Overwinning voor de Waterlinie

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is 85 km. lang en loopt van Muiden tot aan de Biesbosch. Een uniek cultuurhistorisch monument van 2 eeuwen oud, met imposante forten en unieke, verstilde natuur. Maar niet overal. Op sommige plaatsen in de Waterlinie is het druk en spelen er veel verschillende belangen. Daar ontmoeten natuur, cultuur, recreatie, economie en infrastructuur elkaar. Nieuwegein is zo’n plek.

Het Lekkanaal, dat langs Nieuwegein loopt, is deel van de belangrijkste waterverbinding tussen de havens van Amsterdam en Rotterdam. Jaarlijks gaan er 50.000 schepen door de Beatrixsluis, die daarmee de grootste monumentale binnenvaartsluis van Nederland is. Omdat de schepen steeds groter worden en de doorstroming niet mag stagneren, bouwt Rijkswaterstaat een derde sluiskolk en gaan de oevers van het Lekkanaal, op de schop voor een verbreding. Een stukje verderop ligt het nieuwe bedrijventerrein ‘Het Klooster’ daar worden kavels uitgegeven voor industriële bedrijven, transportbedrijven etc.

UNESCO
En precies in dit gebied vol bedrijvigheid ligt een imposant stuk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Met inundatievelden, forten, dijken en kazematten. De kunst is om te zorgen dat de nieuwe infrastructuur niet leidt tot een onherstelbare aantasting van dit cultuurhistorisch erfgoed. Zeker nu het Rijk in 2011 heeft besloten om de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor te dragen voor de nominatie UNESCO Werelderfgoed. Een ambitie die van harte wordt ondersteund door provincies, gemeenten, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, recreatieondernemers, musea etc. Want een UNESCO-status garandeert internationale toeristische belangstelling en dat heeft grote economische impact.

Lekkanaal
Toen Rijkswaterstaat begon aan de voorbereiding voor de verbreding van het Lekkanaal en het uitbouwen van de Beatrixsluis, is een bedrag van 7,2 mln. afgesproken om de schade aan de Waterlinie te compenseren. Met dit geld worden bouwwerken verplaatst en wordt het gebied opnieuw ingericht zodat de historische Waterlinie toch nog zichtbaar blijft.

In de loop der tijd werd echter duidelijk dat de impact van alle nautische, logistieke en economische ambities zo groot is, dat het geld dat de minster van I&M beschikbaar had voor de inpassing niet voldoende is. De combinatie van de werkzaamheden aan het Lekkanaal en de ontwikkeling van bedrijventerrein Het Klooster zorgde voor een interventie in de Nieuwe Hollandse Waterlinie van ongekende omvang. De UNESCO-nominatie dreigde uit beeld te raken.

Extra budget
Een gezamenlijke actie van gemeente en provincie heeft er gelukkig voor gezorgd dat de minister bereid is om nog eens 2,5 mln. toe te voegen aan het ‘restauratiebudget’. Samen met de bijdragen van de provincie en de gemeente is er 3,4 mln. extra voor cultuurhistorie, recreatie en ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Hiermee wordt het mogelijk om de Nieuwe Hollandse Waterlinie zichtbaar en beleefbaar te houden. Daar zullen veel mensen hier in de toekomst plezier aan beleven.

Niet altijd worden de cultuurhistorische belangen zo volwaardig erkend bij belangrijke infrastructurele projecten. Hier is het wel gelukt. Samen met het Rijk hebben we een flink bedrag bij elkaar gebracht om de best denkbare oplossing uit te voeren. Ik ben er trots op dat we dit met de partners in het gebied voor elkaar hebben gekregen.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren