Laatst had ik het weer, zo’n liedje dat in mijn hoofd bleef hangen. Dat kwam omdat ik op mijn kleinzoon moest passen. Die houdt heel erg van de I-pad en omdat zijn ouders vinden dat er altijd een volwassene moet meekijken, heb ik zes volledige afleveringen gezien van ‘Zandkasteel aan zee’, een kinderprogramma waar ik nog nooit van gehoord had.
Om u even bij te praten: er is een zandkasteel aan zee en in dat kasteel wonen koning Koos, jongetje Toto, meisje Sasa en dan is er nog Toet, een tamelijk dubieuze kruising tussen een kermisattractie en een wasmachinetrommel. Persoonlijk vind ik het programma educatief op de rand. Wat moet die Koos met die jonge kinderen? In aflevering twee kriebelen Toto en Sasa koning Koos wakker, eerst nog aan de tenen, maar al gauw op de billen, zogenaamd omdat kinderen dan leren waar de billen zitten. Ik weet het niet…
Maar goed, naderhand zat ik dagenlang met dat stomme liedje in mijn hoofd: ‘naar het zandkasteel, het zaaandkasteel aan zeeee, naar het zaaanndkasteel, het zaaaaandkasteel aan zeeeeeee…’ met van die lange uithalen. Die hoor je dan de hele dag in je hoofd.
Eigenlijk was ik wel blij, dat ik net per ongeluk afstemde op 100% NL, toen ze ‘Bónny…, Bónny…, Bónny kom je buiten spelen’, draaiden. Het was heel effectief, het zandkasteel was in een klap verdwenen. En ik moet zeggen, dan is ‘Bonny’ voor een paar uur echt een verademing. Maar goed, na drie dagen begon ik óók te drinken.
En dan moet je kiezen: de spoedeisende hulp, al dan niet via de huisarts, een zelfhulpgroep, de psychiater, een buurvrouw of internet. Ik ging online.
Ik was enorm opgelucht toen ik las dat het een naam heeft, zo’n liedje dat blijft hangen. Het heet een oorwurm. In het Engels klinkt het veel chiquer – dan heet het een brain itch – en het komt vooral voor bij muzikanten en bij vrouwen. Ik ben blij dat ik niet ook nog muzikant ben.
Ik schaamde me vooral voor het genre. Ik bedoel, als de ouverture van de opera Carmen was blijven hangen, soit. Maar dat was helemaal niet nodig las ik op internet. De hersenen storten zich vooral op eenvoudige melodieën met een verrassende wending, in vaktermen heet dat een ‘haak’. Die ‘haak’ kunnen de hersenen niet verwerken en dan blijven ze het melodietje eindeloos afspelen. Over vrije wil gesproken.
Enfin, ik mocht nóg blij zijn. Ik had even goed maandenlang opgezadeld kunnen zijn met: ‘Heb je éven voor mij’ of ‘Ik heb een pótje met vet, al op de táfel gezet, ik heb een potje, potje, potje…’ of nog erger ‘Jáaa, dat is mooi…,mooi…, mooi…, man’ of ‘Daar is gabbertje’.
Maar hoe krijg je zo’n liedje uit je hoofd? Dat weet Henk Jan Honing, die vroeger ook nooit had kunnen bedenken dat hij hoogleraar muziekcognitie zou worden en dan op internet zou uitleggen hoe je van zo’n liedje af kunt komen.
De meeste adviezen vind ik niet echt hoogleraar-achtig:
1. wachten tot het vanzelf over gaat (te makkelijk)
2. een ander deuntje erover heen zetten (Bónny.. )
3. het liedje over de ‘haak’ heen helemaal uitzingen (werkt niet)
4. tegen andere mensen zeggen dat je een liedje in je hoofd hebt (en dan?).
Bleven er twee over: op een zwart vierkant kussen gaan zitten, bij voorkeur in lotushouding, en visualiseren dat de oorwurm uit je oor kruipt. Of: een complex muziekstuk beluisteren, bij voorkeur de ouverture van de opera Carmen.
Mij heeft het niet geholpen. Ik ben al blij, als ik per dag mag kiezen tussen ‘Zandkasteel aan zee’ en ‘Bonny’. Lees verder →
Heb je een nieuws-tip? Stuur je nieuws en/of foto naar: redactie@pen.nl