In mijn straat wonen kindertjes die amper hoger komen dan de schofthoogte van mijn honden, maar die ze onbevreesd willen aaien. Dat zijn voor mij mooie momenten om ze iets te leren over honden. Een klein meisje is helemaal dol op Ben. Inmiddels weet ze dat ze (ze moet het wel eerst vragen) mijn Ben wel mag aaien, maar Kas niet. Het is vertederend om mee te maken hoe ze blij op ons af komt als ze ons ziet en altijd zegt: “oh, dat is Ben, hè, ik vind Ben zo lief, mag ik aaien?” Dat mag dan. En dan zegt ze: “maar ik mag Kas niet aaien, hè, want Kas is een beetje bang.” Dat bevestig ik dan. En steevast vraagt ze me waarom Kas bang is. Ik leg uit: “Kas is, toen hij nog een heel klein hondje was, gepest door kinderen en daarom is hij een beetje bang voor kinderen.” Dan kijkt ze me met grote ogen aan, want dat kan ze zich gewoonweg niet voorstellen. Ik vertel haar dan dat honden die bang zijn wel eens een beetje grommen, maar dat dit is omdat ze eigenlijk zeggen: niet aan me zitten. En als je dat niet doet is er niets aan de hand.….”In de straat woont ook een jongetje die niet weet of hij Ben nou wel of niet lief moet vinden. Als ik met de honden uitga en we komen hem tegen, dan begint hij van grote afstand al te roepen: “oh lieve Ben, lieve hondjes”, om vervolgens zo ver mogelijk van ze weg te blijven. Een jaar of wat geleden ging hij nog rennen en met zijn handen fladderen. Ik heb hem toen uitgelegd dat honden juist op beweging reageren. Dan denken ze dat je wilt spelen of iets in je handen hebt, zo legde ik uit. Dus dat hij beter niet kan weglopen, maar juist helemaal stil moet blijven als hij een beetje bang is. Nou kunnen mijn honden toch niet achter hem aan, omdat ik ze altijd aan de lijn heb in de woonwijken, maar ze reageren wel. Tegenwoordig beperkt hij zich met op een afstand te roepen “lieve hondjes, lieve hondjes” als een soort bezweringsformule.….”Laatst snuffelde Ben aan het kleine meisje, dat mag van mij niet, dus corrigeerde ik hem. Toen vroeg ze: “waarom doet hij dat?” Ik legde haar uit dat mensen elkaar kennen omdat ze een naam hebben, maar dat honden elkaar en mensen kennen door de geur, hoe iemand ruikt. Dat is voor hun hetzelfde als een naam. Ik weet niet of ze het helemaal begreep, maar ze vond het duidelijk wel interessant. Toen één van de honden zijn poot op wilde tillen, kreeg hij een correctie van me. Dat vond ze ook een beetje gek: “waarom doe je dat?” Ik legde uit dat ik niet wilde dat hij daar plaste. “Waarom dan?”. “Nou omdat jullie hier spelen en dan wil ik niet dat ze hier plassen.” “Oh….”Enfin, zo we hebben regelmatig een boeiende conversatie. Ik hoop dat ik er op mijn manier een bijdrage aan lever dat kinderen op een verstandige manier omgaan met dieren. Want het zijn lieve hondjes, die schatten van mij, maar het blijven wel honden, afstammelingen van wolven, en dus roofdieren, ondanks alle helaas door Walt Disney aan dieren toegekende menselijke karikaturale eigenschappen.
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.