Oerangst

Ik ben bang in het donker, al heb ik een nachtlampje in de vorm van een Disney figuur. Ik ben bang voor de toekomst, al heb ik een woning, werk en opleiding. Ik ben bang alleen te zijn, al heb ik mijn familie en vrienden. Misschien ben ik bang omdat ik alles heb. Hoe meer ik heb: hoe meer ik kan verliezen.Onlangs schreef ik een theatertekst rondom angst. Mijn fascinatie waren de ‘oerangsten.’ De universele angsten die ieder mens heeft. Maar bestaat die gemeenschappelijke deler van de angst wel? Ik interviewde 35 mensen, verschillend van leeftijd, geslacht, opleiding en achtergrond. Twaalf afkomstig uit Nieuwegein, twaalf uit Utrecht en elf uit Amsterdam. Men mocht acht angsten noemen. Gelukkig werd het bestaan van de ‘oerangsten’ bevestigd. Maar liefst vijf angsten kwamen bij meer dan twintig geïnterviewden overeen.Opvallend vond ik dat alle Nieuwegeiners de angst voor oorlog noemden, die slechts bij één Amsterdammer en twee Utrechters naar voren kwam. Nog opvallender is dat deze angst bij zeven Nieuwegeiners de top drie haalden. Is deze angst historisch te verklaren?Een kleine Nieuwegeinse geschiedenis check leert ons dat op 10 mei 1940 de eerste bommen op de Lekbrug vielen. Op 7 mei 1945 reden de eerste Canadese tanks via het Beatrix sluizencomplex Vreeswijk binnen. Niet heel veel anders dan de Utrechters die op 5 mei hun bevrijdingsdag vieren. Voor de Tweede Wereldoorlog kenden wij roerige jaren in 1787 (de Slag bij de Vaart) en in de jaren toen wij belaagd werden door de Jutphasers. Of nee. Ik mag niet partijdig zijn: wellicht belaagden wij in die jaren juist hen.Uit de geschiedenis blijkt geen opvallend feit dat deze opmerkelijke top drie zou kunnen verklaren. Oplossen kan ik dit mysterie dus niet. Misschien is het ook niet erg. De angst voor terrorisme en de islam komt op de Nieuwegeinse lijstjes bijvoorbeeld weer nauwelijks aan de orde. Wel leken de Nieuwegeiners aanzienlijk banger voor mij: het meisje met ‘de angst enquête.’ Ik overviel ze in de bushalte, in de supermarkt, in de woonkamer of op straat. In de Grote Steden Utrecht en Amsterdam schrok men toch echt minder van mij. Al zei men daar wel snel “Nee, ik wil niets kopen,” voordat ik mijn vraag had kunnen stellen. Zij waren dan ook weer banger voor de gevolgen van de economische crisis.Met het schrijven van deze column neemt mijn Grote Angst, de angst om vergeten te worden, weer een beetje af. Ik sta gedrukt. Dat is al iets. Maar voor de zekerheid: knip mij uit, plastificeer mij, stop mij in een stalen kist en sluit die goed af. Woel een perkje om in Cityplaza en begraaf mij daar. Die gedachte stelt mij gerust. Dat ik ooit weer gevonden kan worden.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren