Oude Sluis in Vreeswijk 650 jaar

Op 28 en 29 juli viert Vreeswijk dat de Oude Sluis 650 jaar bestaat, en dat zal gevierd worden.

Proef de geschiedenis, maar ervaar ook welke rol de Oude Sluis nu inneemt. Het begon in het jaar 1373 met de bouw van ‘de twee slusen van hout’, zoals men toen schreef. Zo ontstond de Oude Sluis als de kern van ons dorp. Door de bouw van de sluis werd Vreeswijk een welvarend dorp liggend aan een belangrijke vaarroute. En nu, na al die jaren, is de Oude Sluis nog steeds het stralende middelpunt van de dorpskern Vreeswijk. Hieronder een foto van de Oude Sluis in 1935.

Op zaterdag 29 juli zullen ruim twintig schepen uit het hele land erfgoed de Oude Sluis binnenvaren. “Daar moet je bij zijn, want dit is je kans om te zien hoe Vreeswijk er vroeger uitzag met al die schepen”, zegt Koos Hofs, voorzitter van de stichting Activiteitengroep Vreeswijk. “Neem je familie, vrienden en kennissen mee en doe het rondje schippersdorp en loop door Vreeswijk. Er valt een hoop te zien in ons fraaie dorp”, aldus Hofs.

Technisch hoogstandje
Om te beseffen wat we gaan vieren, gaan we in vogelvlucht door de eeuwenoude historie. De bouw van de sluis was in 1373 een technisch hoogstandje, zeker in de onmiddellijke nabijheid van een rivier. Zomaar een kanaal graven en die laten aansluiten op een rivier kon niet. Eerst moest een diepe bouwput gegraven worden en die moest een lange tijd droog blijven. De eerste sluis bestond uit een kom met houten beschoeiing aan weerszijden en die was afgesloten met een schotconstructie. Met behulp van boven de schotdeuren aangebrachte windassen kon een hefdeur worden opgehesen.

Tot 1285 had Utrecht een directe scheepvaartverbinding met de Lek. Schepen voeren via de Vaartse Rijn naar de Hollandsche IJssel, die toen nog een open verbinding met de Lek had. Maar in 1285 scheidde Hollandse graaf Floris V (1254-1296) de (wat nu heet: Enge) Hollandsche IJssel van de Lek, door een dam aan te leggen bij het buurtschap Hoppenesse (thans het Klaphek).

Nieuwe verbinding met de Lek
Dat noodzaakte de stad Utrecht een nieuwe scheepvaartverbinding met de Lek. Daartoe werd vanaf Jutphaas een nieuw kanaalvak gegraven naar Vreeswijk, de zogeheten Nieuwe Vaart. Daarbij maakte men gebruik van een deel van de Schalkwijkse Wetering die omstreeks 1135 tot de Vaartse Rijn bij Jutphaas was doorgetrokken. Het kanaal eindigde bij de Wierse rug in de omgeving van de huidige Wiersdijk waar een dam werd gelegd, waar een tol kwam en de goederen werden overgeslagen. Dat de stad Utrecht voortvarend te werk ging, bleek als in 1286 dit kanaalvak al werd genoemd. Het kleine buurtschap dat daar ter plekke ontstond werd de Nyevaart genoemd.

Riskante onderneming
Het kanaalvak direct op de rivier de Lek te laten aansluiten, was in die tijd een riskante onderneming die men nog niet aandurfde. Wel is er waarschijnlijk aan de andere kant van de dam al een water geweest of toen gegraven, dat de verbinding met de Lek vormde. Bijna een eeuw later, in 1373, had men kennelijk wel het lef en de kennis om die, zo zeer verlangde, verbinding tot stand te brengen. In dat jaar groef de stad Utrecht ‘een diept van der Nyevaert totter Groter Wade (de latere Liesbosch) toe, ende leyden daer twe slusen van hout op de Nyevaert.’ Die eerste sluis moeten ongeveer op de plaats van de binnenkolk van de huidige Oude Sluis hebben gelegen.

Technisch hoogstandje
De bouw was een technisch hoogstandje, zeker in de onmiddellijke nabijheid van een rivier. Er moest een tamelijk diepe bouwput worden gegraven die gedurende lang tijd droog moest blijven. In Vreeswijk, waar de nieuwe sluis in het dijklichaam van de Lekdijk (de huidige Molenstraat en de Lekstraat) werd gelegd, moest aan de rivierzijde een extra dam worden aangebracht die tijdelijk de functie van dijklichaam had. De eerste sluis bestond uit een kom met houten beschoeiing aan weerszijden afgesloten met een schotconstructie waarin een hefdeur, die met behulp van boven de schotdeuren aangebrachte windassen kon worden opgehesen. Over de afmetingen van de sluis is weinig bekend, maar algemeen wordt verondersteld dat de breedte ter hoogte van de schotdeuren niet veel meer dan vier meter hebben bedragen.

