Rookoven

Dat heb je met mannen. Ze zeggen dat ze heel goed alleen kunnen zijn, maar voor je het weet zit je ineens opgescheept met een dubieuze aankoop zoals een setje onooglijke mond geschilderde prentbriefkaarten, aan de deur gekocht in ruil voor een vriendelijk woord of een proefabonnement op het viriele magazine Men’s Health. Omdat ze toch een beetje sneu zijn.

Vrouwen gaan in depri-omstandigheden regelrecht naar een lingeriezaak om een statement te maken met de aankoop van onderbroeken. Is wel zo functioneel. Maar goed.

Ik was dus vier weken weg en in de voorlaatste week hadden we weer een skype sessie.

Echtgenoot T. had iets gekocht en ik mocht raden. Ik had geen idee vooral omdat de hint was dat hij het bij Albert Heijn had gekocht. Dan heb je nog hoop. Een krat Radler citron – het trendy drankje van het seizoen? Een gros toiletrollen voor de helft van de prijs? Een compleet Jamie Oliver servies?

Ik moest even wachten. Glunderend kwam hij terug met een stuk verpakkingskarton dat hij ostentatief voor de camera hield. Een rookoven? Had hij met 50 % korting op de kop getikt. Dat heb je met acties.

Kijk, sommige van onze vrienden hadden een kidde. Die hadden wij niet, maar nu hadden wij mooi een rookoven. Ik kende geen van beide, maar dat is omdat ik nooit kook. Een kidde is trouwens een roestvrijstalen professionele slagroomspuit met gaspatronen.

Ik zat al naarstig te denken waar we die rookoven moesten laten (we hadden ook al een gehaktmolen, een ijsmachine, en een origineel ‘maak je eigen spaghetti apparaat’), zonder uitzondering bijna nooit gebruikte kookattributen die helaas wel ruimte innemen.

Wat moesten we nou met een rookoven. Ik had er nog nooit van gehoord.
Een rookoven, begreep ik, was het nieuwe barbecueën, maar dan voor binnen. Buiten kan natuurlijk ook. Wel zo handig, maar dat wist ik toen nog niet. Gelukkig ging het om een tafelmodel. Zoiets als waar ze bij de Chinees je Foe Yong Hai Kip mee warm houden, en dan met een deksel erop. Als ik meer wilde weten moest ik maar even googlen.

Op de site rookoven.com las ik dat roken hot is. “Roken van vlees, vis of schaaldieren is een leuke dagvullende (?) bezigheid. Overdag roken en ’s avonds je vrienden verrassen met je eigen gerookte delicatessen of gewoon gezellig met z’n allen onder het genot van een biertje of een glas wijn. Voor het roken wordt beuk of eikenhout gebruikt. …En het leuke is… iedereen kan roken.” Einde citaat.

Voor het roken heb je houtsnippers nodig. Die kun je krijgen bij een hengelsportzaak (huh?); je kunt natuurlijk ook zelf een leuk perceeltje (met bomen) beginnen. Je verzint het niet. Goed.

Toen ik thuiskwam, bracht T. de rookoven in stelling. Het eerste slachtoffer was een zalm. Daags erna stonk het zo naar rook dat onwillekeurig het woord ‘nablussen’ in me opkwam. En niet alleen daags erna. Sindsdien is het R-woord niet meer gevallen. Het zou me niets verbazen als we ineens meer ruimte in de schuur hebben.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren