, wel een Anne.
‘Dat moet ik bij u zijn. Ik zie bossen en water en natuur. Ik wil u daar graag neerzetten, voor de rust. Bent u misschien ook sjamanistisch aangelegd?’
‘Nou, dat niet,‘ zei Anne, ‘maar ik ben wel van “alles is één” en binnenkort ga ik naar Bali.’
‘Mediteren, dat is bij u zo aanwezig. Doet u dat vooral ook op Bali. Dat wilde ik u even zeggen.’
Eerlijk gezegd was ik zelf ook aan de beurt geweest, omdat Marianne een witte brug zag in Amsterdam. Ja, en ik had iets met Amsterdam. Ze zag veel kleuren om me heen. Was ik misschien creatief? Had ik misschien iets met schrijven? Ik moest niet zo in mijn hoofd zitten. Ik mocht best mezelf zijn. En ik moest vooral doorgaan met schrijven.
Dus dat doe ik nu maar.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.