Oei

Zelfs na vijf dagen slenter ik ’s morgens nog als een zombie door de straten van Sao Paulo. Jetlag. In de wandelwagen zit mijn montere kleinzoon die veel weg heeft van een blozend boerenjoch uit Jubbega: helblauwe ogen, blonde krullen. Niks licht getinte huid. En toch schijnt er een Braziliaan aan te pas gekomen te zijn. Zegt mijn dochter.

Ineens zie ik aan de overkant van de straat een bekend gezicht. Kind aan de hand, baby achterstevoren in een draagzak, want zo’n kind wil wat te kijken hebben. Dat moet Evelien zijn. De oermoeder onder de Nederlandse expat vrouwen. Zegt mijn dochter.

Haar oudste sliep al vóór de conceptie door en de bevalling was een eitje. De tweede kreeg ze tussen het voor- en het hoofdgerecht tijdens een etentje bij haar thuis.

Zij ziet mij niet, en als ze me wel had gezien had ze me niet herkend met die grafiet-zwarte sjaal om mijn hoofd. Met zo’n achterlijke strik bovenop. In de spiegel zag ik mezelf heel even als een Afrikaanse schoonheid. Die zijn ook dol op van die toeven op hun hoofd. Maar ik ben blank, mijn sjaal is kleurloos en ik ben te oud om mooi te zijn. Bovendien doe ik het louter om mijn pluizige krullen doeltreffend aan het zicht te onttrekken. Waarschijnlijk lijk ik nog het meest op een werkster. Kordaat steek ik over. Ik heb wel zin in een praatje. Zij niet.

Ook Nederlandse expat vrouwen tussen de dertig en de veertig schuwen make-up. Kunnen ze hebben. Nog even. Waarschijnlijk heeft Evelien ook de laatste voedseltrends al opgepakt: geen carbs, geen gluten en vooral veel quinoia, grassen en andere organische voedingsstoffen die ‘iets voor je doen’.

Ze oogt in ieder geval behoorlijk casual in die cementkleurige joggingbroek met het duurzame topje in ‘natural elephant grey’.
‘Hai,’ zeg ik.
‘Hai,’ zegt zij.
Daar stokt het.
Mogelijk door het leeftijdsverschil.
Maar ik ben een bijtertje.
‘Zeker wel druk met twee van die kleintjes zo kort op elkaar?’
‘Helemaal niet. Ze zijn zó leuk samen. Straks zijn Max en ik de lachende derde. Hebben ze genoeg aan elkaar. En Finn – nu wijst ze op de draagzak – is echt een “ instapmodel.”’
‘Huh?’

‘Zó makkelijk. Zó lief, zó relaxed, ik gun elke moeder zo’n kind om mee te beginnen.’ Waarschijnlijk gaat ze dat ook gewoon regelen als ze eind augustus terug is in Nederland. Na ‘hou oud is hij nu’ en ‘hoe lang blijft u hier’ hebben we het hoogtepunt van onze conversatie wel gehad. Alhoewel: Sem is bijna twee en drietalig en Finn volgt precies het ‘oei, ik groei boek’, alleen loopt ie er een maandje op voor.

Thuis ruk ik het bewuste werkje uit de kast. Het weegt 1,5 kilo en het is van de hand van Hetty en Frans. Drie decennia hebben ze eraan gewerkt.

Kleinzoon is 16 maanden en binnen enkele weken toe aan de volgende mentale sprong die aangekondigd wordt door de drie H’s: Hangerigheid, Huilerigheid en Humeurigheid. Na zo’n sprong is “uw dreumes ineens groter en slimmer en winkelt hij volop in de wereld van de systemen”. Het ziet er niet best uit.
Ik heb hem nog nooit een denkpauze zien nemen op zijn kamertje. Of gemerkt dat hij bezig is met elementaire natuurkundige verschijnselen zoals het waarnemen van de opwaartse druk bij het onderdompelen van een bad eendje. Hij kijkt trouwens ook niet naar bouwvakkers en cement mengen, ho maar. Laat staan dat hij een potlood ter hand neemt voor het vervaardigen van een zelfportret.

Met een ferme klap sla ik het boek dicht. Het lijkt me hopeloos, maar niet ernstig.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren