Potvis

Vroeger wilden jongetjes brandweerman worden of anders wel piloot of machinist. Ik weet natuurlijk niet wat Jan Roelof Witting vroeger wilde worden, maar ik denk niet dat hij ooit had durven dromen, dat hij nog eens Strandingscoördinator voor Levende Grote Walvisachtigen zou worden. Zoiets verzin je niet. En zeker niet als kind. Daar heb je ambtenaren op het ministerie van Economische Zaken voor nodig.

Na de ongelukkige stranding van Johannes de bultrug (Johanna voor intimi) moest er helderheid komen (want je wilt je als kabinet wel indekken tegen netelige Kamervragen) en als er helderheid moet komen in Nederland dan komen er óf nieuwe regels óf een commissie óf een protocol. Want wat was het een rommeltje geworden daar op de Razende Bol van Texel, waar het arme dier in december 2012 na vier dagen kwam te overlijden terwijl walvisredders onder leiding van Lenie ’t Hart in de ‘Orca’ van rederij Noordgat naar de plek des onheils snelden om het dier te redden, maar vanwege het gebiedsverbod niet werden toegelaten. Lenie maakte de kachel aan met het Texelse natuurcentrum Ecomare, en ook de Partij voor de Dieren meldde zich in deze wat sneue rel die nota bene respectloos uitgevochten werd over de (bult)rug van Johannes.

Bij het lijden en de dood van Johannes de bultrug stak er een storm van emoties op in ons land. Natuurorganisatie Sea Shepherd riep daags na zijn verscheiden op tot een stille tocht, waarbij wij als Nederlanders vanuit restaurant Nogal Wiedes in Huisduinen massaal over een dijk zouden lopen met lichtjes en lampionnetjes.

Nou, die helderheid is er gekomen. En dat was hard nodig ook. Want weten wij wel dat de stranding van een grote walvisachtige volgens het ministerie van Economische zaken een risico is voor de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid én het milieu? Daarom was Jan Roelof Witting ook heel blij, dat de naamloze potvis pas strandde nadat het Protocol Stranding Levende Grote Walvisachtigen begin juli 2013 gereed is gekomen als concept versie 1.1.

‘Wij handelen al helemaal volgens het protocol,’ vertelde Jan Roelof glunderend aan het strand van Terschelling, waar deze week een gestrande potvis aanspoelde. Niemand had Lenie meer nodig. Iedereen wist wat hem te doen stond. Dankzij het protocol. Er waren drie scenario’s voor de potvis: terugkeer in zee, tijdelijke opvang of (palliatieve) euthanasie. In het laatste geval kan gekozen worden tussen een injectie met een slaapmiddel of het gebruik van explosieven, waarvoor het ministerie van Defensie mensen en middelen beschikbaar stelt als ze tenminste niet toevallig meevaren op een boot van de Gay Pride. Maar zover hoefde het niet te komen. Het stond niet in het protocol en het gebeurde toch. Het dier overleed zelf. Zonder hulp. Gelukkig voorziet het protocol in een tussentijdse evaluatie. Ik neem maar aan dat er al hard gewerkt wordt aan concept versie 1.2., waarin een vierde scenario ‘de potvis sterft op eigen gelegenheid’ wordt opgenomen.

Ik denk niet dat ik Jan Roelof Witting ooit zal ontmoeten. In de eerste plaats zie ik in Nieuwegein nog niet zo snel een potvis aanspoelen en verder ben ik veel te lui om schielijk naar de kust te scheuren om mij te midden van allerhande andere pottenkijkers te vergapen aan een Grote al dan niet Levende Walvisachtige.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren