Vijftig

De canon van de Nederlandse geschiedenis wordt verplichte leerstof in het onderwijs. Knappe koppen hebben lang gestudeerd op de mogelijkheid de Nederlandse geschiedenis samen te vatten in vijftig momentopnamen. De samensteller verzekert ons dat het geen eenvoudige klus geweest is. Van hunebedden tot aan nu in vijftig stappen. De canon is er ook op een handige kaart met een tijdlijn.Het zal ook de grondindeling zijn van het nieuwe Nationaal Historisch Museum. Dat rijksmuseum wordt gebouwd in Arnhem, tot grote frustratie van Den Haag en Amsterdam. De slag van Plasterk kan worden bijgeschreven in de annalen van de Vaderlandse geschiedenis. Het nieuwe museum zal voorlopig rond vijftig miljoen euro gaan kosten. Dat is dus ongeveer één miljoen voor elk stukje van de canon.Ook als je er geen belangstelling voor hebt, maken dit soort berichten duidelijk dat er belangrijke mensen zijn die vinden dat het schort aan onze historische kennis. De vraag is dan natuurlijk of dat een belangrijk gemis is. Je moet je verleden kennen om het heden te kunnen begrijpen en om te kunnen bouwen aan je toekomst. Dat is zo ongeveer de achterliggende gedachte. Kosten noch moeite worden gespaard om ons het heden te laten begrijpen. Het is een mooie, maar utopische gedachte.Historisch besef helpt inderdaad om sommige dingen beter te begrijpen. Als je kijkt naar de geschiedenis van Nieuwegein en begrijpt dat de stad ooit is ontstaan uit een groot aantal verschillende dorpskernen, dan zijn de soms grote verschillen in de stad beter verklaarbaar. De verschillende wijken hebben aanwijsbaar allemaal een ander verleden en ook een andere uitstraling. Galecop is de jongste loot aan de stam en voor mijn gevoel heeft Vreeswijk toch echt de meeste historie.Dat is op zichzelf een simpele constatering, hoewel je ook hier al vraagtekens kunt zetten bij de feiten. Zonder degelijk historisch onderzoek is mijn opmerking over Vreeswijk niet meer dan een persoonlijke mening. Het is natuurlijk ook niet echt belangrijk. Als jongeren niet kunnen omgaan met hun nieuw verkregen Jongeren Ontmoetings Plek (JOP) in de Fazantenbuurt, is dat dan het gevolg van historische gebeurtenissen? Ik vraag het me af.In mijn ogen laten de gebeurtenissen rond de JOP vooral zien dat het de jongeren schort aan kennis van de Nederlands taal. Hun eigen pamflet met regels is op z’n hoogst fonetisch te lezen en met een behoorlijke dosis inlevingsvermogen. De jongeren daar krijgen nu de canon als verplichte kost op school, in plaats van beter taalonderwijs. Critici zullen roepen dat het soort teksten dat zij produceren maar beter niet in foutloos Nederlands geschreven kunnen worden, maar dat is het paard achter de wagen spannen.Als we serieus werk willen maken van een verbetering van ons leefklimaat, zullen we moeten investeren in ontwikkeling. Daarbij spelen de hunebedden uiteindelijk maar een heel erg beperkte rol. Kansen worden gecreëerd als we jongeren goed voorbereiden op hun plek in de samenleving. Daarbij moet taalvaardigheid centraal staan. De oudere generaties ergeren zich groen en geel aan de ‘domme’ jeugd en steken dat niet onder stoelen of banken.Ik kan minimaal vijftig manieren bedenken waarop dat uit de hand zou kunnen lopen en ook meer dan vijftig manieren waarop je vijftig miljoen beter zou kunnen uitgeven.Openheid over de Nederlandse slavernij is mooi, een prettige leefomgeving is beter.Afrodite