Verbetering
In 1478 kwam een belangrijke verbetering tot stand. De oude houten sluis werd vervangen door een stenen sluis, die aanmerkelijk groter was om de doorgang van steeds groter wordende schepen mogelijk te maken. De scheepsbreedte was in die tijd toegenomen tot ca. 6 meter. De constructies waarin de schotdeuren hingen (spuitorens) werden nu ook in steen uitgevoerd.

Tweede schutkolk
In 1482 werden de sluis en de daarbij, ter beveiliging van de sluis, door de gilden van Utrecht gebouwde Gildenborch door oorlogshandelingen vernield. In april 1484 werd besloten de sluis te herbouwen. In 1561 ging men over tot de bouw van een tweede schutkolk (de buitenkolk). Daarvoor waren twee redenen: men wilde met de bouw van deze tweede, buitendijks gelegen, schutkolk het sluizencomplex in de hoofdstroom van de rivier brengen (ter vervanging van het sluishoofd) en men wilde meer veiligheid. De binnenkolk was namelijk krakkemikkig geworden en bood niet langer een veilige beschutting tegen het water van de Lek. In de loop van de eeuwen bleef de sluis een voortdurende bron van zorgen en waren veel reparaties noodzakelijk. In 1654 kreeg de ‘middelspuy’ puntdeuren en kwamen er valbruggen. Vanaf dan werd het mogelijk de sluis te passeren zonder het strijken van de mast.

Hierboven een detail van een kaart van Vianen rond 1560 van cartograaf Jacob van Deventer (1510/15-1575) waarop ook Vreeswijk is te zien. Het fragment toont een gedeelte van het dorp De Vaert.

Volledige vernieuwing
Op 6 mei 1815 perste het rivierwater met grote kracht onder de vloer van de binnenkolk door, de derde waterkering. Dit zou, uiteindelijk, leiden tot de volledige vernieuwing van de sluis waarmee in 1821 werd begonnen en die, na het overwinnen van vele moeilijkheden en problemen, in 1824 gereed kwam. Het is de sluis zoals die nu nog beeldbepalend is voor het vroegere Vreeswijk.

Nieuwe sluis
De schepen werden alsmaar groter en er was opnieuw een grotere sluis nodig. Er werd een nieuw stuk kanaal met een sluizencomplex aangelegd. In 1892 werd de Koninginnensluis met twee kolken in gebruik genomen. Aan de Handelskade ontstond een nieuwe dorpskern. De Oude Sluis werd vanaf dan vooral voor lokale scheepvaart gebruikt. Omdat schippers vaak lang moesten wachten om te worden geschut, deden zij in het dorp boodschappen. De middenstand profiteerde, maar alles veranderde in 1938 met de bouw van de Prinses Beatrixsluizen. Voortaan ging de scheepvaart niet meer dóór het dorp, maar er omheen.

Fantastisch
Koos Hofs praat enthousiast over de Oude Sluis: “Je kunt zelf ervaren hoe magisch het is om de Oude Sluis binnen te varen. Weet je wel hoe leuk dát is. Bij de Museumwerf kun je een rondvaart plannen. Je zit in een bootje en je kijkt naar boven naar het dorp. Fantastisch.”

Rondje Schippersdorp
En natuurlijk kunt u het Rondje Schippersdorp lopen; een wandeling van 5 kilometer door het sfeervolle Vreeswijk. Tijdens deze wandelroute loop je langs historische waterwerken die te maken hebben met de bijzondere ligging van Vreeswijk. Via QR-code bordjes langs de route lees en hoor je meer informatie.

De hoogtepunten van het feestelijke programma
Vrijdag 28 juli
Ruim 20 schepen meren aan bij de museumhaven.

Zaterdag 29 juli
Om 11.00 uur gaat de Kippenbrug open. Wethouder Ellie Eggengoor opent het festijn. Vanaf 11.00 uur tot 15.00 uur varen de schepen in groepjes van 3 de Oude Sluis binnen. De schepen draaien ter hoogte van de Helling en varen achteruit de kolk in.

Creatief schilderen
Cursisten van de cursus creatief schilderen zijn inmiddels druk in de weer om de Oude Sluis op het doek vast te leggen. Hun kunstwerken zullen vanaf 5 juli te bewonderen zijn bij Remco-Optiek en bij Alfred Rijwielen.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren