Toen ik nog geen hondje had, pakte ik graag, als het weer het toeliet, mijn inline-skates om mijn gevoel van hoe sportief ik toch eigenlijk wel ben op aanvaardbaar niveau te houden. Meestal maakte ik een rondje van een uur al dan niet vergezeld van een skate-minnende vriend. We gingen langs de strook natuurschoon, die diep tussen de woonwijken en de snelweg ligt verstopt, dan langs de Nedereindse Plas en vervolgens weer terug naar huis.
Uiteraard trof ik het wel eens dat buurman net voor zijn deur stond als ik op weg ging of terugkwam. Of ik kwam buurman en buurvrouw tegen, wandelend langs mijn skateroute. Buurman had een grapje. Wanneer hij mij onderweg of bij terugkomst tegenkwam, vertelde hij mij dat ik helemaal geen rood hoofd had. De eerste keer reageerde ik verbaasd op zijn opmerking. Ik krijg namelijk altijd een rood hoofd als ik enige lichamelijke inspanning lever. ‘Geen rood hoofd, buurman? Kan ik me niet voorstellen.’ Zijn benadrukken van ‘nee hoor, helemáál geen rood hoofd’ deed bij mij het vermoeden rijzen dat het hier om een grapje ging. Kennelijk had hij er zoveel plezier van mij in het o’tje te hebben genomen, dat hij zijn grapje sindsdien steeds herhaalde als hij me bij terugkomst van een rondje skaten aantrof. ‘Goh buurvrouw, aan het skaten geweest?’ ‘Ja buurman, goed voor het luie zweet.’ ‘Maar, je hebt helemaal geen rood hoofd!’ ‘Ha, ha, die buurman, je houdt me voor het lapje.’
Meestal nam buurman de gelegenheid te baat te vertellen dat skaten hem ook wel wat leek, maar hij het nóóit zal gaan doen, véél te gevaarlijk! Beteuterd vroeg ik me af of ik wellicht een sensatiezoeker of een adrenalineverslaafde ben, om een zo volkomen onverantwoordelijke sport als skaten te beoefenen. Met een gevoel van ‘daar heb ik je’, droeg ik een argument aan, waar buurman vast niet van terug had. ‘Maar buurman, ik heb al twee jaren skateles gehad bij de Skipiste in Nieuwegein en beheers wel vier remtechnieken.’ Dit maakte absoluut geen indruk op buurman, die verder ging met een opsomming van wat er allemaal voor ongelukken met skaten kunnen gebeuren. ‘Ja’, probeerde ik nog, ‘je moet natuurlijk wel het remmen beheersen.’ Ook dit raakte geen snaar bij buurman. Ik knikte maar eens en wenste een goedendag. Met een verbijsterend gevoel van hoe vreselijk dom ik bezig was, skate ik verder.
Met een gerust hart pakt buurman zijn grote bijl om hout in mootjes te hakken of klimt hij op zijn motor. Maar skaten zal hij nooit gaan doen, véél te gevaarlijk!
Vorige columns: klik op archief.
Volgende column verschijnt op 20 augustus 2004.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.