Katern

Schade

Oud en Nieuw is weliswaar allang voorbij en ook de grote stormen aan het begin van dit jaar zijn alweer bijna uit onze herinnering verdwenen. Die gebeurtenissen leverden een paar anekdotes op die nog steeds leuk zijn.
In de nacht van Oud en Nieuw was er, dankzij enige met vuurwerk spelende buurtbewoners, de nodige aan schade aan mijn huis ontstaan. Onder meer was een slaapkamerraam aan diggelen gegaan. Enige dagen later kwam de glashandel de schade opnemen. Ik opende de deur en daar stond een behoorlijk stevige jonge kerel, naar mijn mening voor geen kleintje vervaard. Bij de aanblik van mijn honden, die hem vrolijk kwispelend en blaffend begroetten, zag ik zijn gezicht letterlijk van een blozend roze veranderen in een vaal grijsgroen. De stevige wangen veranderden in geleizakjes. Of ik ze niet even naar buiten kon doen, want hij was een beetje bang voor honden, zo vertelde hij mij. Dit leek me een understatement. Enfin, ik heb de honden maar even naar achter gedaan. Het plaatsen van het nieuwe raam werd door twee anderen gedaan, want, zo zeiden ze, onze collega is een beetje bang voor honden…
Bij de stormen aan het begin van dit jaar was door de wind een dakraampje opgelicht en vrolijk weg gefladderd, mij achterlatend met een gat waar de regen doorheen stroomde. Een stevige niet meer zo jonge meneer stond samen met een maat aan de deur om de schade op te nemen en hopelijk ook te herstellen. Met in gedachten de glasmeneer, wees ik de honden met barse commandostem terug terwijl ik de deur opendeed. ‘Hé, doe nie so lelijk tege die beessies, anders ruk ik die plakkate van je container’, was zijn openingszin. Met grote ogen keek ik hem verschrikt aan, niet wetend waar hij op doelde. Hij wees nog eens: ‘hier, op die container, dieren….’ Och ja, natuurlijk, hij bedoelde de plakkaten die ik tijdens de verkiezingen op mijn vuilniscontainers had gedaan en die oproepen om te stemmen op de Partij voor de Dieren.
Nadat hij zijn goeddoorvoede lichaam diverse keren mijn trappen plus de ladders binnen en buiten had opgehesen, welke capriolen ik met enige zorg bekeek, was alles gelukkig weer hersteld. Bij het afscheid vroeg hij: ‘en waar gaat de rekening naartoe?’. Ik gaf hem mijn visitekaartje, da’s wel zo handig, want daarop staan alle gegevens handig bij elkaar. ‘Waar ben jij drs in?’, vroeg hij. ‘In de psychologie’, antwoordde ik. Met grote ogen keek hij me verschrikt aan en slaakte: ‘O God, wegwezen hier, maat!’


Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk