Column Willeke Stadtman: ‘In tijden van Corona (4)’

Er gaat een wereld dicht, en tegelijk gaat er een wereld voor me open. In de krant lees ik allemaal dingen die ik niet wist. Ik kende de term ‘scherp deurbeleid’ niet eens. Ik had sowieso nog nooit gehoord dat je een beleid kon maken voor een deur.

Ook was mij ontgaan dat een gemiddelde Albert Heijn 1400 vierkante meter groot is, en dat er dus nu gehandhaafd wordt op één supermarktkar per vierkante meter. Dat betekent dat er in een gemiddelde AH niet meer dan 140 winkelwagens tegelijk de winkel in mogen. Voor de AH op Cityplaza lijkt me dat overigens een fors aantal. Wordt er bij deze berekening wel meegewogen hoe breed de gangen zijn?

De burgemeesters in ons land hebben inmiddels meer bevoegdheden gekregen om toe te zien op het naleven van de Coronamaatregelen. En dat kan, omdat de Corona-uitbraak is opgeschaald naar ‘Grip 4’. Grip staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. Had ik ook nog nooit van gehoord. Bij zo’n woord denk ik meteen aan een groep hogere ambtenaren die in een zaaltje, compleet met flipover, een brainstormsessie houden over een geschikte benaming ‘van een situatie in de veiligheidsregio die de gemeentegrenzen overstijgt’.

De nieuwe maatregelen worden door Rutte betiteld als een ‘intelligente lockdown.’ Landen als Spanje en Italië hebben ook een lockdown, maar dan kennelijk minder intelligent, als ik het begrippenkader van onze premier goed begrijp.

Ik vind de nieuwe richtlijnen een beetje onduidelijk. Ik mag wel naar buiten van Grapperhaus, maar dan uitsluitend in mijn eentje. Maar ik mag óók met drie mensen van hetzelfde gezin naar buiten, als we maar 1,5 meter afstand houden van andere mensen. En ik mag ook in mijn huis maximaal drie andere mensen ontvangen, mits op 1,5 meter.

En samenkomsten zijn tot 1 juni verboden, maar op Schiphol waren er op dinsdag 315 vluchten met in totaal 34.000 passagiers.

Op dinsdag had ik (vanwege mijn werk) een huisarts aan de lijn in Bilthoven. Begripvol vulde ik voor hem in, dat het waarschijnlijk erg hectisch was in de praktijk. Er viel een korte stilte, waarna hij zei: ‘het is helemaal niet druk, we zien geen patiënten, en er is ook geen stortvloed aan ongeruste telefoontjes.’

Even later belde ik een huisarts in Den Bosch. ‘Het komt me nu niet zo goed uit om te bellen,’ zei ze. ‘Ik sta hier helemaal ingepakt in beschermende kleding voor de deur van een patiënt met hoge koorts.’ En dat is precies het punt als het gaat om het snappen van de urgentie van deze crisis.

De menselijke geest kent één grote beperking: ons voorstellingsvermogen schiet tekort. We zien het pas als het voor onze eigen ogen gebeurt. We weten pas wat iets betekent als we het zelf meemaken. In feite ‘liegen’ we als we zeggen dat we ons iets kunnen voorstellen dat we zelf nog nooit hebben meegemaakt.  En in een groot deel van Nederland beleven we niet wat zich afspeelt in het epicentrum van de Coronacrisis.

Ik ook niet.

Willeke Stadtman

Klik hier voor de eerdere columns van Willeke Stadtman over dit onderwerp.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk